In velerlei opzicht was het een bijzonder WK

Analyse

Qatar 2022 Een goede organisatie, een sensationele finale als slot. Maar het WK in Qatar was en blijft controversieel.

Het Lusail-stadion in Doha zondag vlak voor de WK-finale, op de nationale Qatarese feestdag.
Het Lusail-stadion in Doha zondag vlak voor de WK-finale, op de nationale Qatarese feestdag.

Foto Thaier Al-Sudani / Reuters

Het was dit jaar dubbel feest op zondag 18 december in Qatar. De Qatarezen vierden op National Day niet alleen de eenwording van Qatar in 1878, maar stonden ook als gastland van de meest sensationele WK-finale ooit volop in de schijnwerpers van de wereld. Qatar werd door FIFA-voorzitter Gianni Infantino geprezen voor „de unieke kracht om mensen samen te brengen” op in zijn ogen „het beste WK ooit.” Emir Tamim bin Hamad al-Than zal terugkijken op een geslaagd toernooi. Maar dat geldt zeker niet voor iedereen.

Waren de loftuitingen van de Zwitsers-Italiaanse Infantino een farce of waren die terecht? Het antwoord op die vraag is zeker niet eensluidend. Daarvoor was het wereldkampioenschap te controversieel en kostte de bouw van de infrastructuur te veel slachtoffers, maar tegelijkertijd waren de organisatie en de omstandigheden om te voetballen vele malen beter dan bij veel vorige toernooien. Misschien was de betiteling „het meest besproken WK ooit” een betere geweest.

Infantino keek in aanloop naar de finale tussen Argentinië en Frankrijk voor een zaal met internationale media terug op het 22ste wereldkampioeonschap voetbal. Dat deed de FIFA-baas op heel andere toon dan waarmee hij toernooi een maand eerder opende. Toen haalde hij nog fel uit naar „hypocriete Europese landen” die het regime van Qatar bekritiseerden. „Vandaag heb ik sterke gevoelens, vandaag voel ik me Qatarees, Arabier, Afrikaan, homo, gehandicapt en arbeidsmigrant”, stelde Infantino toen. „Ik voel me zoals hen omdat ik weet hoe het is om te worden gediscrimineerd. Om als buitenlander te worden weggezet. (…) Dan ga je niet terugslaan, maar probeer je je betrokken te voelen. En dat zouden we allemaal moeten doen.”

Voetbal als geldmachine

Infantino sloeg bij de afsluiting van het WK een bedachtere toon aan. Hij begon zijn betoog met het benadrukken van de positieve kanten van het toernooi. Het WK was een ongekende cashcow met 7,5 miljard euro aan opbrengsten, een miljard meer dan vier jaar geleden in Rusland. Met dank aan de wereldwijde verkoop van televisierechten, inkomsten uit sponsoring en merchandising en de verkoop van circa drie miljoen kaarten voor 64 wedstrijden. „We zijn overtuigd van de kracht van onze sport”, sprak Infantino, die verwacht dat de inkomsten van het WK 2026 in de Verenigde Staten, Canada en Mexico naar 11 miljard euro stijgen. Het voetbal is een ware geldmachine geworden, in Qatar waren ook weinig ‘arbeiders’ onder de supporters uit de landen van de 32 verschillende deelnemers.

De regering van Qatar investeerde ruim 200 miljard euro voor een wereldkampioenschap dat vooral was weggelegd voor de elite. Naast een luchthaven, zeven nieuwe stadions en een metronetwerk, werd er zelfs in Lusail een WK-stad gebouwd. De vluchten, de accommodatie en de prijs van de kaartjes waren voor fans uit veel landen duurder dan ooit. Toch kwamen supporters uit landen als Saoedi-Arabië, India, de Verenigde Staten, Engeland, Mexico, Argentinië en Marokko in groten getale. De aanhang van Europese landen liet het afweten. Iets minder dan een miljoen buitenlandse fans bezochten Qatar. Het was sympathiek dat migranten voor slechts 10 euro een kaartje konden kopen. Dat voorkwam ook te veel lege stoeltjes in de stadions waar volgens de FIFA gemiddeld 52.760 toeschouwers zaten.

Het waren dezelfde arbeidsmigranten waardoor het WK ter discussie kwam te staan. Circa twee miljoen mannen en vrouwen uit landen als Nepal, India, Bangladesh en Pakistan verdienen hun geld in Doha. Uit onderzoek van mensenrechtenorganisaties en internationale media bleek dat de werkomstandigheden in Qatar soms zo slecht waren met honderden zo niet duizenden dodelijke slachtoffers tot gevolg. Daarop kwam met name kritiek uit Europese landen als Engeland, Duitsland, Denemarken, België en Nederland. Verschillende bonden, onder wie de KNVB, drongen tevergeefs aan op een slachtofferfonds. Infantino wimpelde vragen daarover steevast af. Hij wees liever op het legacy fund van 2,25 miljard euro dat de FIFA in met name in meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden gaat steken. En de steun die hij van verreweg van de meeste van de 211 FIFA-leden krijgt.

Toch was de dood ook tijdens het WK vaak onderwerp van gesprek. Zo stond er in de slotfase van het toernooi bij iedere wedstrijd een condoleancetafel met de foto’s van twee overleden journalisten en een fotograaf. Tijdens het WK kwamen eveneens een Nigeriaanse beveiliger en een Filippijnse arbeider bij fatale valpartijen om het leven. Dat zorgde al met al voor een nog zwarter randje aan dit WK. Infantino liet in antwoord op vragen over het aantal dode arbeiders weten dat er wel een onderscheid moet worden gemaakt tussen slachtoffers ‘op de werkplaats’ en sterfgevallen die aan werk worden gerelateerd. „Ieder slachtoffer is er één te veel”, stelde de FIFA-voorzitter, die claimde dat de arbeidsomstandigheden verbeterd zijn en onderwerp van gesprek blijven.

Het bleef een bijzonder WK om in velerlei opzicht nooit te vergeten. Vanwege het FIFA-verbod om een One-Love-band te dragen, het debuut van de eerste vrouwelijke scheidsrechter op een WK voor mannen, nuchtere fans, het uitblijven van supportersgeweld, het spelen binnen een straal van zestig kilometer en het (voorlopige) failliet van het aanvallende positievoetbal. Het Argentinië van Lionel Messi is in alle opzichten de wereldkampioen die het beste past bij het meest besproken wereldkampioenschap met de ongetwijfeld meest besproken finale ooit.

Lees verder…….