Loopt de energietransitie vertraging op als warmtenetten in publieke handen? En vier andere vragen

Verduurzaming Warmtenetten moeten in publieke handen komen, vindt minister Jetten. Energiebedrijven zijn daar niet over te spreken.

Minister Rob Jetten (Energie, D66) omschrijft de warmtenetten als zijn „taaiste dossier”.
Minister Rob Jetten (Energie, D66) omschrijft de warmtenetten als zijn „taaiste dossier”.

Foto Bart Maat / ANP

Grote energiebedrijven kondigden per direct een investeringsstop aan en de gemeenten betitelden daarop Eneco en Vattenfall als onbetrouwbaar. De vraag hoe we ervoor gaan zorgen dat een half miljoen huizen de komende jaren op een warmtenet worden aangesloten, zorgt zelf al voor de nodige temperatuurstijging. Vrijdag kwam minister Rob Jetten (Energie, D66) met zijn nieuwe warmtewet. Vijf vragen over – in de woorden van Jetten – „mijn taaiste dossier”.

1 Waarom zijn warmtenetten eigenlijk belangrijk?

Nederland moet de komende decennia van het gas af en daarin spelen de warmtenetten een belangrijke rol. Nu hebben zo’n half miljoen woningen een aansluiting, waardoor zij warm water (voor verwarming en uit de kraan) van een centrale warmtebron krijgen aangevoerd. Die warmtebron kan de restwarmte van bedrijven zijn, maar ook biomassa of aardwarmte. Tot 2030 moeten er nog eens een half miljoen aansluitingen bij komen. Twintig jaar later, wanneer volgens de planning niemand meer aardgas gebruikt, is vermoedelijk een derde van alle huizen aangesloten op een warmtenet.

2 Waarom komt Jetten nu met een nieuwe wet?

Het belang van de warmtenetten neemt toe en de minister wil met de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening ervoor zorgen dat iedereen een betaalbaar en duurzaam alternatief voor aardgas kan krijgen. Cruciaal is dat Jetten de commerciële energiebedrijven, die nu 90 procent van de bestaande warmtenetten bezitten, op een zijspoor zet. In plaats van de Eneco’s en Vattenfalls krijgen gemeenten de centrale rol: alleen zij (of andere publieke instellingen) mogen nog eigenaar worden.

Daarmee, zegt Jetten, krijgen de mensen met een warmtenetaansluiting te doen met „een betrouwbare publieke partij”. Dat is des te belangrijker omdat de eigenaar van een warmtenet altijd een monopolist is, omdat je nu eenmaal één infrastructuur (buizennetwerk plus warmtebron) aanlegt. En als jouw wijk op een warmtenet overgaat, ben je meestal verplicht om (voor tientallen jaren) mee te doen.

Daar komt bij dat gemeenten al het voortouw moeten nemen in de verduurzaming van de wijken. Dan is het wel zo logisch dat zij ook eigenaar worden van de netten, vindt Jetten.


Lees ook: Wie zorgt voor warmte in de wijk? Twist over eigendom vertraagt nieuwe warmtenetten

3 Haken de energiebedrijven niet af door dit plan?

De commerciële bedrijven spelen tot nog toe een centrale rol in de exploitatie van warmtenetten. Eneco, Vattenfall en Ennatuurlijk – de drie grootste partijen – willen niet meer investeren als zij niet de zeggenschap hebben over de exploitatie. Warmtenetten zijn langjarige projecten die soms tientallen miljoenen aan investeringen vergen.

De bedrijven zeggen meer publieke regie toe te juichen en het eigendom ook te willen delen, maar ze willen wel in staat blijven de risico’s op hun investeringen te beheersen. En dat kan volgens hen niet als minderheidsaandeelhouder, zeker omdat de kennis bij veel gemeenten ontbreekt. Daarom zetten ze nu alle investeringen tijdelijk stop.

4 Wat vinden de gemeenten van de nieuwe wet?

Die gaan ervan uit dat de weerstand bij bewoners minder wordt als die weten dat een gemeente, of een gemeenschappelijk warmtebedrijf, de eigenaar wordt in plaats van een privaat bedrijf. Net als bij stroom- en gasnetten behoren ook warmtenetten in publieke handen te liggen, vindt de koepelvereniging VNG. De gemeenten kunnen zo „beter aan het stuur zitten” om publieke belangen – zoals de kosten van de warmte – te waarborgen. Natuurlijk gaan zij wel uit van extra bijdragen van het Rijk.

5 Loopt Jetten het risico dat de transitie vertraging oploopt?

Ja. Want zeker in de eerste jaren moeten gemeenten geld, kennis en mankracht regelen om deze rol aan te kunnen. Volgens een PwC-onderzoek leidt dit zeker tot vertraging. Ook Jetten onderkent dat. Het is wel zo dat energiebedrijven en gemeenten expliciet de deur open houden om samen te blijven werken.

Om vertraging te voorkomen komt er „een ingroeiperiode” van zeven jaar. In die tijd mogen bedrijven, als er geen alternatieven zijn, toch nog een warmtenet in eigendom krijgen. In de praktijk gaat het dan om projecten die nu al voorbereid worden, want de realisatie neemt vele jaren in beslag.

Verder, benadrukt Jetten, raken de bedrijven hun huidige warmtenetten niet zomaar kwijt, wanneer de nieuwe wet op 1 juli 2024 ingaat. Tijdens een overgangsperiode krijgen „de bestaande warmtebedrijven voldoende tijd en ruimte” om hun investering in de huidige netten terug te verdienen. Dat kan bij het ene netwerk over tien jaar zijn, bij een ander over dertig.

Lees verder…….