Leenkosten voor Italiaanse overheid lopen op

Staatsschuld Het verschil tussen de Duitse en de Italiaanse rente neemt toe. De ECB heeft een programma klaarliggen om Italië te hulp te schieten.

Een vrouw in Rome bekijkt een etalage, voorafgaand aan de Italiaanse verkiezingen van 25 september.
Een vrouw in Rome bekijkt een etalage, voorafgaand aan de Italiaanse verkiezingen van 25 september.

Foto Stoyan Nenov/Reuters

Italië is, vergeleken met andere eurolanden, dinsdag meer rente gaan betalen op zijn staatsschuld. Als deze trend doorzet, kan dit de Europese Centrale Bank ertoe bewegen om Italië te hulp te schieten.

Een belangrijke financiële stressindicator voor de eurozone is het verschil tussen de rente die Italië betaalt op staatsleningen, en de rente die Duitsland betaalt. Dit renteverschil, de zogeheten spread, bereikte ruim 2,5 procentpunt voor leningen met een looptijd van tien jaar. De spread stond vrijdag nog onder de 2,3 procentpunt.

Het oplopen van de spread kan niet alleen verklaard worden door de Italiaanse verkiezingsuitslag van zondagavond. Maandag liep het renteverschil nog maar een beetje op. De grotere beweging op dinsdag vond plaats in het kielzog van een brede stijging van de rente op staatsleningen in Europa.

Dat was mede in reactie op de instabiliteit in het Verenigd Koninkrijk, waar de begrotingsplannen van de nieuwe regering tot zorgen over de staatsfinanciën hebben geleid. Ook groeit onder beleggers de overtuiging dat centrale banken door zullen gaan met renteverhogingen. Vooruitlopend daarop eisen zij nu alvast meer rente (risicovergoeding) op staatsobligaties die ze kopen.

Kwetsbare staatsfinanciën

Dat de Italiaanse rente naar verhouding extra sterk opliep, is niet verwonderlijk, gezien de kwetsbare staatsfinanciën van het land. Het Zuid-Europese land kampt met een enorme staatsschuld van rond de 150 procent van het bbp. Onzeker is of de radicaal-rechtse verkiezingswinnaar Giorgia Meloni vasthoudt aan de economische hervormingen van haar voorganger Mario Draghi.

Oplopende Zuid-Europese spreads karakteriseerden de eurocrisis van 2010-2012. De Italiaanse spread liep toen op tot bijna 5 procentpunt. Toenmalig ECB-president Draghi beloofde in 2012 „al het nodige” te doen om de euro te redden en lanceerde een programma om gericht Zuid-Europese staatsleningen te kunnen opkopen, om de rentes daarop te drukken.

Dit programma is nooit uitgevoerd. De opkoopprogramma’s die de ECB daarna uitvoerde golden niet voor specifieke landen, maar voor álle eurolanden. Maar nu is het de vraag of de ECB alsnog Italië te hulp zal schieten door Italiaanse staatsschuld op te gaan kopen. In juni dit jaar liep de spread eveneens op richting de 2,5 procent. Om de marktonrust te temmen kondigde de ECB toen een nieuw programma aan waarmee ze specifiek de schuld van afzonderlijke landen kon opkopen.

Lux et Libertas
Lees ook dit NRC-commentaar: Italiaanse uitslag luidt voor de EU een nóg onzekerder periode in

De ECB laat bewust in het midden bij welke spread zij Italië, of een ander land, zou gaan helpen. Het hangt niet alleen van het niveau af, maar ook, en vooral, van de óórzaak van oplopende renteverschillen. Dat er verschillen zijn in rentes van eurolanden, beschouwt de ECB als natuurlijk en normaal. Staatsobligaties van Italië zijn nu eenmaal een riskantere belegging dan die van Duitsland of van Nederland. Het risico dat Italië niet terugbetaalt, is groter.

De ECB heeft gezegd pas te zullen ingrijpen als een spiraal optreedt waarin beleggers massaal tegen een land gaan speculeren. De ECB noemt dit „wanordelijke” marktomstandigheden. Hiervan lijkt nu nog geen sprake.

Lees verder…….