Wie aait dat kindje nog drie keer over z’n bolletje? Kinderopvang zit met nijpend personeelstekort

Reportage

De vacature | kinderopvang Kinderopvangketen Kindergarden heeft 250 vacatures. Zzp’ers inzetten doen ze liever niet, maar het kan niet anders. „Ik heb er mijn bedenkingen bij”, zegt de vestigingsmanager.

Een medewerker van Kindergarden aan het werk.
Een medewerker van Kindergarden aan het werk.

Foto Olivier Middendorp

„Linsey? Nee, die ken ik niet”, zegt de vrouw die de deur opent van kinderopvang Kindergarden in het centrum van Amsterdam, een peuter aan de hand. „Ik ben een invalkracht. Misschien kun je haar even bellen?”

Vestigingsmanager Linsey de Waard (29) geeft alle invalkrachten altijd een hand, vertelt ze als ze is gearriveerd. Maar de mevrouw die de deur opende, was vanochtend net aan het voorlezen. De hoge hal van het oude schoolgebouw – in de oorlog zat hier het joods lyceum – biedt uitzicht op twee lege groepsruimtes. Van de groepen die zijn opgeheven: te weinig personeel. Een houten keukentje staat onaangeroerd in de hoek.

Het personeelstekort in de kinderopvang is nijpend. Op de vestiging waar De Waard werkt, met 120 kinderen op de dagopvang en 70 op de buitenschoolse opvang, staan zeven vacatures open, sommige al zes maanden. Bij heel Kindergarden, met 73 vestigingen in het land, zijn het er 250 – een achtste van het aantal medewerkers. In de hele branche zijn naar verwachting de komende vijf jaar nog eens 32.000 extra medewerkers nodig: 9.000 door een toename in het aantal geboren baby’s en 23.000 door beleid dat in het coalitieakkoord is afgesproken, zoals het gratis maken van de kinderopvang.

Het tekort zorgt voor dilemma’s, vertelt De Waard. „Wij hechten enorm aan pedagogiek, aan kwaliteit en veiligheid. Dat is waarom ik hier graag werk. Ik neem dus niet zomaar iedereen aan. Maar we zijn óók een contract met ouders aangegaan over aantal uren opvang; dat wil ik ook waarmaken.”

Daarom is vorig jaar, toen de personeelsproblemen zo groot werden dat er een tijdelijke aanmeldstop kwam én twee groepen werden gesloten, besloten toch met zelfstandigen, zzp’ers, te werken. Tegen de filosofie van de organisatie in. „Ik heb er mijn bedenkingen bij”, zegt De Waard. „Zzp’ers zijn een fijne kortetermijnoplossing waardoor we ouders kunnen voorzien van opvang. Maar zij hebben niet hetzelfde dna als onze medewerkers. Kinderen zien bovendien veel wisselende gezichten. En ik vind het moeilijk dat mensen die superloyaal zijn en al heel lang bij ons werken, veel minder verdienen dan een zzp’er.” Een zzp’er verdient zo’n 45 euro per uur, tegen zo’n 20 euro voor een vaste medewerker.

Ik heb mijn bedenkingen bij het inzetten van zzp’ers. Ze zijn een fijne kortetermijnoplossing, maar ze hebben niet hetzelfde dna als onze medewerkers

Linsey de Waard Kindergarden

Het zzp’erschap is dan ook in trek. Op de locatie van De Waard zijn dit jaar 22 pedagogisch medewerkers gestopt. De meesten omdat ze naar een andere branche gingen, maar de vaakst genoemde reden daarna: voor mezelf beginnen. „Vorig jaar dacht ik: er zijn geen mensen”, verzucht De Waard. „Nu denk ik: ze zijn er wél, ze werken alleen allemaal als zzp’er.”

