Rechtbankzege Temper op vakbonden een gevoelige tik, maar verder vooral van symbolische waarde

Hoe groot is de groep mensen die de vakbond zegt te vertegenwoordigen nu werkelijk? Die vraag hebben gedaagden vaker in een rechtszaak gesteld, maar ze is zelden numeriek getoetst. De rechter ziet bonden als FNV en CNV doorgaans als organisaties die om goede redenen opkomen voor de belangen van hun achterban. Zij hoeven daarvoor minder bewijs aan te voeren dan bijvoorbeeld commerciële claimpartijen.

Toch kregen de twee bonden vorige week een gevoelige tik in de rechtsprocedure tegen flexwerkplatform Temper. In een tussenvonnis bepaalde de Amsterdamse rechtbank dat FNV en CNV zich niet mogen opwerpen als belangenbehartiger van alle mensen die via Temper aan werk komen. Een aanzienlijk deel van hen heeft namelijk aangegeven niet door de bonden vertegenwoordigd te willen worden.

De zaak draait om de constructie waarin Temper mensen aan werk helpt. Het in 2015 opgerichte bedrijf biedt een ‘digitaal prikbord’ met advertenties voor klussen bij bijvoorbeeld hotels, restaurants en magazijnen. Gebruikers van het platform kunnen daar kortdurend aan de slag. Wie via Temper werkt, doet dat op freelancebasis. Het uurloon ligt meestal hoger dan dat van reguliere werknemers in de betrokken sector. Daar staat tegenover dat geen afdracht van sociale premies plaatsvindt.

Lees ook Alles ging goed met Temper, tot het niet meer goed ging

Alles ging goed met Temper, tot het niet meer goed ging

De vakbonden bestempelen die constructie als een vorm van schijnzelfstandigheid, die ook ingaat tegen het belang van de maatschappij. Om principiële redenen eisen ze dat alle flexwerkers bij Temper een uitzendcontract moeten krijgen. Mocht de rechter hier negatief over oordelen, dan zouden de Temper-gebruikers volgens de bonden in dienst moeten komen bij het bedrijf waarvoor zij de klussen uitvoeren.

Daarnaast hadden FNV en CNV eisen ingediend voor de Temper-werkers. De bonden wilden dat het bedrijf opdraait voor achterstallig loon, vakantiegeld en premies als de rechter zou oordelen dat de werkers recht hebben op een arbeidsovereenkomst. Die individuele eisen zijn van tafel door het tussenvonnis. De rechter buigt zich wel over de principiële bezwaren van de bonden.

Representativiteit

Het besluit komt voort uit de spelregels van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (Wamca), die sinds 2020 van kracht is. Onderdeel van de wet is een strenge toets van de representativiteit: vertegenwoordigt de eisende partij wel echt de groep waarvoor zij zegt op te komen? De Temper-zaak kan worden gezien als test voor die beoordelingstoets.

In 2022 besloot de rechtbank in eerste instantie dat de vakbonden alle betrokkenen, onder wie Temper-gebruikers, in de collectieve actie mochten vertegenwoordigen. Wel moesten Temper-werkers de gelegenheid krijgen een opt-out te ondertekenen als zij de bonden niet zagen als hun belangenbehartigers. Zou een groot deel van de Temper-werkers zich niet willen laten vertegenwoordigen, dan kon de rechtbank besluiten de rechtsgang te beëindigen.

De Temper-zaak is een van de eerste zaken waarin de rechter op basis van een opt-outprocedure oordeelt of de eisende partij inderdaad opkomt voor een grote groep, en hier dus in het individuele belang van alle Temper-werkers optreedt. Om de Temper-gebruikers zo neutraal mogelijk te informeren over de procedure, stelde de rechtbank een tekst op die beide partijen moesten verspreiden.

Temper stuurde de oproep volgens afspraak rond, en tuigde vervolgens een minder neutrale campagne op. In mails van het bedrijf werden FNV-bestuurders geportretteerd, begeleid door de tekst: „Boomers voor je laten beslissen? Thanks but no thanks.” Ook maakte influencer Victor van Bindsbergen, beter bekend als Vic Cle, namens het platform een video waarin hij stelde dat „je laten vertegenwoordigen door de vakbond is alsof je seks hebt met een condoom, terwijl je een drieling wilt”. Temper-oprichter Niels Arntz zei hier eerder over bewust gekozen te hebben voor berichten „met een knipoog”, nodig om de doelgroep te bereiken die veel mails niet opent.

FNV vond dit niet de methode: er was een neutrale tekst afgesproken die zou worden verspreid. Volgens de bond was sprake van valse beïnvloeding door Temper, met onjuiste informatie. Maar de rechter oordeelde hier vorige week anders over. Hij had Temper en de bonden immers geen restricties opgelegd om eigen informatie te verspreiden. De Temper-campagne werd dan ook niet meegewogen in de beoordeling van de opt-outs.

Flexibiliteit en vrijheid

Na aftrek van dubbele verklaringen kwam de rechtbank uit op 15.298 ontvangen opt-outs, nagenoeg een kwart van de 61.292 Temper-werkers die zich konden melden. Tot 5 procent ‘uitval’ bij collectieve actie had de rechtbank geaccepteerd, bleek uit het tussenvonnis, maar nu zette de rechter een streep door alle eisen van FNV en CNV die betrekking hadden op individuele gevallen.

Temper spreekt van een „historisch oordeel” van de rechtbank. Volgens Arntz laat de opt-outprocedure zien dat veel mensen verlangen naar meer flexibiliteit en vrijheid in hun leven, en dat die ontwikkeling vraagt om een hervorming van de arbeidsmarkt. Het bedrijf hoopt dat de uitspraak vakbonden dwingt na te denken over andere vormen van werk, in plaats van zich te focussen op sociale zekerheid binnen werknemerconstructies.

FNV en CNV balen van het tussenvonnis, dat mogelijk ook betekent dat de rechter voortaan strenger gaat bekijken of ze wel de belangen van de groep behartigen die zij zeggen te vertegenwoordigen. FNV Flex-bestuurder Erik Pentenga hekelt in een schriftelijke reactie dat de rechtbank „de vuilspuiterij door Temper” bij het verkrijgen van de opt-outs tolereert.

Toch lijkt de jubelstemming van Temper misplaatst. De principiële bezwaren van de bonden, over het zwaarwegende belang van een rechtvaardige arbeidsmarkt, staan nog overeind. Waar Arntz hoopt op verzoening met de vakbond en een discussie over arbeidsmarkthervormingen, zullen FNV en CNV hun gelijk willen halen bij de rechter. Mocht die straks oordelen dat Temper-werkers eigenlijk uitzendkrachten of werknemers zijn, dan kunnen de platformgebruikers alsnog individueel een loonclaim indienen bij Temper.

Daarmee is de zege in het tussenvonnis voor Temper vooral symbolisch, en kan die alsnog een pyrrusoverwinning blijken. Wanneer de rechtbank de zaak inhoudelijk behandelt, is nog niet bekend.