Opinie | Gebruik liever geen airco maar wen aan de warmte

Gezondheid Blootstelling aan variatie in temperatuur maakt ons weerbaar, schrijven en .
Een installateur sluit een airco aan in Amsterdam.
Een installateur sluit een airco aan in Amsterdam.

Foto: Simon Lenskens

Het gebruik van airco’s verergert de opwarming van de aarde alleen maar; met alternatieve aircosystemen is mogelijk klimaatwinst te boeken. Dat was onlangs de boodschap van het eerste deel van een interessante serie in NRC over de airco: De wereld kan niet meer zonder airco’s – straks zijn er 4,5 miljard (16/7). Het artikel gaat uit van de onvermijdelijk stijgende vraag naar het gebruik van airco’s. Maar aan die vraag kan veel worden gedaan. Al gun je vanzelfsprekend iedereen een airco in gebieden met langdurige hitte van 40°C of hoger. Er zitten echter grote risico’s aan het gebruik van airco’s, behalve voor het klimaat ook voor onze gezondheid en weerbaarheid.

In de loop van decennia is ons binnenklimaat steeds strakker geregeld. Dat geldt voor de winter, maar ook steeds meer voor de zomer. Deels is dat gekomen door de technische mogelijkheden, zoals de beschikbaarheid van airco’s, maar er is ook een belangrijke rol voor de comfortmodellen die in de bouw worden gehanteerd. Het meest gebruikte comfortmodel, dat stamt uit de jaren 70, gaat ervan uit dat een thermisch neutrale conditie (thermoneutraal wordt in het model gedefinieerd als de beleving van de omgevingstemperatuur als neutraal) het meeste comfort geeft en dat dat voor iedereen overal ter wereld hetzelfde is. Het model is opgenomen in internationale richtlijnen en heeft geresulteerd in binnenklimaateisen met een smal temperatuurbereik.

Er is ook het zogenoemde adaptieve model. Dat beschrijft dat in natuurlijk geventileerde gebouwen, waarbij individuele controle over de temperatuur mogelijk is, mensen veel grotere variatie in temperatuur accepteren en zich daarbij zelfs comfortabeler voelen dan in centraal geregelde gebouwen met airco’s. In de tropen accepteert men bijvoorbeeld veel hogere temperaturen, terwijl acceptatie en comfort in gematigde streken afhankelijk zijn van het seizoen. Met andere woorden, het lichaam past zich aan.

Vraagtekens bij constante temperatuur

Het adaptieve comfortmodel is de laatste vijftien jaar redelijk geaccepteerd geraakt en ook in standaarden opgenomen. Desondanks gaat men in de praktijk over het algemeen uit van een constant binnenklimaat voor een zogenaamde gemiddeld persoon. Deze conservatieve houding komt deels voort uit de installatiebranche en de bouwondernemers, die gewend zijn geraakt aan het strak regelen. Maar ook de gebouwbeheerders en ten slotte de verwachtingen van de gebruikers zelf spelen een rol.

Wetenschappelijk onderzoek naar de fysiologie van de mens, gezondheid en comfortbeleving zetten vraagtekens bij het nut van een constante en vaste instelling van de binnentemperatuur. Resultaten van onder meer de Universiteit Maastricht laten zien dat meer variatie in temperatuur en blootstelling aan zowel koude als warmte een metabool gezonder lichaam geeft. Er zijn gunstige effecten op vet- en suikerhuishouding en ook op hart en bloedvaten. Regelmatige blootstelling aan hitte en kou maakt het lichaam ook fysiologisch weerbaarder bij extreme hitte en kou. Het onderzoek laat zien dat zelfs milde temperatuurvariaties deze voordelen bieden. Gewenning, acclimatisatie, treedt al op na een paar dagen tot een week. Warmtegewenning verhoogt bijvoorbeeld de zweetcapaciteit en zorgt voor cardiovasculaire aanpassingen.

Voor onze weerbaarheid én voor onze gezondheid is een wisseling in omgevingstemperatuur essentieel. Je zou het een natuurlijke temperatuurtraining kunnen noemen. Aangezien we zo rond de 90 procent van onze tijd binnen doorbrengen is een dynamisch binnenklimaat gewenst dat veel meer meebeweegt met de temperatuur buiten.


Lees ook: Airco? De Fransen hebben andere methoden om met de hitte om te gaan

Gewenning aan gekoelde ruimte

We zien echter dat het tegendeel optreedt. We raken steeds meer gewend aan temperaturen van rond de 20°C. Het inzetten van airco’s verergert dit proces in de zomer. Na verloop van tijd kan je niet meer in de warmte slapen of je op je werk concentreren. Dat wordt ook mooi beschreven in het artikel uit de airco-serie over India, waarin Nidhy Aneja, secretaresse bij een IT-bedrijf in New Delhi zegt: „Ik ben liever niet eens meer op straat. Ik ga gewoon van gekoelde ruimte naar gekoelde ruimte. Je lichaam went eraan, en dan wil je niet meer terug.” (NRC, 18/7)

Zeer extreme klimaatomstandigheden en kwetsbare bevolkingen kunnen airco’s vereisen, maar voor Nederland met de warmere zomers, zoals die zich meer en meer voordoen en waarvoor we voorheen juist zo graag op vakantie naar Frankrijk gingen, luidt ons advies: in plaats van het vermijden van hitte door het gebruik van airco’s moeten we ons juist, zij het in redelijke mate, blootstellen aan warmte. Dat betekent in gematigde streken dat je thuis liever geen airco plaatst en in kantoorgebouwen koeling heel terughoudend inzet. Daarmee vang je twee vliegen in één klap: gezondere en meer weerbare mensen én energiebesparing.

Lees verder…….