‘Tegen jonge activisten hebben Afrikaanse regimes steeds meer repressie nodig’

Protesten bij de inauguratie van de Keniaanse president William Ruto in september 2022.


Foto Brian Inganga/AP

Interview

Protest Overheden in Zimbabwe, Nigeria, Oeganda, Kenia en Kameroen treden steeds repressiever op om de mondige bevolking te beteugelen.

De oproerpolitie, bewapend met geweren, wapenstokken en traangas, deed er maandag alles aan om journalisten te weren bij de rechtszaal in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare. Daar kwamen vijfentwintig activisten van de oppositie voor die dit weekend zijn opgepakt. De beschuldiging: het houden van een „illegale bijeenkomst” in het huis van een oppositielid van de partij Citizens Coalition for Change. Volgens mensenrechtenorganisaties heeft regeringspartij Zanu-PF, aan de macht sinds de onafhankelijkheid in 1980, in aanloop naar de verkiezingen dit jaar een „campagne van geweld” gelanceerd.

Vorig jaar telde Zimbabwe volgens het multimediale platform ZAM 2.160 mensenrechtenschendingen. Repressie door de staat neemt sinds 2017 gestaag toe in Zimbabwe, Oeganda, Nigeria en Kameroen, blijkt uit data-onderzoek en interviews die ZAM in samenwerking met lokale journalisten deed. Doelwitten zijn onder meer activisten, onafhankelijke kiezers, intellectuelen, journalisten en demonstranten. Tactieken zijn intimidatie en mishandeling, ontvoering, marteling, verdwijning, langdurige opsluiting, nieuwe wetten en digitale surveillance.

Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en lokale ngo’s. In Oeganda en Kenia is voor een aantal jaren geen betrouwbare data, maar dat betekent niet dat er geen schendingen plaatsvonden. Het aantal slachtoffers is overigens groter dan het aantal schendingen: als een groep wordt aangevallen, wordt dit meegeteld als één geval.

Ook Elizabeth BanyiTabi, de Kameroense journalist die meewerkte aan het onderzoek, moet voorzichtig zijn. „Vijf jaar geleden studeerde ik politieke wetenschappen. De Engelstalige Kameroense diaspora hield op dat moment een online campagne. Ik kreeg een vriendschapsverzoek op Facebook van iemand die vroeg wat ik vond van de marginalisatie van Engelssprekenden in Kameroen”, vertelt ze. Ze schrok, wetend dat ambtenaren zich kunnen voordoen als bondgenoten om ‘onruststokers’ in de val te laten lopen. Ze hield wijselijk haar mond.

Dit onderzoek naar repressie richt zich op vijf landen: Nigeria, Kenia, Kameroen, Zimbabwe en Oeganda. Waarom deze landen?

„In deze landen is een nieuwe generatie activisten opgestaan die het zat is dat er niets verandert. Een bewuste, jonge, digitale bevolking in de steden die weigert corruptie, kleptocratie en het gebrek aan ontwikkeling te accepteren. Dus gebruiken regeringen steeds meer repressie om hun macht te behouden. Deze landen kennen veelal leiders die hun macht niet willen afstaan. Iemand zei tegen mij: ik ben veertig jaar en ken sinds mijn geboorte geen andere president dan Paul Biya [van Kameroen, sinds 1982 aan de macht]. De president van Oeganda zit er sinds 1986.”

In ruim een derde van de 54 landen op het continent zijn verkiezingen dit jaar. Je ziet aan de cijfers dat in sommige landen vóór en na het verkiezingsjaar mensenrechtenschendingen toenemen, maar niet tijdens de verkiezingen. Hoe komt dat?

„De campagneperiode gaat altijd gepaard met geweld. Maar tijdens de verkiezingsperiode willen sommige landen juist in een goed blaadje komen. Die lopen op hun tenen, omdat er waarnemers meekijken. En dan gaat het geweld door nadat de verkiezingsresultaten bekend zijn. Als er sprake is van een vervalste overwinning, zal de bevolking uit onvrede de straat op gaan. De winnaar zal die protesten natuurlijk neerslaan. Hiervoor vrezen we ook in Nigeria, waar volgende maand verkiezingen zijn.”

Sociale media maken dit soort repressie transparanter, maar vormen ook een gevaar, toch?

„Ja, sociale media zorgen ervoor dat burgers zien welke vrijheden mensen in andere landen hebben en eisen daardoor meer van hun leiders. En ze kunnen daders verantwoordelijk houden voor overtredingen door die te filmen of op andere manieren vast te leggen. Maar autoritaire regimes kunnen sociale media ook gebruiken om activisten op te sporen. De overheid heeft een surveillancesysteem, zeker bij journalisten. Als ik iets opzoek op Google, is te traceren waar ik ben. Daarnaast verspreidt de overheid online propaganda. Regimes betalen mensen om groepen tegen elkaar op te zetten. Verdeel en heers.”

Een positief verhaal is Kenia, waar rond de verkiezingen vorig jaar minder geweld was dan tijdens de verkiezingen van 2017.

„Dat klopt, een andere trend van de afgelopen jaren is de peace approach. Burgers zijn minder bezig met iemand de schuld geven, maar met het zoeken naar oplossingen. Kenia heeft een geschiedenis van crises en ik denk dat de bevolking dat beu is en nu op zoek is naar stabiliteit. Maar hoewel het beter gaat in Kenia, zijn ook daar repressieve wetten en surveillance toegenomen.”


