Stichting beticht oud-museumdirecteur van frauduleuze verkoop

Hotel Oranje Nassau in Arnhem, circa 1950.

Hotel Oranje Nassau in Arnhem, circa 1950.

Copyright Stichting Willem van Genk

Eigendomskwestie Oud-museumdirecteur Ans van Berkum verkoopt kostbare tekeningen van Willem van Genk. Die zijn van ons, zegt de onthutste voorzitter van de Stichting Van Genk.

Bananendozen vol papier, tientallen trolleybussen gemaakt van bouwplaten en straatafval, en een zee van zwarte regenjassen. Een man met een blonde baard loopt steeds met armen vol spullen de trap af, de deur uit, naar een aan de overkant van de straat geparkeerd wit busje.

Het zijn scènes uit Ver van huis (2001), de documentaire over de laatste jaren van Willem van Genk (1927-2005), de wereldberoemde Nederlandse outsider-kunstenaar – de aanduiding voor niet-professionele kunstenaars die vanuit een zeker isolement een eigen thematiek en vormtaal ontwikkelen.

Regisseur Jan Keja en schrijver Dick Walda filmden de ontruiming van Van Genks bovenwoning in de Harmelenstraat in Den Haag. Na twee beroertes kon de 71-jarige kunstenaar niet meer voor zichzelf zorgen. Tiny, de oudste van Van Genks negen oudere zussen, had als zijn curator besloten tot het leeghalen van de woning. Dat gebeurde in de zomer van 1998.

Van Genk had ruim dertig jaar in de flat gewoond. Een pakhuis vol rotzooi, vond Tiny. Haar enige broer beschouwde zijn woning als een schatkamer, een toevluchtsoord dat hem en zijn honden beschermde tegen de boze buitenwereld. Tot in de nooit gebruikte douche stond de flat volgepakt met kunstwerken, boeken, modelvliegtuigjes en Van Genks enorme verzameling regenjassen – lange kunststof ‘raincoats’ die de kunstenaar met grote metalen drukknopen opwerkte tot ‘imponeerjassen’. Als hij in zo’n jas de straat opging kon hij de wereld aan.

Ans van Berkum, directeur van het Zwolse museum voor naïeve kunst en outsider art De Stadshof, woonde de ontruiming bij. Het museum stond aan de vooravond van een overzichtstentoonstelling van Van Genk en kon goed kunstwerken gebruiken. De man met de baard die zoveel bezittingen van de kunstenaar naar het witte busje bracht was de broer van Van Berkum. Documentairemaker Dick Walda herinnert zich dat zus Tiny goedkeurend stond toe te kijken hoe „pakken met tekeningen” en andere kunstwerken het huis verlieten. „‘Dat ruimt lekker op’, zei ze.”

De kwestie rond Van Berkum biedt een inkijkje in de werkwijze van een vooraanstaand kunsthandelaar

Het leeghalen van de woning is het startschot van een affaire die deze zomer, een kwart eeuw later, haar ontknoping beleeft. Van Genk-specialisten beschuldigen Ans van Berkum van het verkopen van Van Genk-kunstwerken die toebehoren aan de Stichting Willem van Genk. Van Berkum heeft de kostbare kunstwerken als museumdirecteur bij de ontruiming meegenomen en al decennia in beheer. De genoemde stichting, in 2000 mede door haar opgericht, zat ze tot 2017 voor. Doel van de Stichting Willem van Genk: het verkrijgen, beheren en conserveren van door Van Genk gemaakte kunstwerken.

Een jaar na de oprichting van de stichting werd alle kunst uit het huis van Van Genk door zijn curator per notariële akte aan de stichting overgedragen. Op de inventarislijst bij de akte, die pas twee jaar na de ontruiming door galeriehouder Nico van der Endt werd opgesteld, staan de betwiste tekeningen niet vermeld. Niemand die op dat moment wist dat Van Berkum bij de ontruiming zeker zestig tekeningen had meegenomen.

De J-P Ritsch-Fisch Galerie in Straatsburg, een prominent adres voor outsiderkunst, heeft de afgelopen twee jaar twaalf van Ans van Berkum afkomstige tekeningen van Van Genk te koop aangeboden. De gezamenlijke vraagprijs: 184.000 euro.

Hans Looijen, directeur van Museum van de Geest in Haarlem en tevens de huidige voorzitter van de Stichting Willem van Genk, spreekt van „een verschrikkelijk probleem”. Hij heeft de Ritsch-Fisch Galerie eind juli per mail gevraagd te stoppen met de promotie en het verkopen van de tekeningen, omdat ze aan de stichting toebehoren. Bewijs dat maar, antwoordde Richard Solti, de eigenaar van de kunsthandel.

Trompetsteeg in Arnhem, circa 1950. Een van de twaalf van Ans van Berkum afkomstige tekeningen van Willem van Genk die de J-P Ritsch-Fisch Galerie te koop heeft aangeboden. Vraagprijs: 17.000 euro Copyright Stichting Willem van Genk

Ans van Berkum zegt desgevraagd dat de stichting „acteert zonder juridische basis en daardoor nodeloos en vergeefs ophef veroorzaakt”. In het verleden heeft ze bij herhaling gezegd de werken van Van Genk in haar beheer te zullen overdragen aan de stichting. Dat ging om een voorgenomen schenking, zegt ze. De schenking gaat niet door, zegt ze, omdat in de verhouding met de Stichting Willem van Genk „belangrijke dingen [zijn] misgegaan”. (Zie voor een uitgebreide toelichting van Van Berkum het kader bij dit artikel.)

Kunsthandelaar Solti zegt geen tijd te hebben voor vragen over de bijzondere herkomst van de door hem aangeboden Van Genk-kunstwerken. Hij doet de beschuldigingen aan het adres van Van Berkum in een e-mail af als „ego-gekibbel en jaloezie”.

Eind augustus nam de directeur van het British Museum in Londen ontslag omdat uit het museum een aantal kostbaarheden bleek te zijn verdwenen en hij niet adequaat had gereageerd op waarschuwingen over vervreemdingen. Een rondgang langs Van Genk-deskundigen en een oud-medewerker van De Stadshof maakt duidelijk hoe belangrijk het is om als museum goed te administreren. De kwestie rond Van Berkum biedt ook een inkijkje in de werkwijze van een vooraanstaand kunsthandelaar en, dankzij een gerechtelijk vonnis, in de achterkant van een museumbedrijf.

Lees verder…….