Wil Trudeau ‘cancel culture’ in een ‘orwelliaanse’ wet vastleggen, zoals critici stellen?

Ze zijn twee van de bekendste Canadezen ter wereld, aan verschillende zijden van het ideologische spectrum. Toch zijn de feministische sterauteur Margaret Atwood en de radicaal-rechtse psycholoog Jordan Peterson het over één ding eens: een nieuw wetsvoorstel van de regering van premier Justin Trudeau vormt een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting in hun land.

Atwood, die wereldberoemd werd met haar roman The Handmaid’s Tale over een patriarchale theocratie, geldt als een autoriteit op het gebied van dystopische visies. Nu waarschuwt ze voor ‘orwelliaanse’ toestanden in Canada als de zogeheten ‘Online Harms Bill’ wordt aangenomen, een wetsvoorstel om internetgevaren als seksuele exploitatie van kinderen en online haatzaaierij aan te pakken.

De Canadese psycholoog Jordan Peterson verwacht „onmiddellijk te worden aangegeven” en te worden gedwongen „een enkelband te dragen” als de wet van kracht wordt, „voor dingen die ik in het verleden heb gezegd en ongetwijfeld zal blijven zeggen in de toekomst”.
Foto IMAGO/James Whatling / Parsons Media

En Peterson, een internationale held van alt-right die zich onder meer verzet tegen wat hij ‘genderideologie’ noemt, zegt te verwachten zelf „onmiddellijk te worden aangegeven” en te worden gedwongen „een enkelband te dragen” als de wet van kracht wordt, „voor dingen die ik in het verleden heb gezegd en ongetwijfeld zal blijven zeggen in de toekomst”.

Wraakporno en online haat

De felle kritiek van beide prominenten tekent een hevig debat sinds het wetsvoorstel eind februari werd gepresenteerd. Volgens minister Arif Virani van Justitie is het plan gericht tegen „het ergste wat we online zien, waaronder haatzaaiende uitlatingen”.

Volgens het wetsvoorstel, dat past binnen een internationale trend om grote spelers op het internet te reguleren, zoals de Wet inzake digitale diensten (Digital Services Act, kortweg DSA) van de EU, worden grote online platforms verplicht om materiaal met seksueel misbruik van kinderen te verwijderen. Ook moeten gebruikers seksuele inhoud die zonder toestemming is geplaatst, zoals ‘wraakporno’, kunnen aanmelden voor verwijdering.

Daarnaast wil de regering-Trudeau straffen op haatzaaierij aanscherpen. Zo kunnen er schadevergoedingen tot 20.000 Canadese dollar (ongeveer 13.600 euro) komen, die daders aan slachtoffers moeten betalen. Ook worden maximale straffen voor uitingen van haat verhoogd; in het geval van oproepen tot genocide zelfs tot levenslang (nu vijf jaar). Zoals veel landen kent Canada een toename van antisemitistische uitingen en moslimhaat sinds ‘7 oktober’. Belangengroepen omschrijven het voorstel als „een stap in de goede richting” om daartegen op te treden.

Atwood: misbruik wet dreigt

Volgens critici schiet de aanpak van online haat het doel echter ver voorbij. Zo wekt de vorming van een ‘Digital Safety Commission’, een orgaan dat op naleving van de regels moet toezien en ruime bevoegdheden zou krijgen, grote argwaan. Ook omstreden is de bepaling dat mensen naar de Canadese mensenrechtencommissie – een niet-gerechtelijk orgaan – zouden kunnen stappen met klachten over haatzaaierij.

Volgens Atwood dreigt misbruik, omdat de definities van strafbare uitlatingen van haat vaag zijn. Ze heeft bedenkingen bij een bepaling dat mensen onder zekere voorwaarden een preventief verbod zou kunnen worden opgelegd als iemand zou vrezen dat hij of zij in de toekomst haatpropaganda zou verspreiden – een soort straatverbod ter voorkoming van een haatmisdrijf.

„Mogelijkheden voor valse beschuldigingen uit wraak en ‘misdenk’ zijn zooo uitnodigend”, aldus Atwood op X. ‘Misdenk’ ofwel thoughtcrime is een referentie naar 1984 van George Orwell, waarin de maatschappij onder toezicht staat van een ‘Denkpolitie’ die vrije meningsuiting onderdrukt.

De Canadese sterauteur Margaret Atwood laakt het wetsvoorstel ook: de „mogelijkheden voor valse beschuldigingen uit wraak en ‘misdenk’ zijn zooo uitnodigend”.
Foto Estela Silva/EPA

Virani antwoordde op X dat dat een verkeerde voorstelling van zaken is. Volgens hem zijn er voorzorgsmaatregelen om misbruik te voorkomen. Zo zou een rechter de sanctie moeten goedkeuren. Ook wordt de lat voor wat haat is hoog gelegd, en blijft het mogelijk te beledigen, te vernederen en minachting, ongenoegen en politiek verschil van mening uit te spreken.

Kans op intimiderende werking?

Toch is er volgens Michael Geist, professor internetwetgeving aan de Universiteit van Ottawa, wel degelijk een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting: mensen kunnen zich onthouden van uitspraken uit angst voor klachten en boetes. „In werkelijkheid is de wetgeving gebaseerd op definities die afkomstig zijn van het Hooggerechtshof, met een vrij hoge drempel”, zegt hij telefonisch. „Maar is er een risico op een ‘chilling effect’? Ik denk van wel.”

Volgens Geist is het debat over het voorstel „verzand” door de toevoeging van maatregelen tegen haat, onder druk van belangengroepen, aan een wetsvoorstel dat over de verantwoordelijkheid van internetplatforms zou gaan. Hij verwacht dat er bij behandeling in het parlement de komende maanden druk zal ontstaan om de meest omstreden passages te schrappen.

Voor tegenstanders van Trudeau – als internationaal boegbeeld van woke vooruitstrevendheid een geliefde boksbal van rechts – bevestigt de controverse echter hun beeld van de premier. Zeker sinds zijn uitzonderlijke gebruik van de ‘Emergencies Act’, een noodwet met speciale bevoegdheden voor de autoriteiten, om een einde te maken aan de wekenlange truckersprotesten die Ottawa begin 2022 lamlegden, wordt Trudeau op rechts afgeschilderd als een autoritaire leider die geen tegenspraak duldt. Volgens Peterson wil hij met het voorstel „cancel culture tot wet verheffen”.

Lees ook Truckersprotest legt Canadese breuklijnen bloot

Agenten treden op tegen een protest voor het parlement in Ottawa.

Ook de Canadian Civil Liberties Association maakt zich zorgen. „In een democratische maatschappij moet er plaats zijn voor afwijkende geluiden, impopulaire stemmen, verschillende meningen”, zegt directeur Noa Mendelsohn Aviv telefonisch. „Die zijn soms zeer emotioneel en uiterst luidruchtig. Wij zien niet dat er makkelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen de haat die het wetsvoorstel wil bestrijden en het politieke debat dat zo belangrijk is in een democratie.”