‘Ik koop alleen kleding als ik die mooi vind’

Léon Keekstra (48) is ondernemer en woont en werkt in Rotterdam. Hij geeft advies over ‘gastvrijheidsissues’. „Maar ik wil de rest van mijn leven het liefst verder met mijn hoedenwinkel.”



Foto Bob van der Vlist

in

‘Als zzp’er sta je altijd aan. Dan ben ik op een verjaardag en hoor ik mensen over een probleem op het werk praten, en dan denk ik heel vaak: misschien zit daar wel een opdracht voor mij in… Zo kwam ik ook aan mijn huidige klus voor een werkgroep met cardiologen.

„Ik adviseer bedrijven en instanties over gastvrijheidsissues. Ik heb bijvoorbeeld het Depot Boijmans van Beuningen geholpen om de bezoekers zich beter welkom te laten voelen.

„Jarenlang werkte ik in de horeca, eerst in Amsterdam en daarna zeven jaar in de Filippijnse hoofdstad Manila. Toen ik in 2014 terugkwam naar Nederland, wilde ik iets anders. Ik begon voor mezelf en wat begon met een geintje, maakte al snel dat ik de zelfbenoemde stadsbemoeial werd. Vanuit die functie bemoei ik me met de gastvrijheid in Rotterdam. Mijn dertig jaar horeca-ervaring heeft hierbij wel geholpen, bepaalde dingen werken overal ter wereld hetzelfde rondom gastvrijheid. Maar ik heb er ook veel over gelezen, ik heb trainingen gevolgd en geef ze nu ook zelf.

„Daarnaast organiseer ik evenementen voor een winkeliersvereniging aan de West-Kruiskade en sinds kort ben ik een pop-uphoedenwinkel begonnen in de stad. Ik heb een baard, maar geen hoofdhaar en daarom wilde ik graag iets op mijn hoofd. Een vriendin ontwierp een hoed en nu verkoop ik ze. Mijn inkomen fluctueert nogal, maar ik hoop op den duur met de winkel oud te kunnen worden. Ik zie mezelf over twintig jaar nog steeds die sleutel in de winkeldeur steken.”

uit

‘Als alleenstaande man in Rotterdam eet ik vaak buiten de deur. Ik woon op de West-Kruiskade en daar heb je een rijkdom aan keukens uit allerlei culturen. Als je zo verwend bent als ik, heb je niet één favoriet, daarvoor is er te veel keuze. Per maand ben ik daar wel zo 100 euro aan kwijt. Daarnaast heeft mijn pop-upwinkel ook een café met lunch en borrels. Wat overblijft van wat ik daar kook, eet ik uiteindelijk op. De ene keer is dat een omelet, bruchette of een broodje bal, ik maak alleen wat ik zelf lekker vind.

„Mijn handel is er leuk uitzien, dus ik besteed maandelijks best wat aan nieuwe kleding. Niet dat ik afga op bepaalde merken, ik koop kleding alleen als ik die mooi vind. Zo heb ik ooit een verschrikkelijk dure winterjas van 1.000 euro gekocht, hij zal ongetwijfeld van een merk zijn, maar ik heb geen idee. Ik vond hem in een gek winkeltje aan de Nieuwe Binnenweg.

„Ik heb een auto, maar kan eigenlijk best zonder, heb ik laatst gemerkt. Ik deed mee met een pilot van de gemeente: ik kon met één pas gebruikmaken van al het openbaar vervoer in de stad, van de waterbus tot de deelscooter. Heel handig, en dan ontdek je opeens hoe snel je door de stad kunt reizen. Toch houd ik mijn auto aan omdat mijn moeder van tachtig in Koudekerk aan den Rijn woont en ik minimaal een keer per week langs wil om leuke dingen met haar te doen.”

Lees verder…….