De Verenigde Staten kunnen voortaan banken die Rusland helpen bij het financieren van de oorlog in Oekraïne op een sanctielijst plaatsen. Deze financiële instellingen zullen dan geen toegang meer hebben tot het Amerikaanse financiële systeem. Dat berichtte de Financial Times vrijdag nadat het Amerikaanse ministerie van Financiën dit in een ingezonden stuk in de krant bekendmaakte.
Onder meer het financieren van de Russische chipsector, chemische bestanddelen en optische systemen is volgens het decreet van president Joe Biden de reden voor sancties. Volgens de FT hebben de Amerikanen geconcludeerd dat het nodig is om de Russische oorlogsmachine via de financiële sector af te knijpen: het idee is dat Rusland zo moeilijker over bepaalde technieken kan beschikken.
Veel westerse banken zijn al uit Rusland vertrokken, maar niet allemaal. Zo is het Oostenrijkse Raiffeisen nog uitgebreid aanwezig, evenals het Italiaanse UniCredit en het Hongaarse OTP. Of deze banken ook de sectoren financieren waar nu sancties op komen te staan is niet bekend.
Volgens de Financial Times hebben de Amerikanen al eerder bij Raiffeisen informatie opgevraagd over de activiteiten in Rusland. De bank stelt niet zomaar weg te kunnen uit Rusland omdat het Kremlin zou moeten instemmen met een verkoop van de Russische onderdelen. Ruim de helft van de winst van Raiffeisen komt uit Rusland.
De meeste banken die naar verluidt de Russische oorlogsactiviteiten financieren zijn Chinees, zoals de China Construction Bank en de Agricultural Bank of China. Zij hebben hun marktaandeel de afgelopen tijd vergroot, nadat veel westerse financiële instellingen Rusland verlieten. Deze Chinese banken afsluiten van het Amerikaanse systeem zou veel impact kunnen hebben.
Bevroren tegoeden
Het Amerikaanse besluit komt op het moment dat financiële hulp voor Oekraïne internationaal minder vanzelfsprekend wordt. De regering-Biden is daarom actief op zoek naar andere manieren om Oekraïne van hulp te voorzien. De G7 denkt erover na om bevroren Russische tegoeden in beslag te nemen en deze te gebruiken om Oekraïne te steunen.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk willen ook een strengere handhaving van het prijsplafond op Russische olie.