Lees ook: Oeganda knevelt sociale media. ‘We lijden vandaag, maar zullen morgen vrijheid kennen’

Over het hele continent is een golf van nieuwe of aangepaste wetten ingevoerd, die de vrijheid van meningsuiting steeds verder onder druk zet. Ogenschijnlijk normale wetten, die zo breed geformuleerd zijn dat burgers bijna niets meer mogen. Bijvoorbeeld de regulering van „cyberstalking” in Nigeria en de computermisbruikwet in Oeganda waarmee de regering zichzelf het recht geeft om critici zonder pardon op te pakken. En het verbod op witwassen dat wordt misbruikt om de financiering van activistische groepen de nek om te draaien. Het gebruik van wetten geeft aan dat overheden zich bewust zijn van de noodzaak „een laagje democratie te behouden”, uit angst geen geld meer te ontvangen van buitenlandse donoren, schrijven de onderzoekers.

Er is ook kritiek op buitenlandse financiële steun, die zou deze autocraten faciliteren. Moeten landen hiermee stoppen?

„Nee, het is niet zo eenvoudig als stoppen met geld geven, want dit geld is nodig voor de ontwikkeling van het land. Het probleem is dat er veel geld wordt verduisterd, zoals met de coronafondsen [in Kameroen werd zo’n 309 miljoen euro gestolen, in Zimbabwe 55 miljoen euro]. Daarom is de beweging Stand Up For Cameroon, onder leiding van activist en politicus Kah Walla, zo populair. Zij hield een petitie om het IMF [Internationaal Monetair Fonds] te dwingen regeringen die geld ontvangen rekenschap te laten afleggen. Als het niet duidelijk is waar het geld naartoe gaat, mag een land geen steun krijgen, vindt zij. Tot nu toe heeft het IMF niets met de petitie gedaan.”

Het volledige onderzoek is vanaf woensdag 18 januari te lezen op www.zammagazine.com.


Vijf activisten die Afrikaanse autocraten uitdagen

Zimbabwe

Hopewell Chin’ono

Hopewell Chin’ono (51) is documentairemaker en journalist, voorheen voor de BBC, en won talloze prijzen. Hij bracht in 2020 aan het licht dat de Zimbabwaanse gezondheidsminister Obadiah Moyo geld uit het coronafonds had verduisterd. Er volgde publieke onrust en de hashtag #Zimbabweanlivesmatter ging de hele wereld over. Chin’on steunde de campagne en protesten en werd opgepakt wegens „het aanzetten tot geweld”. Sindsdien zit hij om de haverklap in de gevangenis op grond van steeds andere beschuldigingen.

Nigeria

Omoyele Sowore

Omoyele Sowore (51) is oprichter van de protestbeweging RevolutionNow en uitgever van de kritische nieuwssite Sahara Reporters. Zijn AAC-partij voert nu campagne voor de verkiezingen in 2023. Hij is meermalen gearresteerd vanwege publicaties en protesten. Begin vorig jaar werd hij onderweg naar een rechtszaak gewelddadig beroofd door ogenschijnlijke bendeleden. Activisten zijn steeds vaker het slachtoffer van dit soort aanvallen, wat er volgens de onderzoekers op wijst dat de regering hier in werkelijkheid achter zit.

Kameroen

Kah Walla

Kah Walla (57), echte naam Edith Kahbang Walla, is de voorzitter van de beweging Stand Up for Cameroon, politicus en ondernemer. Ze maakt zich vooral hard voor jongeren en vrouwen. Ook is ze oprichter van STRATEGIES!, een adviesbureau voor multinationale ondernemingen en ontwikkelingsorganisaties op vijf continenten. De Wereldbank riep haar in 2007 uit tot de meest invloedrijke zakenvrouw van Afrika. In 2011 werd ze ontvoerd en geïntimideerd, nadat ze zich als enige vrouw kandidaat had gesteld voor de presidentsverkiezingen in Kameroen.

Oeganda

Bobi Wine

Bobi Wine (40), echte naam Robert Kyagulanyi Ssentamu, is het gezicht van de oppositie (National Unity Platform) en artiest. Hij is de bedenker van de hashtag #StopPayingOurOppressors. Wine is vaker gearresteerd en mishandeld. In 2021 verdween zijn lijfwacht; zijn lichaam werd na enkele dagen gevonden met sporen van marteling. Onlangs verdween ook een andere lijfwacht; die dook na een maand op in een detentiecentrum. De aanklacht: het „toebrengen van schade” aan een „drone”. Drones zijn de auto’s zonder kentekens die politie en leger gebruiken voor ontvoeringen.

Kenia

Boniface Mwangi

Boniface Mwangi (39) is persfotograaf, politicus en activist. Hij staat bekend om zijn foto’s van het geweld na de verkiezingen in Kenia in 2007 en 2008. Hij is mishandeld en overleefde een bomaanslag op zijn huis. In 2014 won hij de The Future Awards Africa Prize for Advocacy & Activism. Ook zat hij een aantal keren vast. In 2016 vanwege „verzonnen beschuldigingen” tegen president Ruto na een publicatie. In 2019 vanwege het organiseren van een revolutie in Kenia.

Lees verder…….