Ajax wint topper van PSV, maar winnende doelpunt leidt tot discussie

Was-ie uit of in? Over die vraag zal nog lang worden nagepraat na de topper van zondagmiddag. Bij PSV weten ze het wel. Toen Ajax-verdediger Daley Blind de bal beroerde aan de linkerflank, voorafgaand aan het winnende doelpunt van Ajax, had deze de zijlijn gepasseerd. Op tv-beelden had het daar ook alle schijn van. De bal was over de zijlijn. Toch?

Zoals wel vaker bleek ook tijdens deze wedstrijd dat de waarneming van het blote oog niet altijd overeenkomt met het oordeel in de bunker in Zeist. Daar, achter een wand vol computerschermen, kwam de video-arbiter tot een ander oordeel. Hij had er even voor nodig, maar uiteindelijk, na alle camerastandpunten te hebben bestudeerd, kon de VAR niet met zekerheid zeggen dat de bal volledig over de lijn was geweest.

Of, zoals naderhand op sociale media werd geconcludeerd: je kunt nou eenmaal nooit 100 procent zeker weten dat een bal over de lijn is geweest. Als de onderkant erover heen is, hoeft dat niet voor de zijkant te gelden.

„Schandalig”, zei PSV-aanvoerder Marco van Ginkel niettemin toen hij, luttele seconden na het eindsignaal, bij de desk van ESPN met de beelden werd geconfronteerd. Die bal was toch gewoon uit?

Ook scheidsrechter Danny Makkelie kwam voor de camera. Hij zei dat zijn assistent aan de zijlijn had beoordeeld dat de bal niet uit was geweest. En hoewel het er volgens Makkelie ook „alle schijn” van had dat dit wel zo was, kon de VAR in Zeist geen camerabeelden vinden waarin „sluitend bewijs” werd gevonden dat de grensrechter het verkeerd had gezien.

Ajax weer koploper

Bij Ajax zullen ze hun schouders ophalen over de vraag of de bal over de lijn was geweest. Belangrijker was het eindresultaat. De ploeg van trainer Erik ten Hag pakte dankzij het omstreden doelpunt van Noussair Mazraoui drie belangrijke punten in de titelstrijd met PSV. Ajax is weer koploper. Twee punten los – voor zolang het duurt.

Lees ook: Het gat van vier punten tussen Ajax en PSV voelt groter

Deze topper was een totaal andere wedstrijd dan de vorige ontmoeting tussen Ajax en PSV, op 24 oktober vorig jaar, toen Ajax met zulke grote cijfers won (5-0) dat het verdere verloop van het seizoen zich liet uittekenen. Althans, als je analisten en kranten moest geloven.

De ene verslaggever zag PSV die zondag „compleet knock-out” gaan, de ander constateerde dat Ajax geen topvorm nodig had om over PSV heen te walsen, terwijl – toegegeven – ook in NRC te lezen viel dat het gat tussen beide clubs op dat moment groter aanvoelde dan de werkelijke vier punten.

PSV-trainer Roger Schmidt droeg aan dat gevoel bij. „Iedereen kan zien dat Ajax meer kans op de titel heeft dan wij”, zei hij na die nederlaag. Het was in een periode dat hij wel vaker liet doorschemeren dat het gras in Amsterdam groener was. Duurdere spelers, hogere salarissen, meer kwaliteit. Het bekende verhaal van financiële powerplay in Amsterdam versus de underdogs in Eindhoven – inmiddels alweer jaren de rode draad in de top van de Eredivisie.

Kloof

Toen Voetbal International afgelopen week in de cijfers dook, zag je die kloof weer terug. Niet alleen is het salarishuis van Ajax twee keer zo groot, in Amsterdam verdienden ze de afgelopen vijf jaar ook drie keer zo veel aan de verkoop van spelers. Bedenk daarbij dat PSV dit seizoen vijf keer zo veel doelpunten incasseerde en het was bijna niet voor te stellen dat niet Ajax maar PSV zondag als koploper aan de topper in Eindhoven begon.

De kracht van PSV? Consistentie. Van de negen wedstrijden na die zondag in oktober won PSV er acht – alleen bij sc Heerenveen werd gelijkgespeeld. Ajax kreeg weliswaar amper goals tegen, maar speelde wel twee keer gelijk tegen teams uit het rechterrijtje (Heracles, Go Ahead) en verloor van AZ. Wedstrijden die Ajax op basis van het aantal te verwachten doelpunten wél had moeten winnen. Ajax zakte dus naar de tweede plek terug omdat het, onder andere, slordig was geweest in de afronding.

Gezien het belang van goals leek het daarom ongelegen te komen dat topschutter Sébastien Haller nu Africa Cup- verplichtingen heeft. Maar gelukkig voor Ajax was daar Brian Brobbey, de spits die spijt kreeg van zijn overstap naar RB Leipzig en zich deze tweede seizoenshelft heeft laten verhuren aan zijn oude club.

Net als vorige week bij FC Utrecht was Brobbey ook tegen PSV belangrijk voor Ajax. Al ging het met pijn en moeite.

Voordat de spits na een halfuur de score kon openen, kwam hij in botsing met verdediger Armando Obispo van PSV. Been tegen been. Waardoor Brobbey nauwelijks meer kon rennen op het moment dat hij de 1-0 binnenkopte.

De spits deelde nog één high-five uit voordat hij zich op de grond liet vallen. Met zijn vuist sloeg hij op de grond. Een, twee, drie keer. Brobbey had pijn. De man die zo onbreekbaar oogt met zijn omvangrijke torso en beenspieren, kon niet meer.

Target man Brobbey

In de commercial van ESPN werd al gesproken van een „intense” topper en dat bleek toen Brobbey zich gewonnen moest geven. Hij werd vervangen door Danilo, die in het restant van de wedstrijd nauwelijks een vuist kon maken in de punt van de aanval. Ajax heeft een target man als Brobbey nodig.

PSV leek daarna bloed te ruiken. Na rust kwam de ploeg van Schmidt al snel op gelijke hoogte. Het was Mario Götze die de wedstrijd in balans bracht met een bekeken schot na een slimme actie. Daarna leek de topper lang op een gelijkspel uit te draaien, tot de discutabele treffer een kwartier voor tijd.

Een wonderschoon schot van Mazraoui, maar daarover zal het nauwelijks gaan in alle nabeschouwingen. Evenmin over de financiële kloof tussen beide clubs. Maar wel over de vraag of de bal bij de voorgaande actie in óf uit was.

Dit artikel is geactualiseerd op zondag 23 januari 2022 om 17.30 uur.