‘Mijnwerkersclub’ voetbalt om steun voor Oekraïense strijd te vergroten

Sjachtar Donetsk Ondanks de oorlog bereidt het Oekraïense Sjachtar Donetsk zich voor op een nieuw seizoen. Deze week speelt het oefenduels in Nederland. „We zijn uit onze stad verdreven, hebben geen stadion meer, maar we leven nog.”

Middenvelder Artem Bondarenko speelt sinds 2020 voor Sjachtar, maar kent de stad Donetsk alleen van de verhalen.
Middenvelder Artem Bondarenko speelt sinds 2020 voor Sjachtar, maar kent de stad Donetsk alleen van de verhalen.

Foto Hedayatullah Amid

Als Artem Bondarenko (21) na een indrukwekkende minuut stilte in de Johan Cruijff Arena dinsdag het volkslied van Oekraïne samen met duizenden anderen meezingt, beseft hij dat het duel tussen Ajax en Sjachtar Donetsk veel meer is dan een voetbalwedstrijd. „Het was heel bijzonder om in deze ambiance te spelen. Er kwam van alles naar boven”, zegt de 21-jarige middenvelder een dag later na de nederlaag (3-1), in het Van der Valk Hotel in Schiedam. „Wij spelen als voetballers onze eigen rol in de oorlog. Wij proberen op onze manier de aandacht van Europa te blijven trekken. Want alleen met hulp van buiten kunnen we de strijd winnen. Pas daarna kan ik weer echt gaan dromen over voetbal.”

De selectie van Sjachtar Donetsk is deze week tijdens een maandenlange rondreis door Kroatië, Griekenland en Turkije voor even aanbeland in Nederland. Aan de ene kant om door het spelen van benefietduels tegen Ajax en FC Utrecht (zaterdag 16.30 uur) om geld op te halen voor slachtoffers in Oekraïne, en aan de andere kant om een jeugdige selectie voor te bereiden op het begin van de Oekraïense competitie eind augustus.

En een maand later moet het elftal van Sjachtar Donetsk zelfs klaar zijn voor de Champions League. Het geloof is er. „We zijn uit onze stad verdreven, hebben geen stadion meer, kunnen niet voor onze fans spelen, maar we leven nog”, zegt Kroatische technisch directeur Darijo Srna. „Die spirit willen we uitstralen.”

Technisch directeur Darijo Srna.

Foto Jonathan Moscrop / PA Images

De 40-jarige Srna, die als speler van 2003 tot 2018 bij Sjachtar uitgroeide tot clublegende, weet uit ervaring hoe belangrijk het is om zijn club in oorlogstijd trouw te blijven. „Het is voor mij nu derde keer dat ik te maken krijg met oorlogsgeweld”, legt hij uit aan een tafel in de ontbijtzaal van het Schiedamse spelershotel. „Ik ben in 1982 als Joegoslaaf in Metković geboren. Als kind heb ik daar de oorlog meegemaakt en heb ik leren inzien hoeveel Kroatië voor mij betekent. In mei 2014 woonde ik in Donetsk en moest ik alles achterlaten toen de Russen daar de stad begonnen te bombarderen. En op 24 februari was mijn huis in Kiev niet meer veilig.”

David Neres

Srna probeert na het begin van de oorlog een veilig heenkomen te zoeken voor staf en spelers van de club in Kiev. Al snel blijkt dat de meeste buitenlandse spelers het land zo snel mogelijk willen verlaten. Zo ook David Neres, die een maand eerder voor 12 miljoen euro van Ajax naar Sjachtar was overgestapt. De Braziliaan weet via de zuidelijke stad Tsjernivtsi naar Roemenië te vluchten en zal nooit een minuut voor Sjachtar spelen. Hij staat nu onder contract bij het Portugese Benfica dat naar verluidt 15 miljoen voor hem betaalt. Neres is één van de veertien internationale spelers die Sjachtar kwijtraakt. Alleen de spits Lassina Traoré (uit Burkina Faso en ook ex-Ajax) blijft Sjachtar vooralsnog trouw. „Ik begrijp heel goed dat die spelers weg wilden”, stelt Srna. „In het begin overheerste toch de angst en de onzekerheid. Voetbal deed er even niet toe.”

Srna hinkt in Kiev dagen achtereen op twee gedachten: blijven of vertrekken. Samen met tientallen andere medewerkers schuilt hij in kelders voor de Russische bommen. De voormalige rechtsback doet met succes een beroep de Sloveense UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin en weet alle buitenlandse werknemers het land uit te krijgen. De Oekraïense voetballers moeten echter net als alle andere jonge mannen blijven. Op aanraden van de Kroatische ambassade besluit Srna dan zelf wel te vertrekken. Na een autorit van 36 uur bereikt hij de Kroatische stad Zagreb. Onderweg gaan zijn gedachten automatisch terug de oorlog in zijn jeugd. „Net als toen voelde ik me nu weer aangevallen door een agressor. Het enige wat wij willen is een veilig leven in ons eigen land”, zegt Srna in Schiedam.

