Proces O.J. Simpson was voorbode van Donald Trumps rechtszaken: elk kamp zijn eigen waarheid

‘Hij is onze O.J.’ Aan de vooravond van het eerste afzettingsproces tegen Donald Trump – begin 2020 wegens de Oekraïne-affaire – vroeg de Amerikaanse nieuwssite Politico aan Trump-aanhangers hoe zij aankeken tegen de impeachment van de toenmalige president. Keith Swart was een van de lezers die reageerde: „Voor ons die steunen wat [Trump] bereikt heeft”, schreef de 66-jarige ondernemer uit Tacoma, Washington, „voelt het alsof hij onze O.J. is.”

Nagenoeg elke volwassen Amerikaan zal begrepen hebben wat hier bedoeld werd. Zoals Trump sinds zijn politieke doorbraak in 2016 de Verenigde Staten scherp verdeelt in voor- en tegenstanders, zo spleet het moordproces tegen de donderdag overleden Simpson (76) midden jaren negentig het land minstens zo diep. En zo zijn er meer parallellen tussen Simpsons ‘trial of the century’ en Trumps vier strafzaken – vooral hoe uiteenlopend twee maatschappelijke kampen een rechtsgang kunnen beleven.

Lees ook Zijn moordproces hield Amerika in de ban en overschaduwde zijn roem als football-ster

O.J. Simpson in de rechtszaal in Los Angeles in december 1994.

Anders dan bij Trump nu, liep de kloof rond Simpson niet langs partijpolitieke, maar raciale breuklijnen. Waar veruit de meeste zwarte Amerikanen in enquêtes zeiden te geloven in zijn onschuld, waren witte Amerikanen in overgrote meerderheid ervan overtuigd dat de voormalig football-ster en latere Hollywood-acteur zijn ex-vrouw Nicole Brown en haar partner wel degelijk vermoord had. Wit zag een waterdichte moordzaak tegen een bekende vrouwenmepper, zwart herkende Simpson als slachtoffer van een notoir racistisch politie- en justitieapparaat.

Reacties in split-screen

Na zijn vrijspraak deden media dan ook gretig verslag van de sterk uiteenlopende reacties. Columnist Myron B. Pitts schreef vrijdag in zijn krant The Fayetteville Observer hoe hij zich altijd de tv-beelden is blijven herinneren van twee groepen studenten wier reacties in split-screen werden uitgezonden. „De studenten van de historische zwarte Howard-universiteit joelden en klapten alsof ze nationaal kampioen waren geworden. Op [het elitaire, veel wittere] Harvard heerste een grafstemming – vol van ongeloof en schok.” Ook de witte nieuwsredactie in Washington D.C. waar de (zwarte) Pitts destijds werkte, viel doodstil.

Het was niet dat Simpson vóór zijn tumultueuze, breed uitgemeten strafproces buitengewoon geliefd was onder Afro-Amerikanen. Sommigen namen hem kwalijk dat hij over zichzelf zei: „Ik ben niet zwart, ik ben O.J.” Zijn critici meenden dat hij alleen bekendheid had kunnen verwerven als ‘knuffelzwarte’. Bijvoorbeeld in een van zijn beroemde reclames voor autoverhuurder Hertz, waarin hij over een vliegveld rent. Om dat voor witte kijkers potentieel beangstigende beeld – zwarte man rent door vertrekhal – te neutraliseren, werd Simpson in het spotje toegejuicht door passanten, allen wit.

O.J. Simpson na zijn laatste wedstrijd, voor de San Francisco 49ers, in 1979.
Foto AP

Dat Simpson toch kon uitgroeien tot zwart symbool, had alles te maken met de plaats en tijd van zijn veronderstelde misdaad. Los Angeles stond tweede helft van jaren negentig nog bol van de raciale spanningen na de Rodney King-rellen van 1992. De Californische miljoenenstad was dat voorjaar zes dagen toneel geweest van gewelddadige protesten en ongeregeldheden nadat een overwegend witte jury vier LAPD-agenten – ondanks overtuigend videobewijs – had vrijgesproken van de zware mishandeling van de zwarte taxichauffeur King.

