Operazangers J’Nai Bridges wil graag klassieke ‘witte’ rollen zingen: ‘Kom maar op met de racistische feedback’

Interview

J’Nai Bridges Mezzosopraan

De Amerikaanse mezzosopraan J’Nai Bridges (35) zingt de titelrol in Bizets ‘Carmen’ bij De Nationale Opera. „Voor mij is Carmen een zinnelijke powervrouw die weet wat ze wil en meent wat ze zegt.”

Voor J’Nai Bridges is Bizets Carmen de ultieme opera
Voor J’Nai Bridges is Bizets Carmen de ultieme opera

Milagro Elstak

Een sportieve, taaie trots straalt ze uit, de Carmen van de Amerikaanse mezzosopraan J’Nai Bridges. „Vrij is Carmen geboren en vrij zal ze sterven”, zingt ze voluit – om dan met het mes van haar afgewezen ex-geliefde José in de borst neer te zijgen in het zaagsel van de arena.

Voor J’Nai Bridges is Bizets Carmen met zijn fatale titelrol en dramatische liefdesplot de ultieme opera. Als scholier zong ze de bekende ‘Habanera’ („L‘amour est un oiseau rebelle”) door de gangen van haar high school in de staat Washington. Alle seinen leken toen nog te staan op een ‘gewoon’ leven: studeren met een atletenbeurs (ze speelde op hoog niveau basketbal) en op zondag gospels in de kerk – omringd door vrienden en een extreem betrokken, liefdevolle familie.

Maar de muziek trok haar uit haar comfortzone: haar krachtige, volle stem begon op te vallen, en ze werd aangenomen op het conservatorium. „De rest is geschiedenis”, lacht ze – en knakt haar rug met een vermoeide grimas in het pluche van een stoel in de zaal het De Nationale Opera. „Hierna ga ik een uurtje naar de fysio, hopelijk scheelt dat.”

Carmen is Bridges lijfrol. Ze zong haar in juli drie keer in de arena van Verona, steeds voor een publiek van tien- tot vijftienduizend extatische operafans. „Verona was ánders”, lacht ze. „Die unieke sfeer van zingen in de openlucht bij zonsondergang, publiek van over de hele wereld, de extreem klassieke productie met echte paarden en flamencodanseressen en wat al niet…..” Op haar Instagram-account postte ze een filmpje waarop ze op een zwoele zomeravond na afloop van de voorstelling langs de overvolle Veronese terrasjes flaneert, luidkeels toejuicht door het publiek. „In Verona leeft opera echt. Het was een hoogtepunt in mijn carrière tot dusverre.”


Lees ook: Essay van Arnon Grunberg over de vele verschijningsvormen van Carmen

Zinnelijke powervrouw

Bij De Nationale Opera landt Bridges nu in een totaal andere productie: die van regisseur Robert Carsen, eerder (met een totaal andere cast) te zien in 2009 „Deze voorstelling is modern en intiem, de muziek krijgt daardoor alle ruimte en de clichés zijn er helemaal af”, vat Bridges samen. „Daardoor ontstaat voor mij, meer dan wanneer je wordt afgeleid door echte dieren en meer van dat soort spektakel, een confrontatie met de emoties waar het verhaal over gaat. Ik identificeer me sterk met Carmens vrijgevochtenheid en haar rauwe, nietsontzienende eerlijkheid. Sterker: het voelt zelfs alsof ik van haar heb geleerd. Het vastgeroeste beeld van Carmen als kille mannenverslindster deel ik ook niet. Voor mij is ze een zinnelijke powervrouw die weet wat ze wil en meent wat ze zegt.”

U wordt door operahuizen omarmd als ideale Carmen. In de eerste helft van 2023 zingt u wéér twee Carmen-producties. Dreigt er geen gouden Carmen-kooi?

„Wel een beetje, eerlijk gezegd. Het is dubbel. Carmen was de rol die ik van jongs af aan graag wilde zingen, de muziek past me vocaal én ik heb er de nodige levenservaring voor. Dat allemaal samen is een win-win-situatie. Maar de andere kant is dat niemand maar één rol wil zingen. Ik doe er daarom veel recitals en concerten naast, ook met moderne muziek. Er is net een album uit met spirituals, in nieuwe bewerkingen. Die liederen – ik kan moeilijk uitleggen hoe diep mijn gevoel daarvoor gaat. Het is letterlijk spiritueel; alsof ik mijn voorvaders eer en gedenk tijdens het zingen, terwijl ik mijn eigen emoties uit. Maar goed, de keerzijde is dat deze fase ook voelt als afwachten. Want ik droom wel degelijk van meer, van andere grote operarollen. Bij Verdi, Massenet, Berlioz, Strauss en Bellini.”