Het is voor Srna nooit een optie geweest om Sjachtar definitief te verlaten. Inmiddels is hij alweer vijf keer terug geweest in Oekraïne om aan een nieuwe toekomst van de ploeg te bouwen. „Als speler was ik aanvoerder van Sjachtar”, legt hij uit. „En captain blijf je voor het leven. Ik heb verschillende mogelijkheden gehad om ergens anders aan de slag te gaan, maar ik blijf deze club trouw. Ik voel me voor een deel Oekraïner. Dit is ook míjn oorlog. Mijn gezin woont in Kroatië, maar ze begrijpen heel goed dat ik juist nu mijn werk voort wil zetten. Ik behoor tot de familie van Sjachtar.”

Spelers van Sjachtar Donetsk donderdag tijdens een training in Vlaardingen.

Foto Hedayatullah Ami

De technisch directeur slaagt er na enkele weken in om 42 minderjarige jeugdspelers uit de opleiding van Sjachtar onder te brengen in Kroatië. En niet lang daarna wordt in overleg met de Oekraïense regering van president Volodymyr Zelensky geregeld dat de selectiespelers met een speciale permissie het land uit mogen. Zo strijkt Sjachtar dit voorjaar neer in het geboorteland van Srna om eraan een comeback te beginnen.

„Zelensky is gelukkig een groot voetballiefhebber. Hij begrijpt als fan van FC Kryvbas hoe belangrijk het is dat mensen weer iets hebben om naar uit te zien”, legt assistent-trainer Joeri Benjo uit. „Je kunt niet maandenlang in shock leven. Hoe gek het ook klinkt, maar zelfs het leven in een oorlog went op een bepaalde manier. In de nieuwe werkelijkheid willen we door weer te gaan voetballen, stappen vooruit zetten.”

Champions League

Het is voor Sjachtar dubbele winst als de UEFA in mei van dit jaar besluit dat er geen Russische clubs mee mogen doen aan te Champions League. Zo wordt de vijand sportief gestraft, maar het gevolg is ook dat Sjachtar opeens rechtstreeks toegang krijgt tot de groepsfase van het lucratieve toernooi. Het startgeld van de UEFA bedraagt ruim vijftien miljoen euro. Sjachtar zal de thuiswedstrijden in de Champions League in het Poolse Warschau spelen. „We zullen vooral met jonge Oekraïense spelers geen werken”, legt assistent-trainer Benjo, zelf ook oud-voetballer, uit. „Die jongens krijgen niet alleen een unieke kans om zich op het hoogste podium te bewijzen, maar ze spelen straks in Polen ook voor Oekraïense voetbalfans.”

Het is de droom van clubeigenaar Rinat Akhmetov die Sjachtar deed uitgroeien tot het boegbeeld van Oekraïne. De kolen- en staalmagnaat heeft de club sinds 1995 in handen. Hij is met een investering van circa een miljard euro de vader van het succes van Sjachtar, dat ook van oorsprong een mijnwerkersclub is: de twee gekruiste hamers in het embleem verwijzen naar die geschiedenis.

Middenvelder Artyom Bondarenko tijdens een voetbaltraining
Foto’s Hedayatullah Amid

De winst van de UEFA Cup in 2009 geldt als sportief hoogtepunt van de dertienvoudig kampioen van Oekraïne. Srna: „Toen ik in 2003 een contract tekende beloofde hij me dat Sjachtar een topteam zou krijgen en in een nieuw stadion zou komen te spelen. Dat is allemaal uitgekomen.” Eigenaar Akhmetov is „heel veel kwijtgeraakt”, zegt Srna, „maar hij is de club trouw gebleven. Hij blijft vechten voor ons bestaan. Daar moeten we kracht uithalen.”

Sjachtar-speler Bondarenko, afkomstig uit het centraal gelegen Tsjerkasy, leeft als voetballer van dag tot dag. De middenvelder die op 1 maart 2020 zijn officiële debuut maakt voor Sjachtar, is zelfs nog nooit in het stadion van de club geweest. De stad Donetsk kent hij alleen van de verhalen. De fans van Sjachtar zijn vreemden voor hem. Het is maar zeer de vraag of Bondarenko ooit in de Donbas Arena zal spelen. Dat zijn zorgen voor later.

In het duel met Ajax speelde hij met ‘Okhtyrka’ op zijn rug. Uit solidariteit: Okhtyrka, zo’n 400 kilometer van Donetsk verwijderd, is een van de zwaarst getroffen steden in Oekraïne. „We zijn als Oekraïners nu veel meer met elkaar verbonden”, zegt Bondarenko. Dat is ook te merken aan de manier waarop de spelers met elkaar communiceren. Russisch is nog altijd de voertaal bij Sjachtar. „Dat zal gaan veranderen. Onze kinderen zullen later allemaal Oekraïens spreken.”

Technisch directeur Srna is ervan overtuigd dat zowel het land Oekraïne als Sjachtar sterker uit de strijd zal komen. Ook nu trekt hij een les uit verleden. „Iedere oorlog is verschrikkelijk. Er gaan mensen dood, onder wie vele kinderen. Dat is onherstelbaar”, zegt Srna. „Maar de tijd na de oorlog in Kroatië was de mooiste tijd uit mijn leven. Mensen respecteerden elkaar veel meer. Hielden met heel hun hart van elkaar. Genoten van de kleine dingen in het leven. Een glas wijn. Een stuk chocolade. Ik heb gezien hoe de oorlog dingen in positieve zin kan veranderen.” En in het voetbal kan dat iets extra’s losmaken, weet hij. „Kroatië werd in 1998 derde op het WK voetbal na winst op Nederland.”

Lees verder…….