Nils van der Poel voltooit in Beijing de jacht op zijn jeugdrivaal Roest

Reportage

5.000 meter mannen De Zweed Nils van der Poel was op de vijf kilometer nipt sneller dan Patrick Roest, de man die hem vroeger vaak versloeg.

Olympisch kampioen Nils van der Poel (midden) tijdens de ceremonie na de 5.000 meter. Links Patrick Roest, die op een halve seconde tweede werd
Olympisch kampioen Nils van der Poel (midden) tijdens de ceremonie na de 5.000 meter. Links Patrick Roest, die op een halve seconde tweede werd

Foto Vincent Jannink/ANP

Als Nils van der Poel (25) met een van melkzuur vertrokken gezicht over de finish komt, zijn ene schaats voor de ander schoppend om echt niets aan het toeval over te laten, zoeken zijn ogen zo snel als ze kunnen naar het scorebord dat links tegenover hem in het ijsstadion van Beijing hangt. Van de overmacht die hij een jaar heeft laten zien, is nog maar een halve seconde over. Maar het is genoeg. Voor het eerst sinds Tomas Gustafsson, 34 jaar geleden, is er weer een Zweed olympisch schaatskampioen.

Dit is waar hij als vijftienjarig jochie uit Trollhättan, een industriestadje even ten noorden van Göteborg, wel van had gedroomd, maar wat hij niet voor mogelijk had gehouden. Twee keer stopte hij met schaatsen omdat hij zich niet nog langer een leven wilde ontzeggen dat bij een opgroeiende jongeman hoort. Maar even zo vaak keerde hij ook weer terug, wijzer geworden elders in het leven. De laatste keer was in 2019.

In de catacomben van het stadion zet Patrick Roest (26) het op een schelden. Hij was er zó dichtbij. Nu moet hij zich voor de tweede keer in zijn carrière tevreden stellen met zilver, net als vier jaar geleden op de 1.500 meter. En dat doet zeer. Zeker omdat hij ergens het gevoel heeft dat er meer in had gezeten. In de twee laatste ronden ging hij „helemaal naar de kloten”, net als zo’n beetje alle schaatsers die zich ruim zes minuten lang over het zachte ijs van de Ice Ribbon bewogen.

Alleen Van der Poel was nog bij machte om daar te versnellen, taai geworden door een trainingsregime dat geen van zijn concurrenten zich in het hoofd haalt, omdat het even experimenteel als revolutionair is. De voorbije weken trainde hij alleen nog de afstand die van hem werd gevraagd en alleen in de gewenste wedstrijdsnelheid. Het is zijn stellige overtuiging dat je als sporter uitsluitend dat moet doen waar je goed in wil zijn. En niets anders.

Gunstige uitgangspositie

De loting bepaalde dat Roest al in rit 5 een tijd moest neerzetten op een ijsbaan waar hij nooit eerder op had gereden. Omdat hij vanwege een vormdip eerder in het seizoen had besloten de wereldbekerwedstrijd van Calgary over te slaan en in plaats daarvan extra te trainen, verloor hij een gunstige uitgangspositie. Alleen al om dat te voorkomen reisde Van der Poel naar Noord-Amerika en reed hij alle wereldbekers – die hij won. Toen hij zaterdag zag dat hij vanwege die beslissing pas in de laatste rit hoefde te rijden, maakte hij „een sprong van vreugde”. Hij is ervan overtuigd dat de uitslag andersom zou zijn geweest als de loting was omgedraaid.

Roest vertrekt op een schema dat hem een tijd van 6.07 minuten moet opleveren, hij denkt dat dat wel eens goed kan zijn voor goud. Maar dat schema is te gortig, in een hal waar het zo warm is dat je er met een T-shirt aan op de tribune kan zitten. Aan zijn Italiaanse tegenstander heeft Roest niks. Die schaatst al vroeg in de wedstrijd ver achter hem.

Leunend op zijn verkrampte bovenbenen komt Roest uit op 6.09,31, een nieuw olympisch record. Het publiek klapt, maar zelf buigt hij het hoofd. Hij gaat languit liggen op de boarding langs de baan. Moegestreden. Stuk gegaan. Hij hoopt dat het genoeg is voor goud, maar weet ook dat het moeilijk wordt. Nils van der Poel kwam hij als tiener meer dan eens tegen tijdens Vikingraces in Heerenveen. Toen won Roest meestal nog.

Tijdens de lange busritten terug naar Zweden zat Van der Poel vaak in zak en as; weer was het hem niet gelukt om Roest te verslaan. Maar vanaf 2014 kwam daar verandering in. Toen werd Van der Poel twee keer wereldkampioen junioren, op de vijf kilometer. En Roest twee keer tweede. Vorig jaar herhaalde Van der Poel dat bij de senioren, na een lange pauze waarin hij bij het zwaarste bataljon van het Zweedse leger ging. Hij pakte op de vijf én de tien kilometer de wereldtitel. Roest werd tweede en zevende. Hij wist wat hem te doen stond. Er alles aan doen „om het gat met Nils te dichten.”

Tweede adem

In Beijing lijkt dat tot 1.200 meter voor het einde ook te zijn gelukt. Van der Poel rijdt drie keer rondjes 29,3 seconden en denkt dan zelf ook dat hij rijdt voor zilver. Zijn achterstand op Roest is 2 seconden. Omdat hij vooral op de tien kilometer heeft getraind, zijn favoriete afstand, komt de snelheid die voor de vijf nodig is minder makkelijk. Maar ergens vindt hij een tweede adem. „De eerste 90 procent van zo’n race zijn voor mij het lastigst. Dan moet je naar een tempo zoeken dat je lang kunt volhouden. Maar daarna is het gewoon alles geven.” Zijn tijd van 6.08, 84 minuten is een olympisch record.

Na een ereronde vraagt hij of hij de camera van een fotograaf mag lenen. Die richt hij vervolgens op zijn coach en assistent, daarna op het Chinese publiek. Dat vindt het showtje prachtig. Tijdens de huldiging houdt Van der Poel de Zweedse vlag omhoog. Hij staat daar in tranen. Omdat hij het zo mooi vindt dat hij dit met de man in het oranje rechts van hem kan beleven, tegen wie hij het zo vaak moest afleggen, maar op wie hij heeft gejaagd, tot hij hem eindelijk te pakken had.

Daarna begint onder de ijsbaan een lange tournee langs cameramensen en journalisten. Van der Poel geniet zichtbaar van dat moment en houdt minutenlange monologen. Als hij eenmaal praat, weet hij niet van ophouden.

Over hoe hij zijn spartaanse training heeft vol weten te houden zegt hij: „Schaatsen is klote. Je moet een manier zien te vinden om het wat minder klote te laten zijn. Door jezelf om te kopen bijvoorbeeld. Zodat je meer kunt trainen dan de rest.”

En dan moet zijn beste afstand nog komen. Roest weet wat hij moet doen om Van der Poel vrijdag op de tien kilometer te verslaan. „De race van mijn leven rijden.”

Lees verder…….