Vince Mendoza is met het zwierige jazzalbum ‘Olympiërs’ even terug bij het Metrolope Orkest

Recensie Muziek

Van houtblazers en koper tot ritmesectie: componist en arrangeur Vince Mendoza was er bij zijn aanstelling in 2005 als chef-dirigent bij het symfonische pop- en jazzorkest Metropole Orkest al van onder de indruk hoe „krachtig” deze groep musici is in het spelen van jazz. Hoe de strijkers alle ritmes aankonden die hij voor ze schreef. Hoe frasering in het jazzidioom begrepen werd. Hoe elke sectie sterke improvisators heeft.

Hij leidde, reizend vanuit Los Angeles, het orkest jaren door hoogwaardige jazzprogramma’s. Sinds 2013 doet hij dat minder intensief als honorair dirigent. De Britse dirigent Jules Buckley nam het over met meer dynamische popbewerkingen samen met grote sterren. De liefde voor jazz is echter onverminderd groot gebleven.

Het album Olympians is dan ook Mendoza’s zwierige en triomfantelijke viering van het Metropole – stuk voor stuk ‘Olympiërs’ wat hem betreft. Het coronavacuüm met lege agenda’s leverde tijd op voor verdieping. Mendoza kamde met het orkest vaak uitgevoerde stukken nog eens uit, extra aangespoord door co-producer drummer Martijn Vink. Zoals de soepel door gitaar gestuurde (Peter Tiehuis) Mendoza klassieker ‘Miracle Child’

De verzameling gaat van groovy vrolijk tot weloverwogen, opgedreven spanning. Mendoza mengde, verschoof en brak partijen vernuftig open. De filmische allure in ‘Lake Fire’ met saxofonist David Binney springt eruit. Maar de orkestrale jazz kan bij Mendoza ook van een zekere berusting zijn. De tamelijk plechtige manier waarop zangeres Dianne Reeves ‘Esperanto’ begint, smelt zachtjes weg in haar scats. ‘House of Reflections’ is door Cécile McLorin Salvant van een verhalende elegantie.

Het verhaal van Olympians slingert langs verschillende tijdperken. Nergens slaapt het in. ‘Bright Lights and Jubilations’ (live in Amsterdam) is dan ook het fiere uitroepteken.

Lees verder…….