AkzoNobel werft weer volop klanten in Rusland, in strijd met eerdere beloftes

Een champagnefontein, lachende gezichten, een rockband, een vuurspuwer – en heel veel verf. In een hippe industriële zaal in Sint-Petersburg vieren op 26 oktober meer dan honderd aanwezigen de lancering van dé verfkleur voor het aankomende jaar, 2024. De nieuwe trendkleur van verfmerk Dulux blijkt een lichtroze pasteltint, met de naam ‘warme omhelzing’.

Organisator van het evenement is het lokale dochterbedrijf van de Nederlandse multinational AkzoNobel, de grootste verfproducent van Europa. AkzoNobel investeert volop in de Russische markt: zo was het bedrijf in december aanwezig op de woonbeurs Russian Interior Week en sponsorde het vorige maand de uitreiking van een belangrijke architectuurprijs in Moskou. Naast Dulux zijn ook de merken Sikkens, Pinotex en Hammerite in Rusland verkrijgbaar. Het verfconcern bracht er in het afgelopen jaar meerdere nieuwe producten op de markt, waaronder premiummerk ‘Heritage by Sikkens’.

AkzoNobel maakte na de Oekraïne-inval in februari 2022 juist bekend geen nieuwe investeringen meer in Rusland te zullen doen, en er ook geen marketing meer te zullen bedrijven. De bestaande activiteiten in het land werden fors afgeschaald, meldde AkzoNobel in april 2022 in een statement. De verkoop van coatings werd grotendeels opgeschort, de „resterende Russische activiteiten” zouden „lokaal worden geëxploiteerd”. AkzoNobel leverde vanuit vier fabrieken verf en coatings aan particulieren en industriële klanten. De dochterbedrijven bleven volledig eigendom van het Nederlandse moederconcern, bevestigt een woordvoerder naar aanleiding van een opiniestuk van een Russische oud-journalist in NRC, eerder deze week.

Lees ook Zeggen dat je weggaat maar toch blijven: grote Europese bedrijven spelen dubbelspel in Rusland

Zeggen dat je weggaat maar toch blijven: grote Europese bedrijven spelen dubbelspel in Rusland

Nauwelijks toekomst

Dat het bedrijf geen volledige terugtrekking aankondigde, zoals veel andere westerse bedrijven, kwam volgens toenmalig topman Thierry Vanlancker omdat de resterende Russische activiteiten toch nauwelijks toekomst hadden. „We zijn er vrij realistisch in dat we binnen een of twee maanden tot een geleidelijke uitfasering zullen komen”, zei hij in maart 2022 tegen zakenkrant Financial Times. „Ofwel omdat grondstoffen niet meer beschikbaar zijn, ofwel omdat ergens een belangrijke klant niet meer kan betalen.” Meteen de deuren sluiten zou volgens hem slechts een paar weken verschil maken „gezien de economische realiteit”.

Het afschalen van de Russische activiteiten blijkt echter niet uit de cijfers. In 2022 haalde AkzoNobel 2 procent van zijn totale omzet uit Rusland, blijkt uit het jaarverslag. Dat betekende geen daling ten opzichte van 2021, toen Rusland ook goed was voor 2 procent van de concernomzet. Het komt neer op ongeveer 200 miljoen euro aan jaarlijkse inkomsten. Op de waarde van de Russische dochterbedrijven werd in 2022 ook niet afgeschreven en het personeelsbestand bleef met 640 werknemers even groot. Met ‘afschalen’ doelde AkzoNobel op de sluiting van onder meer de bedrijfsonderdelen die coatings voor scheepsbouw, auto’s en vliegtuigen produceerden, stelt het bedrijf in een reactie.

Het afschalen van de Russische activiteiten blijkt niet uit de jaarcijfers

In de eerste helft van 2023 veroorzaakten verminderde Russische activiteiten wel een dip in de omzet, zo meldde AkzoNobel in kwartaalrapporten. De omzet van het hele concern kwam hierdoor 1 procent lager uit. Over het derde kwartaal maakte AkzoNobel geen melding meer van een negatieve impact op de resultaten. Het bedrijf zegt over heel 2023 nog geen mededelingen te kunnen doen. Over winstcijfers van dochterbedrijven doet het concern ook geen mededelingen.

De verklaring dat AkzoNobel geen nieuwe investeringen in Rusland zou doen en er ook geen marketing meer zou bedrijven, is inmiddels niet meer op de site te vinden. AkzoNobel heeft het oorspronkelijke statement over de activiteiten in Rusland in de zomer van 2022 aangepast, blijkt uit onderzoek van NRC met behulp van archiveringswebsite Wayback Machine.

‘Lokaal geëxploiteerd’

Volgens het bedrijf werd die informatie weggehaald omdat investeringen en marketing vanuit het buitenland door nieuwe, strengere sanctiepakketten toch al onmogelijk werd gemaakt. Daardoor werd het „dubbelop om ook de nieuwe investeringen en marketingactiviteiten te noemen, terwijl deze onderdeel waren van de sancties”, stelt de woordvoerder.

Het bedrijf houdt het sindsdien bij de korte verklaring dat de Russische omzet vóór de start van het conflict 2 procent bedroeg en dat de Russische activiteiten „nu lokaal geëxploiteerd” worden. „Ze opereren nu zonder inmenging of steun van AkzoNobel. De verantwoordelijkheid voor de business is nu lokaal georganiseerd”, zegt de woordvoerder. De organisatie in Rusland is ook losgekoppeld van de systemen van het moederconcern.

„Wij bedrijven geen marketing in Rusland en geven hier ook geen ondersteuning aan. Als gevolg van de sancties opereert het Russische onderdeel op zichzelf en ondernemen ze zelf marketingactiviteiten. Wij hebben daar geen bemoeienis mee en financieren dit ook niet. Wij zijn ook niet betrokken bij productontwikkeling.”

Lees ook ‘Nederlands bedrijf omzeilde sancties tegen Rusland’

ETW-Tekhnologika B.V. uit Voorschoten, is eigendom de Russische zakenman Michaïl Volovik. De echtgenote van Volovik heeft in Rusland een firma die volgens de website gesanctioneerde Russische staatsbedrijven als Gazprom, Rosneft en het Russische defensiebedrijf Remdizel onder zijn klanten rekent.

De worsteling van AkzoNobel met zijn Russische activiteiten is zeker niet uniek. Honderden multinationals kondigden kort na de Oekraïne-inval aan het land te verlaten of suggereerden dat nadrukkelijk. Lang niet elk concern vertrok echt. Westerse bestuurders vreesden reputatieschade als ze zouden blijven en hadden oprechte zorgen om de oorlog, maar vaak zagen ze op tegen het verlies aan inkomsten of voelden ze zich te zeer verantwoordelijk voor lokale werknemers.

Bij meerdere bedrijven leidde dat ertoe dat de betrokkenheid bij Rusland – en bij het indirect, via belastingen, meefinancieren van de oorlog – publiekelijk zo min mogelijk benadrukt werd, terwijl achter de schermen juist de financiële schade en de impact voor werknemers zoveel mogelijk werd beperkt. Een bekend voorbeeld hiervan is bierbrouwer Heineken, die vorig jaar in opspraak kwam omdat het bedrijf, tegen alle vertrekbeloftes in, tientallen nieuwe producten lanceerde in Rusland. Heineken verkocht vorige zomer alle Russische activiteiten.