Dat ditzelfde beruchte politiekorps nu zelfs (of juist) een succesvolle zwarte man als Simpson pakte, kon alleen maar racisme zijn. Zijn ‘droomteam’ van topadvocaten legde de twaalfkoppige jury, waarvan tien leden zwart waren, uit hoe de LAPD hun cliënt erbij probeerde te lappen. Dat er slordig was omgesprongen met dna-materiaal, dat de gewraakte handschoen zonder huiszoekingsbevel gevonden was, dat de belangrijke rechercheur Mark Fuhrman bekendstond om zijn discriminerende praatjes: het was allemaal bewijs voor een racistisch opzetje.

Ook zwarte landgenoten die daarna nog niet van Simpsons onschuld overtuigd waren, konden altijd nog denken: na al die keren dat een witte verdachte onterecht de dans ontsprong, is nu het een keer tijd dat een van ons vrijuit gaat. Na een proces van acht maanden was de jury er na drie uur beraadslaging al uit: vrijspraak. In een civielrechtelijk proces (met een witte jury en lagere bewijsdrempel) zou Simpson jaren later wel veroordeeld worden voor de moord.

Inquisiteurs

Trumps vervolging bereikt maandag een nieuwe historische mijlpaal, als in New York het eerste strafproces ooit tegen een Amerikaanse (ex-)president aanvangt. Ook bij deze zaak – die draait om zwijggeld voor een porno-actrice – zal veel aandacht uitgaan naar de jury. De ex-president klaagt dat drie van de vier zaken tegen hem dienen in steden die overwegend links stemmen waardoor hij er geen eerlijk proces zou kunnen krijgen. Het past in Trumps verdediging dat hij mikpunt is van een heksenjacht van een door Democraten ‘bewapend’ justitieapparaat, vooringenomen progressieve massamedia en de federale recherche FBI.

Zoals Simpsons zwarte sympathisanten hem omarmden als slachtoffer van hetzelfde politieracisme dat ook zij dagelijks ondervonden, zo houdt Trump zijn aanhangers voor dat zij het eigenlijke doelwit zijn van alle linkse inquisiteurs die hem vervolgen. „Uiteindelijk komen ze niet achter mij aan. Ze komen achter jullie aan – ik sta alleen maar in hun weg”, zei hij vorig jaar na een tenlastelegging.

O.J. Simpson op de vlucht voor de politie in 1994. De achtervolging werd live op televisie uitgezonden.
Foto Joseph R. Villarin/AP

Trumps juridische perikelen verdelen het land zo opnieuw in een split-screen, waar elk kamp met zijn eigen waarheid leeft. Links ziet een ex-president die overduidelijk schuldig is, rechts een corrupt systeem dat hun held probeert op te sluiten.

Lees ook Trump in de beklaagdenbank: zo staan zijn strafzaken ervoor

Oud-president Donald Trump zal zich in vier strafzaken moeten verdedigen tegen beschuldigen van misdrijven die hij voor, tijdens en na zijn presidentschap zou hebben gepleegd.

In het geval van Simpson wist het juryoordeel het gespleten land allesbehalve te verzoenen. De ‘witte’ en de ‘zwarte’ waarheid sloten elkaar per definitie onderling uit. Maar dat had op zich niet gehoeven: het systeem kan bewezen verrot zijn, dat maakt een schuldige dader nog niet onschuldig. Het feit dat sommigen van Trumps aanklagers gekozen Democraten zijn, maakt hun zaken ook niet bij voorbaat een politiek showproces.

Een tribale omgang met de waarheid ontneemt bovendien een neutrale blik op misschien wel de belangrijkste overeenkomst tussen beide verdachten: klassenjustitie. Twee rijke mannen die dankzij hun bekendheid en miljoenen voor topadvocaten de rechtsgang zo weten of wisten bij te sturen dat ze nog nooit (Trump) of alleen voor een heel ander delict (Simpson) de cel in hoefden.