Op het hoofdkantoor van Kindergarden – dat onderdeel is van de Amerikaanse kinderopvanggigant Bright Horizons, met vorig jaar een omzet van 1,8 miljard dollar – werken inmiddels vijf recruiters in plaats van twee, vertelt HR-manager Sanne Soudant. „We zitten er iedere dag bovenop. We zetten videovacatures in, zijn heel actief op sociale media, loven wervingspremies uit. We bieden leerwerktrajecten aan en zetten vol in op zij-instromers. Als je op onze website komt, word je meteen naar binnen gezogen en voor je het weet heb je binnen een week een contract.”

De „grote leegloop” van mensen begon in april 2021 in Amsterdam, zegt Soudant. „Het verspreidde zich als een soort olievlek over het land en alle kinderopvangorganisaties.”

De groepsruimtes van Kindergarden zijn sober ingericht, in rustige kleuren, alles van hout. „Niet te veel prikkels, dat hoort bij onze visie”, zegt De Waard enthousiast. Er is een grote tuin vol schaduw en groen, een knutselatelier, een gymzaal, een bibliotheek. Twee professionele koks bereiden volkorenpasta met groente in de keuken, voor de lunch.

Linsey de Waard (links) van Kindergarden. Foto Olivier Middendorp

De Waard begon hier als stagiair. Het was „een warm bad”, zegt ze, ze voelde zich meteen thuis. En een heel andere tijd. Ze was, met een ander uit haar klas, de enige die na haar stage direct een baan kreeg aangeboden.

Nu is de krapte zo groot dat in het najaar soms maar één vaste medewerker op een groep staat. De rest: zzp’ers. Het verhoogt de werkdruk voor vaste krachten enorm. „Die kennen de schema’s van de kindjes, hun allergieën. Het ene kindje moet je drie keer over zijn bolletje aaien voordat hij kan slapen, het andere kindje kan niet zonder zijn konijn. Dat soort dingen kun je niet overlaten aan zzp’ers. Dat is onveilig.”

Een neveneffect is dat kindjes zich nu vaak allemaal aan dezelfde medewerker hechten: met het gezicht dat ze het vaakst zien.

Wat niet helpt: de soms onnavolgbare regels voor kwalificatie voor de kinderopvang. Wie pedagogische wetenschappen studeert, moet eerst een zij-instroomtraject volgen van negen weken voordat hij voor een groep mag staan. En wie de hbo-studie social work doet, mag alleen op de buitenschoolse opvang staan. „Als die opleiding wordt toegevoegd, heb ik er zo tien stagiairs bij”, zegt De Waard. „En daar kan ik dan weer vaste krachten uit werven. Je hebt echt wel kennis nodig, maar je leert dit vak ook door te doen.”

Voor de continuïteit, zegt ze, zou het goed zijn zzp’ers langere tijd in te huren. Maar dan doet ze de voordelen die vaste medewerkers nu hebben de das om. „Zij kunnen een band opbouwen met de kindjes, met hun collega’s, met de visie van de opvang. Ik wil juist dat het aantrekkelijk is om in vaste dienst te zijn.”

Daar probeert Kindergarden van alles aan te doen. Er is een feest, een jaarlijks teamuitje, een welkomstcadeau, een forse cadeaubon voor Kerst. Maar het grootste cadeau zijn de kinderen zelf, zegt De Waard, en ze glimt als ze het zegt. „Er zijn zó veel verschillende kinderen, en die karaktertjes zitten er als baby al in. Het is heel leuk om hun groei te zien. Ook als medewerker voel je je trots als het een dreumes ineens lukt om zijn broek zelf aan te trekken.

„Ik haal veel energie uit deze functie”, vervolgt ze, „maar sinds een jaar is het weleens demotiverend. ’s Morgens vroeg sta ik al strak. Dan ben ik aan het puzzelen: er moeten nog twee kindjes afvallen om open te kunnen; als er een ziekmelding is heb ik een probleem en begin ik de dag met teleurgestelde ouders…

„Ik ben verantwoordelijk voor het personeel, maar ik heb ook geen antwoord op hoe we dit moeten oplossen.”

Lees verder…….