Syrische hulpverlener: ‘De wereld laat ons al jaren in de steek, maar dit kunnen we niet alleen aan’

Aardbeving Syrië Ook in het noorden van Syrië heeft de aardbeving bij Gaziantep maandag veel slachtoffers gemaakt. De hulpverlening verloopt er moeizaam.

Bewoners van het stadje Jandaris, in door opstandelingen beheerst gebied in het noordwesten van Syrië, bevrijden een gewond meisje uit het puin van een ingestort gebouw.
Bewoners van het stadje Jandaris, in door opstandelingen beheerst gebied in het noordwesten van Syrië, bevrijden een gewond meisje uit het puin van een ingestort gebouw.

Foto Rami al Sayed/AFP

Dokter Mohammad Abrash had dienst in een ziekenhuis in de stad Idlib in noordwest-Syrië toen even na vier uur ’s nachts de aarde begon te beven. „Ik heb veel meegemaakt, maar dit nog nooit”, zegt de 60-jarige arts aan de telefoon. „Ik werd wakker in een bevend bed. Meteen daarna viel de elektriciteit uit. Ik kon niets zien en alles om me heen vloog in het rond. Het was verschrikkelijk.”


Lees ook ‘We zagen de deuren en ramen vanzelf open en dicht gaan’

De arts is al de hele dag in de weer met slachtoffers van de aardbeving. Alleen al in zijn ziekenhuis kwamen er voor negen uur ’s ochtends dertien doden en zestig gewonden binnen. „We hebben niet de middelen om deze ramp het hoofd te bieden”, zegt de dokter. Hij klinkt uitgeput en moedeloos. „Het enige wat ik te zeggen heb is: SOS. Ik hoop dat de wereld ons niet vergeet.”

Het epicentrum van de aardbeving met een kracht van 7,8 lag in Turkije, even ten noorden van de stad Gaziantep. De verwoesting in Turkije is dan ook niet te overzien: hele woonwijken liggen in puin en maandagavond waren er al 1.762 doden en meer dan 8.000 gewonden te betreuren. Maar waar Turkije een grote reddingsmissie op touw weet te zetten en kan rekenen op hulp uit de hele wereld, ligt dat anders in Syrië.

Afgezien van de stad Aleppo, die in handen is van het Syrische regime, staat het noordwesten onder controle van diverse rebellengroepen. In het oppositiegebied alleen al wonen ruim vier miljoen mensen, waarvan 1,7 miljoen in vluchtelingenkampen. Bijna 90 procent van de bevolking is afhankelijk van humanitaire hulp. De aardbeving is hier een zoveelste ramp bovenop een al rampzalige status quo.

Witte Helmen

De voorlopige dodentallen in Syrië – meer dan 700 in rebellengebied en 593 in regimegebied – zullen net als die in Turkije nog verder oplopen. Maar in Syrië lijken de doden ook nog eens minder goed geteld te worden. Berichten op sociale media dat er in een klein stadje als Atarib alleen al tachtig doden vielen, doen vermoeden dat de totaalcijfers onvolledig zijn.

De Syrische reddingsorganisatie de Witte Helmen is massaal uitgerukt op zoek naar overlevenden. „Al onze mensen zijn aan het werk”, zegt Ismail Alabdullah, een vrijwilliger van de Witte Helmen in het plaatsje Sarmada. „We hebben net nog een moeder en haar kind kunnen redden. Maar we trekken ook heel veel lijken onder het puin vandaan.”

Het is alsof er overal tegelijkertijd een luchtaanval is geweest

Ismail Alabdullah Vrijwilliger Witte Helmen

Normaal gesproken schieten de Witte Helmen te hulp na bombardementen door de troepen van president Assad en de Russen. „Maar dit is totaal anders”, zegt Alabdulah. „Het is alsof er overal tegelijkertijd een luchtaanval is geweest. In één klap zitten honderden families vast onder het puin.” Bovendien is de elektriciteit uitgevallen, waardoor apparatuur die nodig is bij het puinruimen het niet meer doet. „We zoeken naar overlevenden met onze blote handen.”


Volg het laatste nieuws over de aardbeving in ons liveblog

In Aleppo zijn delen van de wereldberoemde citadel verwoest. Ook duiken er beelden uit de stad op van een reeks woningen die achter elkaar ineenzakken terwijl mensen gillend door de straten rennen. Veel gebouwen in het gebied stonden al op instorten omdat ze beschadigd zijn door jarenlange bombardementen. En de tentjes en krakkemikkige woningen waarin veel vluchtelingen wonen, zijn al helemaal niet tegen het natuurgeweld opgewassen.

„Alles stort hier veel sneller in elkaar”, zegt Batoul Harrak, een lerares in het dorpje Termanin, waar volgens haar twintig doden zijn gevallen. „Ik ben ’s nachts op blote voeten naar buiten gerend met mijn kinderen. Nu wachten nog steeds veel mensen buiten in de regen en de kou. We hebben onmiddellijk hulp nodig.”

Ook Alabdullah van de Witte Helmen besluit het telefoongesprek met een oproep tot hulp. „De wereld laat ons al twaalf jaar in de steek, maar deze ramp kunnen we niet alleen aan”, zegt hij, waarna hij de telefoon ophangt en weer op zoek gaat naar overlevenden.

De dodentallen in dit artikel zijn geactualiseerd op maandagavond 6 februari om 21.25 uur

Lees verder…….