Zangeres Robert Alexander wilde graag de Marschallin in Strauss’ Rosenkavalier zingen, maar haar manager vond dat dat een „witte rol” was. Herkent u dat soort typecasting?

„Het klopt, veel operahuizen willen nog steeds geen zwarte zangeressen in klassiek “witte rollen” omdat ze bang zijn dat het publiek dan wegblijft. Mijn droomrol is Octavian, in diezelfde opera. Het is er nog niet van gekomen, maar ik blijf hopen dat een huis het er een keer op waagt. Kom dan maar op met de racistische feedback, dat brengt dan in elk geval een discussie op gang.

„In de V.S. begint het er na eeuwen van crying and dying op te lijken dat er eindelijk iets verandert. Er is nog veel werk te doen, maar zij die dat werk moeten doen, beginnen het in te zien. Europa loopt achter. Neem jullie Zwarte Piet-discussie; hoe is het mogelijk dat nog steeds mensen niet inzien dat zo’n traditie racistisch is? Maar om het tot het operabedrijf te beperken: het vergt moed van managers om voorbij kassaopbrengsten te denken en onderdeel te willen zijn van maatschappelijke verandering.”

De Nationale Opera gelastte vorig seizoen Verdi’s ‘Otello’ af, omdat de geplande cast en crew geheel wit waren. ‘Otello in een hedendaagse vorm kan alleen in een team van kleur. Er moet ruimte zijn voor een zwart perspectief’, zei directeur Sophie de Lint toen.

,,Uiteindelijk wil je dat casting kleurenblind is. Maar dat vergt een noodzakelijke tussenfase, waarin na eeuwen exclusie van zwarte mensen actieve inclusie moet worden afgedwongen. Dat kan lastig zijn. Dat snap ik. Voor wie het zich kan veroorloven, is het wel relaxed afstand te houden van deze hele discussie. Maar kunst moet onze wereld reflecteren, onze verhalen vertellen, vanuit de steden waarin we leven. En die zijn divers.”

In Verona speelde vorige maand een verwante rel: Verdi’s ‘Aida’ werd er gezongen door zwart geschminkte zangers, waarop zangeres Angel Blue ontslag nam uit een andere productie aldaar, van ‘La traviata’. U bleef.

,,Ik sympathiseerde met Blues standpunt, maar ik heb haar voorbeeld niet gevolgd. Ik wilde juist wél doorzingen, omdat ik denk dat ik eerder zo verandering kan afdwingen. Maar mijn motieven waren niet alleen idealistisch. Ik vind ook dat ik het na hard werken had verdiend om daar op te treden.”

Was dat een moeilijke afweging?

„Ja, dat was het. Maar op dat soort momenten vind ik steun bij mijn hechte familie en bij mentor-achtige wijze vrouwen die ik heb leren kennen via onze community. En ik bel ook wel eens met een van de dominees met wie ik ben opgegroeid, soms bidden die dan met me. Hoe dan ook helpen die gesprekken me mijn gedachten te ordenen en de wereld weer aan te kunnen. Ik hoop dat ik zelf die mentorrol later ook kan vervullen voor de generaties na mij. Eer je voorvaders, pay it forward.”

Grappig genoeg zíe je dat aan u af. Wanneer u in Carmen zingt tussen de meisjes van het kinderkoor, begint u te stralen.

„Grappig. en het klopt. Als ik hun enthousiasme voel en zie en hoor, springt dat meteen op me over, haha.”

Voor iemand die zo intens sociaal is, lijkt het leven van een rondreizende solist me zwaar.

„Mijn familie komt naar al mijn voorstellingen! Dat scheelt, en ik vind het geweldig dat dat kan. Maar inderdaad, dit leven kan soms eenzaam zijn. Ik hoop dat ik een partner vind die écht snapt wat een leven als deze eist, en die het met me wil delen.”

Carmen van Bizet door De Nat. Opera/Ned. Philharmonisch Orkest o.l.v. Jordan de Souza. Regie: Robert Carsen. Van 3 t/m 22/9, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Info: operaballet.nl

Lees verder…….