Peggy Sue, Suzanne, Annabel, kijk omhóóg Sammy! Een boek met 134 voornaamliedjes in de popmuziek

‘Leééééééo! Je bent vannacht weer dronken geweest, je ging me daar te keer als een beest”. Met een gouden hoed op zong Ria Valk haar antieke carnavalskraker dinsdag voor een geestdriftig publiek in het Haarlemse Patronaat. Ook ‘Roxanne’, ‘Suzanne’ en ‘Jolene’ werden door het publiek warm onthaald – voornamen die uitnodigen om mee te brullen. Of wat dacht je van ‘Mona Lisa’ – de opzwepende hoogovenrock van Frank Kraaijeveld.

Dit was de Avond van het Namenlied, een eenmalige concert met meerdere artiesten ter promotie van het boek En Venus was haar naam. In het boek behandelen John Schoorl en Paul Onkenhout 134 popsongs met een naam in de titel. Eerder stonden de stukjes in de Volkskrant. Veel odes aan aanbeden vrouwen komen langs. Kleine kokette Katinka wordt toegezongen, Annabel, Angie en Angeline de blonde seksmachine. En natuurlijk Venus, de godin op de bergtop, brandend als een zilveren vlam, die het boek haar naam gaf.

De namenliedjes die in dit artikel genoemd worden

Met veel plezier beschrijven de schrijvers de echt bestaande mensen achter de namenliedjes. Die zitten soms niet te wachten op al die aandacht van de artiest. Diana Ayoub werd gek van de persmuskieten bij haar school nadat ‘Diana’ van Paul Anka een hit werd. Jeremy Delle was een scholier die in zijn klas zelfmoord pleegde en werd vereeuwigd in ‘Jeremy’ door Pearl Jam. Zijn ouders moesten verhuizen omdat ze werden lastiggevallen door Pearl Jam-fans.

De namen in de namenliedjes zijn vaak onbeantwoorde liefdes. En als de vrouw wel sjoege geeft, wordt ze spoedig verlaten door de artiest, of anderszins honds behandeld. Een grimmig verhaal is dat van ‘Candy’. Iggy Pop had op 23-jarige leeftijd een relatie met de 14-jarige Betsy Mickelsen. Hij bracht de minderjarige aan de drugs, ging vreemd, daarna volgden abortus, diefstal en de bons. Ze stief jong aan leverkanker. Haar ouders haten de zanger en zijn vrolijke liefdesliedje.

Kijk omhóóg Sammy

Een namenlied hoeft niet over de liefde te gaan. Je kunt ook best een mijnwerker bezingen die wordt opgegeten door zijn collega’s in een ingestorte mijnschacht (‘Timothy’ van The Buoys). Of je kunt een favoriet huisdier eren, zoals de overleden rat Ben (Michael Jackson) en het kerstkonijn Flappie.

En wat te denken van Hardie Kats? Hij was een Joodse jongen die altijd met gebogen hoofd liep, waarover Ramses Shaffy zong: „Hóóg Sammy, kijk omhóóg Sammy!” De nazi’s vermoordden 75 van Kats’ familieleden. Vandaar zijn gebogen hoofd, zo vertelde hij later. Dat geeft het optimistisch getoonzette lied toch een andere lading. Katz zei over Shaffy: „Hij had mij in het lied niet beter kunnen treffen.” Later keek Hardie Katz ook omhoog: hij ging voor de NASA werken.

Net als in hun vorige popbundel De vijfde Beatle lijkt het boek een strak format te hebben, maar nemen de schrijvers grote vrijheid om met onverwachte invalshoeken fris en vrolijk door de popgeschiedenis te zwerven. Namenliedjes zijn in het boek vaak slechts vage aanleidingen om een heel ander petite histoire te vertellen, doorgaans van tragische aard. Want er is veel leed in de popwereld, zo blijkt maar weer.

Met de bezongen vrouwen loopt het vaak slecht af. Manuela en Claudette krijgen een verkeersongeluk, Patsy en Stan verdrinken. Maar er zijn ook lichtpuntjes: Peggy Sue (Buddy Holly) werd later de eerste vrouwelijke loodgieter van Californië.

Lees ook Langharige voetballer, producer of passant: velen waren die ‘Vijfde Beatle’

The Beatles in de tv-show Val Parnell’s Sunday Night at the London Palladium, 13 oktober 1963. Dit was het moment dat de media 'Beatlemania' ontdekte.