Soms is Cecilia Bartoli weleens niet de ster van haar eigen voorstelling

Het sterkoppel van de Händel-opera Giulio Cesare bestaat meestal uit de Romeinse generaal Julius Caesar en de Egyptische vorstin Cleopatra. Maar nu stapte in Het Concertgebouw een ander tweetal uit hun schaduw: moeder Cornelia en zoon Sesto. De warme alt van Sara Mingardo en de hypnotisch androgyne stem van countertenor Kangmin Justin Kim gaven de meeste diepte aan de intriges aan het Egyptische hof.

Hoe zat dat ook alweer? Caesar achtervolgt zijn verslagen Romeinse rivaal Pompeo, die onderdak vindt in Egypte, alwaar Cleopatra en haar broer Tolomeo niet van harte de troon delen. Cornelia en Sesto – vrouw en zoon van Pompeo – smeken de overwinnaar om genade voor de verslagene. Maar voordat Caesar zijn goede wil heeft kunnen waarmaken, krijgt hij van Tolomeo het afgehakte hoofd van Pompeo als zoenoffer. Vervolgens ontwikkelt zich een liefdesaffaire tussen Caesar en Cleopatra, die de machtsstrijd met Tolomeo en diens bevelhebber Achilla aangaan. Te midden van dit krachtenveld bevinden zich de treurende en wraakzuchtige Cornelia en Sesto.

Drijvende kracht

De Italiaanse mezzo Cecilia Bartoli (Cleopatra) is de drijvende kracht achter de concertante uitvoering die nu langs een serie grote Europese zalen reist. Er werd flink wat gesneden in het aantal aria’s, recitatieven en personages, zonder dat dat de begrijpelijkheid van de handeling schaadde. Wat voor de pauze wrong, was het optreden van Bartoli zelf. Haar grote scènes waren zoveel uitbundiger aangekleed – met name de verleidingsaria ‘V’adoro pupille’, hier verrijkt met twee figuranten met waaiers en kostuums – dat de gedachte je bekroop te kijken naar opera afgewisseld met een Bartoli-recital. Maar aan de andere kant: zo lieten sterren zich in de barok ook gelden op het operatoneel.

Na de pauze plooide Bartoli’s stem en aanwezigheid zich veel natuurlijker in de verhaallijn, die kon steunen op een bevlogen en contrastrijke instrumentale aanpak door dirigent Capuano en Les Musiciens du Prince.

Countertenor Carlo Vistoli (Caesar) leefde zich uit in zowel de acrobatiek als de diepgang van zijn aria’s. Hij deed een Bartoli’tje in zijn liefdesverklaring ‘Se in fiorito ameno prato’, waarin stem en viool – als imitatie van een vogel – elkaar proberen te overtroeven in virtuositeit. Bartoli heeft altijd zo’n duel in haar barokrecitals.

Maar de echt doorleefde zang kwam van countertenor Kangmin Justin Kim, die als Pompeo’s zoon Sesto wordt verscheurd tussen verdriet en wraakzucht. Zijn stem wisselde op magische manier van een mannelijke naar vrouwelijke klank. Het klaagduet ‘Son nata a lagrimar’, met moeder Cornelia, mondde uit in een verstilling die je de rest van de avond had willen omhelzen.