Maken nieuwe data tennis leuker? Jannik Sinner wint in Rotterdam met een forehand van 8,8

Het is een plaatje van een bal die Jannik Sinner in de finale van het ABN Amro Open-tennistoernooi aan het eind van de eerste set slaat. Hij krijgt de bal in het midden van de baan, met weinig snelheid en weinig spin, zo’n bal waarmee hij alles helemaal zelf moet doen. Sinner twijfelt geen moment, haalt zijn racket naar achter en lanceert met een razendvlugge polsbeweging een halfhoge spinbal die maar blijft versnellen, kruislings de hoek in. Zijn tegenstander Alex de Minaur krijgt er zijn racket niet meer achter.

Applaus van het publiek, De Minaur buigt het hoofd, Sinner balt zijn vuist. Een paar games later is de eerste set voor de 22-jarige Italiaan binnen, en is hij op weg naar zijn eerste toernooizege in Rotterdam.

Zou je die forehand een cijfer moeten geven, dan zou het een 8,8 kunnen zijn. Dat is althans het getal dat de ATP, de organisator van de tennistour bij de mannen, dit toernooi aan de beste slag van de Sinner toekent. Het is gebaseerd op de snelheid (voor Sinner tijdens het ABM Amro Open gemiddeld 124 kilometer per uur), mate van effect, diepte en spreiding van de bal, en tot slot de impact op zijn tegenstander. Als de Italiaan zo’n bal slaat, aldus de ATP, heeft hij meer dan 75 procent kans dat hij het punt pakt.

De cijfers die aan slagen van spelers – forehand, backhand, service en return – worden toegekend, behoren tot de ‘Tennis Insights’, een reeks statistieken die de ATP sinds een jaar of twee heeft geïntroduceerd. Een algoritme op basis van artificiële intelligentie (AI) is, met een database van vijf miljoen gespeelde punten, aangeleerd tenniswedstrijden in real-time te analyseren. Niet alleen worden cijfers uitgedeeld aan slagen, ook kan de software aangeven hoe effectief de service van spelers is, in welke mate ze in de aanval zijn in een rally, welk percentage ze van die punten maken en hoe vaak ze uit verdedigende positie weten te scoren – iets dat de ATP een ‘steal’ noemt.

Vergrijzen

Het is de bedoeling dat de insights de tennisport inzichtelijker maken en de aandacht vergroten, schrijft Anthony Taylor in een mail aan NRC. Hij is ‘head of product’ van Tennis Data Innovations, dat de software ontwikkelde. „Traditionele data laten zien wie er heeft gewonnen, onze data laten zien waarom ze succesvol zijn geweest.” Ze zijn bedoeld voor spelers en coaches, geïnteresseerde sponsoren en fans. Het moet bijdragen aan een toekomstbestendige sport; tennis ziet zijn publiek vergrijzen – tussen 2006 en 2016 steeg de gemiddelde leeftijd van de fan met tien jaar naar 61.

De data laten soms verrassende dingen zien. Zo blijkt Tallon Griekspoor, de Nederlander die in de halve finale werd uitgeschakeld door Sinner, een van de aanvallendste spelers van de ATP Tour te zijn, ook al staat hij bekend als een speler die graag vanaf de baseline tennist. Maar de insights tonen dat Nederlands beste tennisser bij 27 procent van de ballen die hij slaat, de aanval kiest. Dat is 4 procentpunten hoger dan het gemiddelde, waarmee hij achtste staat op die statistieklijst.

Maar voor de tennisliefhebbers in Rotterdam is het zoeken naar de nieuwe data. In de grote hal van Ahoy zijn alleen welbekende statistieken, zoals de stand, wedstrijdduur en servicesnelheid op de digitale billboards te zien. Wie meer data wil vinden, moet op eigen houtje naar de website van de ATP gaan.

Je had dan kunnen weten dat de Australiër De Minaur volgens de data een van de besten is in steals, als hij aan het eind van de eerste set met een schitterende bal een break maakt. Sinner heeft dan al enkele setpunten gehad, maar in een ellenlange game wil de beslissing maar niet vallen. In een van de langste rally’s van de wedstrijd heeft de Italiaan het initiatief en stuurt hij de bal van links naar rechts, maar dan slaat De Minaur vanuit het defensief een backhand hard en vlak langs de lijn. Sinner is zo verrast dat hij uitglijdt. Liggend op het hardcourt moet hij het punt en de game aan de Australiër laten.

„Als je al fan bent en je zoekt meer informatie over een of meerdere spelers, dan dragen meer statistieken bij aan de belevenis van de sport”, zegt Robin Haase, die zondagmiddag de dubbelfinale met Botic van der Zandschulp verliest van Wesley Koolhof en Nicola Mektic. „Maar ik denk niet dat het nieuwe fans zal aantrekken.”

Het toernooi in Rotterdam trok bij zijn 51ste editie bijna 127.000 bezoekers, een record. Dat had vooral met het goede deelnemersveld te maken, zegt toernooidirecteur Richard Krajicek. Hij wist zes toptienspelers te strikken, onder wie de finalisten van de Australian Open in Sinner en de Rus Daniil Medvedev – al meldde die laatste zich af. Sinner, de nummer vier, speelde in de finale tegen de nummer elf van de wereld, De Minaur.

Volgens Krajicek is er een doelgroep voor de nieuwe data. „Er zijn fans die cijfers leuk vinden, voor hen is het perfect. Maar het moet je niet opgedrongen worden.” De toernooidirecteur is niet van plan veel meer statistieken op de grote schermen te gaan tonen. „Iedereen heeft nu zo’n ding”, wijst hij op zijn telefoon. „Het is aan de ATP om ervoor te zorgen dat je alle data daarop kunt zien.”

‘Niet goed met cijfers’

Voor spelers en coaches heeft de ATP vorig jaar een digitaal portaal opgericht, waar ze beschikking hebben tot alle data. Spelers lijken er nog niet warm voor te lopen. Van der Zandschulp zegt dat hij soms opzoekt waar zijn tegenstanders graag naartoe serveren. „Dat is wel interessant, maar ik zou niet weten wat voor cijfer mijn forehand krijgt”, zegt hij. „Daar houd ik me helemaal niet mee bezig.”

Sinner had zijn rapportcijfers wel gezien, zegt hij op de persconferentie na afloop. Hij verslaat De Minaur uiteindelijk met 7-5 en 6-4, pakt na de Australian Open zijn tweede titel van het jaar en staat vanaf maandag derde van de wereld. Hij noemt het een goede ontwikkeling dat de ATP de sport op deze manier probeert te ontsluiten en toont zich ondanks zijn toernooiwinst kritisch op zijn forehand deze zondag. „Het was lastig om goede ballen te slaan omdat de bal zo laag opstuitte.” Was het een 8,8 waard? „Dat weet ik niet”, lacht Sinner hoofdschuddend. „Ik ben niet goed met cijfers.”