Vrouwen-Tour niet langer in de schaduw van de mannen

Tour de France Femmes Een vrouwenversie van de grootste wielerkoers ter wereld liet lang op zich wachten. Maar nu is de Tour de France Femmes dan toch begonnen. „Een enorme stap.”

Een peloton van 144 vrouwen rijdt over de Champs Elysées in de eerste etappe in de Tour de France Femmes.
Een peloton van 144 vrouwen rijdt over de Champs Elysées in de eerste etappe in de Tour de France Femmes.

Foto Michael Stelle/Getty Images

Ze hebben nog geen meter gefietst, de 144 vrouwen die zich deze zondagmiddag in de brandende zon naar de startstreep op het Parijse Place de Varsovie begeven, vlak onder de Eiffeltoren. En toch is de eerste overwinning al binnen. Eentje die veel meer waard is dan een gele, groene of een bolletjestrui, en langer zal nazingen dan een dagzege. Deze vrouwen hier markeren een kantelpunt, schrijven geschiedenis, als ze om half twee onder luid gejuich van zo’n duizend toeschouwers – veel jonge meiden – wegdokkeren richting de kasseien van de Champ-Elysées, voor de eerste etappe van de eerste Tour de France Femmes.

Het feit dat ze hier staan, vol in de schijnwerpers, naast en niet in de schaduw van hun mannelijke collega’s die pas over een paar uur beginnen aan de laatste etappe van hun Tour, dat er beelden van hen worden geschoten door mediabedrijven die het eindelijk aandurven om tweeënhalf uur per dag live te gaan en tot in 190 landen te reiken, betekent dat ze hun plek op het hoogste podium veroverd hebben, of herwonnen beter, na jaren waarin ze zich tevreden moesten stellen met een rol in het voorprogramma; de Tour voor vrouwen was sinds 2014 tot een eendaags criterium gedecimeerd.

Het was logistiek onmogelijk om twee Tours tegelijkertijd te organiseren, zei wedstrijddirecteur Christian Prudhomme dan. Hij wist in elk geval niet hoe. En bovendien viel er voor organisator ASO geen droog brood te verdienen aan een vrouwen-Tour. De investering zou zich niet terugverdienen. Dat had het verleden wel uitgewezen. Het is een weg van grote weerstand geweest die vrouwen in de oerconservatieve wielersport hebben moeten afleggen.

Financieel niet interessant

De allereerste Tour voor vrouwen werd georganiseerd in 1955, meer dan een halve eeuw na de eerste editie voor mannen. Het bleef decennia bij die ene jaargang, omdat het mannelijke establishment het geen succes vond. „Vrouwen zullen zich moeten beperken tot toeristische fietsevenementen” schreef l’Equipe destijds, de Franse sportkrant die de Tour in 1903 bij wijze van publiciteitsstunt was begonnen. „Dat sluit beter aan bij hun fysieke mogelijkheden.” Het zou nog bijna dertig jaar duren voor vrouwen een nieuwe kans kregen op een wielerronde door Frankrijk.

Van 1984 tot en met 1989 was er de Tour de France féminin, een volwaardige rittenkoers van bijna drie weken die werd gehouden in het zog van de mannen, op veelal hetzelfde parcours. Maar Jean-Marie Leblanc, de toenmalige directeur van de Société du Tour de France, oordeelde dat de wedstrijd financieel niet interessant was en hield er in 1993 maar mee op. Jeannie Longo, meervoudig wereldkampioene en olympisch kampioene, liet het er niet bij zitten. Terwijl ze zelf nog koerste, organiseerde ze samen met oud-journalist en schrijver Pierre Boué aanvankelijk de Tour cyclisme féminin en vanaf 1998 la Grande Boucle féminine, omdat de Tour-organisatie het vanaf dat jaar verbood om het woord ‘Tour’ nog langer te gebruiken voor de vrouwenwedstrijd.

Ook het begrip ‘maillot jaune’ werd verboden, omdat de organisator van de mannen-Tour niet met de vrouwen geassocieerd wilde worden. De rittenkoers werd in de jaren die volgden steeds verder ingekort tot er in 2009 nog maar vier schamele ritten overbleven. Rensters die een grote ronde wilden rijden, konden alleen nog terecht in Italië, bij de Giro Donne, publicitair niet met de Tour te vergelijken.

Het hield toch al niet over in het vrouwenwielrennen in die jaren. De sport had amper publiciteitswaarde, omdat wedstrijden zelden of nooit op televisie te volgen waren. Grote bedrijven lieten het daardoor na om in ploegen te investeren. Verhalen over rensters die geld toe moesten betalen om trainingsstages en hun eigen materiaal te bekostigen, waren overal te horen. Vooral op het niveau net onder de top. Maar ook bij het grote Rabobank-Liv verdiende een niet onverdienstelijke renster als Roxane Knetemann amper 500 euro per maand.

Het was alleen de absolute top die het zich kon veroorloven fulltime voor hun sport te leven. En dat kwam het niveau van het vrouwenpeloton in de breedte niet ten goede. Er was meer nodig om de sport naar een volgend niveau te krijgen. Een vrouwen-Tour kon helpen, aangezien het de enige wielerwedstrijd is die de hele wereld overgaat, en dus aantrekkelijk is voor sponsoren. Maar de Amaury Sport Organisation (ASO) weigerde met de tijd mee te bewegen.

