‘We zijn positivo’s, maar weten dat het leven geen Fantastico-show is’

Maartje: „Ik ken Rutger van de hockeyclub hier in Den Haag.” Rutger: „Ik zocht iemand voor de TD-commissie. TD betekent Thé Dansant, oftewel hockeyfeest. Toen zag ik Maartje en heb ik haar daarvoor gevraagd.”

Maartje: „We konden het goed met elkaar vinden. Rutger had al vrij snel zoiets gezegd als ‘jij bent de moeder van mijn kinderen’. Maar ik weet niet hoe serieus dat was, hij heeft nogal een vlotte babbel. In elk geval heeft het nog wel anderhalf jaar geduurd voordat we wat met elkaar kregen.”

Rutger: „Dat was tijdens corona, ruim drie jaar geleden.”

Maartje: „Ik heb aanvankelijk wel reacties gekregen over het leeftijdsverschil. Zo van: ‘Wat doe je met zo’n oude vent?’ Want Rutger is achttien jaar ouder. Zelf heb ik er ook wel over getwijfeld. Ik dacht: hij gaat waarschijnlijk eerder dood dan ik, dus dan ben ik daarna nog een tijd alleen. Mijn ouders moesten er ook een beetje aan wennen. Maar nu zien ze de liefde en weten ze dat ik gelukkig ben.”

Rutger: „Maartje gaf al snel aan dat ze kinderen wilde. Dat was een absolute voorwaarde. En ik wilde juist heel graag nog een kind. Ik had het al eens eerder meegemaakt. Dat was een heel leuke en bijzondere tijd, dus ik wilde het graag nog een keer.”

Maartje: „Onze dochter Guus is nu achttien maanden.”

Rutger: „En mijn dochter Olivia uit een vorig huwelijk is twintig. Zij probeert één dag per week bij ons te zijn.”

Chef keuken

Maartje: „Rutger gooit alles bij mekaar in de wasmachine, dus dat kan ik niet aan hem overlaten. Ik ben hoofd was.”

Rutger: „Ik ben chef keuken.”

Maartje: „Rutger kan goed koken, maar ik vind dat hij te veel crème fraîche en zout door het eten gooit. Dat is hij nu aan het afleren. Sinds kort gaat er nog maar 100 gram crème doorheen in plaats van 200.”

Rutger: „Maartje kookt meer volgens recept.”

Maartje: „Bij een maaltijdbox bijvoorbeeld volg ik gewoon de instructies. Rutger maakt er iets heel anders van.”

Rutger: „Ik kook meer uit de vrije hand.”

Maartje: „Ik ben HR-adviseur in een Delfts ziekenhuis. We hebben te kampen met personeelstekorten en die dreigen alleen nog maar groter te worden. Ook is er veel ziekteverzuim. Tijdens de pandemie was er applaus voor mensen in de zorg. Die maatschappelijke waardering brokkelt nu weer af. Dus het is belangrijk dat we ons best blijven doen om het werk in deze sector aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door interne opleidingen en flexibele werktijden.”

Rutger: „Ik werk als dj en presentator-entertainer op grote sportevenementen zoals de Formule 1 in Zandvoort. Dat is een uit de hand gelopen hobby. Ik stond al op mijn elfde plaatjes te draaien op een feestje in Roosendaal, waar ik ben opgegroeid. Daarna heb ik nog lang in loondienst gewerkt, bij verschillende bedrijven. In het weekend trad ik op. Nu ben ik fulltime ondernemer.”

Maartje: „Rutger is heel positief en enthousiast.”

Rutger: „We zijn op de wereld om het leven mooier te maken.”

Maartje: „Maar hij maakt slechte grappen. Als hij die op het podium maakt, wordt er wel om gelachen. Hier thuis niet.”

Rutger: „De mensen zijn vaak in een goede stemming op zo’n evenement, dus dan lachen ze wat sneller.”

Maartje: „Op maandag, dinsdag en donderdag ga ik naar het ziekenhuis. Daar werk ik dan van 7.45 tot 17.30 uur. Vrijdag werk ik thuis en woensdag ben ik vrij.”

Rutger: „Ik ben elke maandag en dinsdag met Guuske. Vanaf donderdag à vrijdag moet ik vaak werken, meestal tot en met zondag. Dus het is elke week een beetje puzzelen. Maartje heeft een grote kalender waarop ze de planning uitwerkt.”

Schaatsweekend

Maartje: „We zijn allebei van nature geen planners, maar we moeten het wel zo doen.”

Rutger: „We proberen elkaar af te wisselen.”

Maartje: „Soms is Rutger een paar dagen weg, bijvoorbeeld als hij moet optreden op een schaatsweekend in Heerenveen. Dan heb ik Guus het hele weekend alleen.”

Rutger: „Ik sta dan maandagochtend wel weer vroeg op voor Guus, ook als ik nog moe ben van het weekend.”

Maartje: „Soms heb ik iets te weinig tijd voor mezelf.”

Rutger: „Gelukkig hebben we Maartjes fantastische ouders, die veel oppassen. Mijn eigen ouders willen ook wel, maar zijn helaas te ver op leeftijd. Die steunen vooral mentaal.”

Maartje: „Vorige zomer ben ik vier dagen naar Lowlands geweest. Dat was heerlijk. Even geen moeder zijn.”

Rutger: „Het is zoeken naar een balans met elkaar. We zijn allebei positivo’s, maar weten ook dat het leven niet één grote Fantastico-show is. We moeten er hard voor werken en niet alles gaat perfect. Het glas is altijd driekwart vol.”

Maartje: „Voor Guus hopen we dat ze het enthousiasme en het doorzettingsvermogen heeft van Rutger…”

Rutger: „En de skills van Maartje.”

Maartje: „Rutgers houding is: ‘Nee heb je, ja kun je krijgen.’ Laatst bij een loket zeiden ze dat het twee weken zou duren. Toen wist Rutger te regelen dat we toch meteen terechtkonden. Hij is handig, op een respectvolle manier. En charmant. Soms heeft hij zin om samen een avondje uit te gaan, maar zie ik allemaal bezwaren. Dan wil hij die een voor een bespreken, totdat ze allemaal afvallen.”

Rutger: „En wat is het resultaat? Een leuke avond!”