Qatarese sportjournalist Ali Salat: ‘Op mijn cv ontbrak alleen nog het WK’

Reportage

WK voetbal Voor het WK zijn zo’n twaalfduizend media-accreditaties uitgedeeld. Ali Mahmoud Salat (34) is de enige Qatarese schrijvende journalist.

Ali Salat: „Wij hebben de wereld laten zien dat je een WK in één stad kunt houden.”
Ali Salat: „Wij hebben de wereld laten zien dat je een WK in één stad kunt houden.”

Maurice van Steen / ANP

Als Ali Mahmoud Salat (34) in het perscentrum van het Al Bayt-stadion een tafel ziet staan met foto’s en een bos bloemen, houdt hij even stil. De Qatarese journalist pakt een pen en schrijft een laatste groet in het condoleanceboek van Khalid al-Misslam. De fotograaf overleed tijdens het WK aan een hartaanval en is het derde sterfgeval onder de geaccrediteerde media in Qatar. Eerder lieten de Brit Roger Pearce en de Amerikaam Grant Wahl ook het leven. „Dit komt hard aan”, zegt Salat even later op een bankje buiten. „Ik heb jarenlang met Khalid gewerkt. We zijn samen naar veel wedstrijden geweest. En nu is hij er niet meer. Niet te bevatten.”

Salat beseft dat het geen toeval is dat de journalistiek zijn tol eist bij een toernooi als het WK. De Qatarees ondervindt zelf ook wat het betekent om weken achtereen van wedstrijd naar wedstrijd te gaan, constant verslag van alles en nog wat te doen zonder goed te eten en met onvoldoende nachtrust. Toch is Salat als schrijvend sportjournalist volledig in zijn element op het WK. „Als journalist van de Qatar News Agency sta ik overal vooraan. Voor een voetballiefhebber als ik is dat fantastisch. Het is opstaan, voetbal kijken, schrijven, gaan slapen en weer opstaan om voetbal te kijken”, legt Salat uit. „Maar dit had ik nooit willen missen. Dit is waar ik altijd van heb gedroomd. Een WK verslaan in eigen land.”

Nationale persbureau

Als geboren Qatarees is Salat als schrijvend journalist een bijzonderheid op het WK. Hij werkt bij het nationale persbureau samen met zo’n honderd collega’s, maar buiten hem is er geen landgenoot die dagelijks de pen ter hand neemt. Op de werkvloer doen migranten uit omringende landen het werk. Een gebruikelijk beeld in het land waar circa 350.000 Qatarezen en twee miljoen buitenlandse arbeiders wonen. „Ik heb geen enkele andere collega uit Qatar gezien, dus ik denk dat ik de enige ben”, zegt Salat. „Qatarese journalisten willen show en werken liever voor de televisie. Dan staan ze voor een scherm en kan hun familie naar ze kijken. Ze willen show en denken dat tv meer allure heeft. Ik vind schrijven veel mooier.”

Salat weet nog als de dag van gisteren dat Qatar het WK kreeg toegewezen. Hij was in 2010 een student aan de universiteit van Doha en werd klaargestoomd om als curator bij het olympische sportmuseum in Doha aan de slag te gaan. „Naar mate het WK dichterbij kwam, begon het steeds meer te kriebelen en op een dag in 2016 besloot ik sportjournalist te worden”, legt Salat uit. „Voetbal is mijn leven. Daar draait alles bij om. Als sportjournalist kan ik die wereld van nabij volgen. Het is een prachtig gevoel als anderen je verhalen lezen.”

Het voelde voor Salat als een onwerkelijke droom toen hij op 20 november verslag mocht doen van de openingsceremonie in Al Khor. „Op dit moment had ik twaalf jaar gewacht”, zegt hij. „Ik heb alle grote voetbaltoernooien in de regio verslagen. Alleen het WK ontbrak nog.” Salat speelde de informatie van de ceremonie door naar de redactie die zijn werk online en via sociale media verspreidde. „Je beschrijft wat je ziet. In wezen is dat niet anders dan de collega’s van de radio en de televisie doen.”

Een paar dagen later was Salat bij de nederlaag van Argentinië tegen Saoedi-Arabië in het Lusail-stadion. „Dat maakte heel veel los hier”, vertelt Salat. „Opeens was daar het besef dat de Arabische wereld de strijd met grootmachten kon winnen. Een magische dag om mee te maken. Later kwam daar, door het succes van Marokko, de bevestiging van.”

WK in één stad

Salat liet zich meevoeren in de euforie over het WK ondanks de slechte prestaties van Qatar. „Natuurlijk hadden we meer van ons eigen elftal verwacht, maar ze debuteerden op een WK. Ze hebben meer tijd nodig. Hopelijk kwalificeert Qatar zich voor het WK van 2026”, zegt Salat, die trots is op zijn land als gastheer. „Wij hebben aan de wereld laten zien dat je een WK in één stad kunt houden. De finale is op onze nationale feestdag. Dat wordt een enorme climax.”

Salat zag echter ook de kritiek op Qatar. Met name vanuit Europese landen werd er gewezen op schendingen van mensenrechten en de slechte omstandigheden waaronder arbeidsmigranten hun werk moesten doen. Met honderden, zo niet duizenden doden tot gevolg. „Ik lees alles wat er voorhanden is. Vanuit Europa is de aanval geopend”, verzucht Salat. „Sommige publicaties vond ik te belachelijk voor woorden. Ze kunnen schrijven of zeggen wat ze willen, maar de waarheid is de waarheid. Iedereen die hier is geweest, zal de gastvrijheid van de Qatarezen hebben beleefd. Ik heb gezien dat de Europese media in de loop van het WK een andere houding aannamen.”

Er was bij de Qatarezen ook wel enig leedvermaak toen Duitsland in de groepsfase werd uitgeschakeld. Die Mannschaft had uit protest voor het niet mogen dragen van de One-Love-band de handen voor de mond gehouden. Op de Qatarese televisie werd Duitsland daarna met de hand op de mond door tv-makers uitgezwaaid. „Dat was puur karma”, zegt Salat. „Ze kregen die actie recht in hun gezicht terug. Verder heb ik me daar niet mee bezig gehouden. Ik vind dat voetbal niet misbruikt moet worden voor politieke acties. Voetbal is er voor iedereen. Om van te genieten. Om voor prachtige herinneringen te zorgen.”

Het gesprek komt op het Nederlands elftal. De ploeg waarvan Salat zijn leven lang al fan is. Mede ingegeven door zijn vader die hem wees op het aanvallende voetbal van het Oranje uit 1974 en het elftal dat in 1988 Europees kampioen werd. „Ik herinner me zelf vooral de gouden jaren negentig en het begin van deze eeuw. Bergkamp, de broertjes De Boer, Van Nistelrooij. Wat is er gebeurd? Ik heb het echte Oranje niet gezien.” En dan lachend: „Dat is een van de weinige dingen die op het WK over vier jaar in de Verenigde Staten, Mexico en Canada beter moeten.”

Lees verder…….