Verplicht minimumsalaris

In 2013 werd een petitie van onder andere Marianne Vos om een vrouwen-Tour terug op de kalender te krijgen bijna honderdduizend keer ondertekend. De ASO reageerde het jaar erop met de lancering van La Course, een eendaagse tijdens de Tour voor mannen, over de Champs-Elysées, een wedstrijd geschikt voor sprintsters. In 2017 en 2018 was er meer spektakel, met een spannende finish op een Alpencol. Maar het bleef lange tijd bij dat ene ritje tijdens de Tour voor mannen.

In 2016 begon er wat aan de arbeidsomstandigheden van wielrensters te veranderen, na lobbywerk van onder andere Iris Slappendel, een oud-coureur die met haar Cyclists’ Alliance bij de internationale wielerbond UCI bleef hameren op betere voorwaarden. Er kwam een Women’s World Tour, een hoogste divisie, waarin het teams verplicht werd een minimumsalaris uit te keren aan hun rensters; 15.000 euro per jaar in 2020 is inmiddels gegroeid naar een minimum jaarloon van 32.500 euro. Dat geldt voor de zeventien ploegen van het hoogste niveau, maar er zijn, ook in deze Tour, nog altijd rensters die parttime topsport bedrijven, en ernaast moeten blijven werken. Er was een pandemie en een existentiële crisis in de wielersport voor nodig om de organisatie van de Tour ervan te overtuigen nieuwe samenwerkingen aan te gaan.

In het voorjaar van 2020 was de mondiale wielersport volledig stilgevallen door het coronavirus en ook de Tour dreigde niet door te gaan. Het Amerikaanse bedrijf Zwift, dat software ontwikkelt waarmee wielrenners digitaal vanuit huis met elkaar kunnen wedijveren of trainen, bood aan om in die lege maanden een virtuele Tour te organiseren. Zo was er toch nog iets van exposure in tijden zonder koers. De virtual Tour de France was een groot succes, met 16 miljoen kijkers verspreid over een kleine week. En het opmerkelijke: er keken meer mensen naar de vrouwen dan naar de mannen, vertelt Kate Verroneu, directeur vrouwenstrategie bij Zwift.

Het was op dat moment dat de ASO inzag dat een vrouwenversie van de grootste wielerkoers ter wereld nog niet zo’n gek idee was. Wat hielp was dat Zwift de financiële risico’s wilde dragen. De ASO leent alleen het merk uit. Zwift heeft zich voor vier jaar aan de vrouwen-Tour verbonden. De deal werd anderhalf jaar geleden in Parijs beklonken. „Deze samenwerking kost meer dan een kop koffie, en minder dan een voetbalclub”, zegt Verroneau via Zoom. „We hebben kosten noch moeite bespaard.”

Het resultaat is een eerste ronde door noordoost-Frankrijk van acht etappes, nog altijd ver verwijderd van de Tour de France voor mannen. We moeten duurzaam gaan groeien, zegt Kate Verroneau van Zwift, „maar niet overhaast.”

Een mooi startpunt

Lizzie Deignan, vorig seizoen de winnares van de eerste Parijs-Roubaix voor vrouwen, zegt pas tevreden te zijn met een Tour van drie weken. „Maar ik moet ook realistisch zijn; dat zou te snel zijn. Acht etappes is oké voor nu. Een deel van het peloton zal drie weken nog niet aan kunnen. Dat heeft tijd nodig. Ik denk dat we over vijf jaar een volwaardige Tour zullen hebben.”

Voor Annemiek van Vleuten, gestart als grote favoriet, had de Tour nú al drie weken mogen duren. „Ik ben daar klaar voor. Maar ik weet ook wel dat niet iedereen dat aankan. Dit is vooral een mooi startpunt. Ik denk dat de Tour gaat zorgen voor meer sponsoren. En dat geld gaat ook de kleinere ploegen helpen. Voor volgend jaar hoop ik op meer etappes in de Alpen of de Pyreneeën. Dat is een volgende mijlpaal.”

Marianne Vos, ’s lands meest succesvolle renster aller tijden, noemt de Tour voor vrouwen „een enorme stap, een van de vele stappen die we de afgelopen vijftien jaar hebben gezet in het vrouwenwielrennen”. Maar bij de gele trui voelt ze nog niet zo veel, zegt ze vrijdag vanuit de teambus onderweg naar Parijs. „Toen ik als meisje met mijn ouders en broer op vakantie ging naar Frankrijk om twee weken naar de Tour te gaan kijken, zag ik alleen maar mannen voorbij komen. Dus de gele trui is voor mij nooit een doel geweest. Dat begint eerlijk gezegd nu pas te kriebelen.”

Zij zal het rolmodel zijn dat ze zelf nooit had. En met haar nog 144 vrouwen; pioniers van de koers. Winnaressen aan start én finish.

De Nederlandse Lorena Wiebes (Team DSM) komt juichend over de finish in de eerste etappe in de Tour de France Femmes. Marianne Vos eindigt als tweede.
Foto Matthieu Mirville/ZUMA Press Wire

Lees verder…….