In ‘Vijand van het volk’ staat niet het individu maar het clowneske systeem centraal

Recensie


Theater

Theater De politieke zedenschets ‘Vijand van het volk’ van Henrik Ibsen uit 1882 is bij Toneelhuis en Olympique Dramatique een circusact vol schmierende clowns, die ook doet denken aan de huidige klimaatcrisis.

Scène uit de voorstelling Vijand van het volk
Scène uit de voorstelling Vijand van het volk

Foto Kurt van der Elst

Een papegaaiduiker, zegt een oude kapitein in Vijand van het volk, is geen papegaai, geen duiker én niet iemand die op papegaaien duikt. „Dingen worden niet altijd benoemd zoals ze zijn.”

Het raakt aan de kern van Henrik Ibsens toneelstuk uit 1882, een politieke zedenschets die bevolkt is met egoïsten die hun eigen belangen verpakken in doorzichtig altruïsme of geveinsde onwetendheid. Het enige individu dat niet zozeer met zichzelf bezig is, maar uit idealisme opkomt voor de waarheid, verwordt uiteindelijk tot een cynische paria.

Het stuk vangt aan als een dokter (Joeri Happel) ontdekt dat het water in een luxe kuuroord, dat de gemeente van inkomsten en werkgelegenheid voorziet, vervuild is. Als hij de gemeenschap op de hoogte wil stellen, vormt dat de katalysator voor corrupt, opportunistisch getouwtrek waarin de burgemeester, de pers, de uitgever en zijn gezin de idealen van de dokter bevragen, vertroebelen en omverwerpen.

Dat de lokale politieke arena waarin Ibsen zijn drama goot, veel wegheeft van een dorpscircus vol konkelfoezende, schmierende clowns, benadrukt toneelcollectief Olympique Dramatique met karikaturale (Pinokkio-)maskers en de naar clownerie neigende speelstijl. Alle personages dragen een vergelijkbaar onuitgesproken zwart kostuum en het spel is veelal frontaal richting zaal gericht. Identificatie wordt daardoor bewust bemoeilijkt: zo verlegt de groep de focus van het individu naar het systeem, waarin idealisme en waarheidsvinding het afleggen tegen persoonlijk eigenbelang.

Die vervreemdende speelstijl is veelzeggend, maar levert ook een lange tijd vooral statische kijkervaring op. Prettig is het tegenwicht dat Sanne Samina Hanssen daarin biedt, die als vrouw van de dokter als enige niet altijd meegaat in het circusachtige spel, en zich juist met veel gevoel (twijfel, liefde, en ook woede) tot haar man blijft verhouden.

Indrukwekkende monoloog

Het stuk toont hoe elke crisis ook altijd aan een andere crisis raakt, wat het zo moeilijk maakt om daadkrachtig op te treden. De hele watervoorziening van het kuuroord vernieuwen, dat zou twee jaar sluiting betekenen en dus twee jaar inkomsten mislopen. Bij wie komt de rekening? Bij de aandeelhouders, of moeten de belastingen omhoog, gaat de middenstand ervoor opdraaien? Als iedereen met op papier redelijke argumenten de verantwoordelijkheid kan doorschuiven naar een ander (denk: klimaatcrisis!), steven je als gemeenschap rechtstreeks af op een impasse. En ondertussen blijft de volksgezondheid in gevaar.

Als uiteindelijk ook de ‘robuuste meerderheid’ zijn steun aan hem heeft ingetrokken en de krant de publicatie van zijn onderzoek definitief intrekt, breekt de dokter. In een indrukwekkende monoloog toont Happel hoe het idealisme van de dokter als een last van hem afvalt. En wat ervoor in de plaats komt is – heel fraai – niet fraai: een boze burger die zich vastdraait in zijn eigen gelijk. De meerderheid heeft misschien de macht, stelt hij, maar het individu bezit iets waardevollers: de waarheid.

In een verbeten slotmonoloog roept hij het individu op om de waarheid beschermen door zich af te keren van de massa. Maar in zijn rigide gesputter verschilt hij dan per saldo al niet veel meer van de zelfingenomen individuen die hem zo gewetenloos neerhaalden en die hij inmiddels hartstochtelijk veracht.


Theater Bekijk een overzicht van onze recensies over theater

Lees verder…….