Utrechtse amateurs nemen het na Ajax op tegen SC Cambuur: ‘De hele wereld kent Hercules nu’

‘Ik heb nog wat voor je!” „Mijn krat bier?” „Nee, een kerstkaartje. Uit Rotterdam”. Mats Grotenbreg (25), verdediger, grijnst als de barman hem vanachter de toog een verlate kerstgroet overhandigt. ‘Je hebt mijn dag gemaakt en je kunt altijd gratis drinken in Rotterdam, groeten van een Feyenoorder.’

Even later krijgt Grotenbreg zijn, door Jupiler gedoneerde, krat bier. Achter zijn naam, en die van de tweemaal scorende spits Tim Pieters, staan de minuut en het doelpunt op de zijkant gegraveerd. Hercules 3 – Ajax 2. Ter herinnering aan misschien wel de grootste stunt ooit in het bekertoernooi.

Het is dinsdagavond en over twee dagen staat Hercules tegenover SC Cambuur in de achtste finale van de KNVB-beker. De laatste training voor die wedstrijd is zojuist afgelast. Sneeuw en ijs zorgen voor een te groot risico op valpartijen. Hoofdtrainer René van der Kooij, die voor de cameraploeg van Hart van Nederland even plaatsneemt op het veld waar de jeugdspelers onder 17 wél trainen, twijfelt zichtbaar over het besluit.

„Ik ben, als controlfreak, enorm in de stress.” De jongens zijn fit, vindt hij, maar graag had hij ze nog wat tactiek laten oefenen. De nacht hiervoor is hij met zijn staf tot twee uur opgebleven om wedstrijden van SC Cambuur te analyseren. Vol van adrenaline slaapt hij de afgelopen weken weinig. „Wij zijn nu óók even een profclub en willen niks aan het toeval overlaten.”

Extra aandacht

De Utrechtse Sportvereniging Hercules transformeerde de afgelopen weken voor zijn ogen, vertelt Van der Kooij. Sponsoren meldden zich, supporters langs de zijlijn verdubbelden in aantal en wedstrijdkaarten, sjaals en andere Hercules-souvenirs waren in een mum van tijd uitverkocht. „De beleving is immens.” Zo hadden zich, op die ochtend na de overwinning op Ajax, honderd kinderen op de vereniging verzameld, voor een foto en handtekening van de spelers.

„Als je nu over straat loopt met een Hercules-trainingsbroek word je gewoon aangesproken”, vertellen de jongens van het onder 17-team, terwijl ze naar de kleedkamers lopen. Ze zijn trots, natuurlijk, en genieten van de extra aandacht langs het veld en daarbuiten. „Mensen zeggen: we hebben jullie clublegende Tim Pieters gezien. Het heeft onze naam goed gedaan, de hele wereld kent Hercules nu.”

En hun verklaring voor de winst tegen Ajax? „Wij waren écht een team en ze hebben ons onderschat”, zegt Marco Levering (16). „Zij zijn het ‘grote Ajax’, maar met dit Ajax kan alles gebeuren”, vult medespeler Arthur Hagens (16) aan. „Ze kunnen óók gewoon verliezen.” Of er nog iets veranderd is sinds de overwinning? „Opeens hebben we warme douches”, lacht de groep. “Die waterleiding is nu wel gerepareerd.”

Geen doorsneevereniging

Het was afgeladen, die donderdagavond in de Hercules-kantine, memoreert Maykel Tak, vanachter zijn bar. „En om half twaalf was het bier op.” Dus vertrok de meute naar café De Potdeksel in het centrum. „We hebben de eigenaar, Chris, nog even gebeld: er komt een paar honderd man naar je toe. Dus hij moest snel wat mensen voor de deur regelen, het was drukker dan met Koningsdag.”

Zelf is Tak dertig jaar vrijwilliger bij Hercules. Geen doorsneevereniging, vindt hij. „We zijn geen volksclub. Vroeger was er zelfs een ballotagecommissie aan wie je moest uitleggen wie je vader en moeder waren.” Dokters, juristen en advocaten werden toegelaten, maar „met een moeder als schoonmaker kwam je niet zo snel binnen”, meent Tak.

De keuring verdween, maar het oude imago is blijven hangen. „Dat deftige zie je nog wel bij de vaste schare van oudere Herculanen. Op het moment dat er iets gebeurt, corrigeert men elkaar hier. Ik kan me geen vechtpartijen heugen, dat tolereren we niet. En we zijn ook géén club, maar een vereniging van ruim drieduizend leden.” Naast voetbal, wordt er tennis, badminton en cricket gespeeld.

Het ietwat bekakte imago van Hercules klopt wel, beaamt verdediger Mitchell Zwart (29). Een groot deel van zijn medespelers studeert of is theoretisch geschoold en heeft beroepen als toxicoloog, jurist of psycholoog. Zelf sloot hij zich pas op zijn 25ste bij de vereniging aan, toen hij naar Soesterberg verhuisde voor zijn werk bij de KNVB. „Ik wilde vrienden maken, en dat doe je via het voetbal.”

Complete gekte, noemt hij de afgelopen weken vol media-aandacht en plotselinge bekendheid. „We waren deze maand op trainingskamp in de buurt van Málaga. Op het vliegveld daar kwam een Ierse man naar ons toe en vroeg: zijn jullie die club die Ajax heeft verslagen?”

Hij scrolt door de groepsapp van zijn team en laat de tientallen filmpjes, foto’s en screenshots van mediaberichtgeving, signeerverzoeken en gefeest zien. „Zelfs mijn ouders worden er in de supermarkt op aangesproken.”

Hercules-trainer René van der Kooij dinsdag aan het werk.
Foto Olivier Middendorp

Studeren en werken

Voor een enkeling in het team geeft de 3-2 tegen Ajax extra brandstof om de droom van professioneel voetballer zijn, te verwezenlijken. De negentienjarige middenvelder Jordi Paulina uit Odijk is daar een van. Glunderend toont hij een TikTok-filmpje van zijn kunsten tegen Ajax, dat hij zelf heeft gemonteerd en veertigduizend likes kreeg. „Lekker aan het scheuren, Jordi”, zeggen de reacties.

De ochtend na de wedstrijd in Stadion Galgenwaard, toen Paulina zijn psychologietentamen maakte, stroomden de verzoeken op Instagram binnen. „Dit is nieuw voor mij”, vertelt hij, „maar ik heb aanbiedingen van Eredivisieclubs”. Donderdag tegen SC Cambuur wil hij „weer vlammen”.

Hercules speelde afgelopen zondag, in de derde divisie, 2-2 tegen stadgenoot Kampong. Nu staat het gehele team staat weer op scherp. „Zó goed zijn we dus ook weer niet”, klonk het in de teambespreking dinsdagavond.

Voor ‘matchwinner’ Mats Grotenbreg waren de eerste paar dagen na Ajax weliswaar „een roze wolk”, hij blijft niet „wekenlang dromen”. „Er moet ook weer gewerkt worden”, zegt hij met een lach. Als zzp’er in de bouw heeft hij deze donderdag 26 afspraken in zijn agenda staan. „Dat wordt vroeg beginnen, ik denk een uur of zeven.”

En de krat bier? „Die gaat dit weekend wel op. Zondag ben ik jarig, en dan vul ik hem weer aan, want het blijft bijzonder.”