Kritische getuigenissen over het Indische verleden

Recensie Beeldende kunst

Galerie De ontroerende dubbelexpositie ‘Totok – Indisch Besef’ toont met ingetogen of juist nadrukkelijk dramatische kunstwerken het gewelddadige Nederlands-Indische verleden.

Het kunstwerk ‘WARRIORS’ (detail) van Clementine Oomes op de expositie Totok - Indisch Besef.
Het kunstwerk ‘WARRIORS’ (detail) van Clementine Oomes op de expositie Totok – Indisch Besef. Foto Nynke Deinema/ Clementine Oomes

Zwart-witfoto’s uit het voormalige Nederlands-Indië, bij tienduizenden zijn ze gemaakt. Ze tonen een koloniaal verleden van de Nederlander in de Indische wereld. Voor kunstenares Nynke Deinema hebben die foto’s iets schuldigs. Daarom perforeert ze die, ze trekt er rode krassen overheen. ‘Iconoclasme’ noemt ze haar werkwijze, beeldenstorm. Samen met Clementine Oomes heeft Deinema in de Amsterdamse galerie What Art Can Do de expositie Totok – Indisch Besef. ‘Totok’, dat is een witte Europeaan in de Indische tijd, tegenwoordig een woord met een negatieve bijbetekenis.

Deinema en Oomes delen een achtergrond in Nederlands-Indië. De grootvader van Deinema had de cultuuronderneming Siloewok Sawangan op Java met koffie, rubber, kapok en cacao. Op een van de intensief bewerkte familiefoto’s van Deinema (1963) zijn vijf arbeiders te zien, toentertijd koelies genoemd. Ze staan blootsvoets en tillen drie volgepropte balen op een weegschaal of lorrie. Het zwart-wit lijkt een negatief, een beeld uit een ver verleden. Over het kunstwerk heen lopen kralensnoeren van hardroze en Deinema maakte er rode krassen overheen, als symbool lijkt het om de koloniale beeldtaal te wissen. De serie heet #Siloewok Sawangan en laat onder meer een cacaonoot zien en tabaksbladeren die te drogen hangen. Door de even zorgvuldige als rigoureuze bewerking hebben de foto’s de kracht van hedendaagse, kritische getuigenissen over het Indische verleden.

Onthutsend beeld

Clementine Oomes (1970) beschouwt zichzelf als een tweedegeneratieslachtoffer. Haar moeder, grootmoeder en tante brachten drieënhalf jaar in een Japans interneringskamp door. Die gruwelijke werkelijkheid tekent haar verleden, en haar werk. Gesloten gezicht en Gesloten mond, van gemengde techniek, laten twee portretten zien, een van haarzelf als vijfjarig meisje en een van een jongen, waarvan gezicht en mond schuilgaan achter dun draad, als ijzerdraad. Zwijgen én gevangenschap uitgedrukt in een onthutsend beeld. Van een verstilde en tegelijk rauwe schoonheid is de reeks Mama Saya, kleine, puur witte kijkdozen met daarin drie bedden met een hoofdkussen erop. Het kost enige tijd voor je erachter komt, ik moest eerst denken aan een gedicht van Gerrit Kouwenaar, Totaal witte kamer. Dan ontdek je: het object moet de hut in het kamp verbeelden. Binnenin plaatst Oomes tekeningen in ruwe harde schetslijnen bij wijze van dramatisch contrast.

Evenals Deinema manipuleert ze de werkelijkheid. Het werk De plattegrond is geschilderd op de achterkant van een schilderij, dat is vastgeniet op een paneel. De plattegrond uit de titel verwijst naar de plattegrond van het Japanse kamp. We zien niet meer dan wat lijnen, alsof die ons de weg willen wijzen.

Oomes is explicieter in de verwerking van het Indische verleden van haar familie dan Deinema. Met titels als Lost religion, Warzone en Oorlogsgroen verwijst ze nadrukkelijk naar het gewelddadige verleden in toenmalig Indië. In Warzone (gemengde techniek op canvas) zien we vluchtende figuren tegen een chaotische achtergrond, alles als in een nachtmerrie getekend. Deze ontroerende dubbelexpositie laat zien, hoe verschillend Deinema en Oomes ook werken, dat het ‘Indisch besef’ er een is van trauma’s van ogenschijnlijk lang geleden, maar dat is niet zo. Ze zijn er nu, nog steeds, weergegeven in meer ingetogen (Deinema) of juist nadrukkelijk dramatische (Oomes) kunstwerken.

Beeldende kunstNaar een museum? Dit zijn de beste exposities die je nu kunt zien

Lees verder…….