De 37ste editie van Tefaf Maastricht was donderdagmorgen nog maar een paar minuten open toen de eerste grote aankoop bekend werd gemaakt. Zoals in het verleden wel vaker gebeurde, deed het Rijksmuseum Amsterdam op de internationale kunst- en antiekbeurs een majeure aankoop. Het museum kocht, voor 3 miljoen euro, het enige gesigneerde schilderij van de hand van Gesina ter Borch (1631-1690).
Het gaat om een 56 bij 45 centimeter metend jeugdportret van Moses ter Borgh, de broer van de kunstenaar die in 1667 op 22-jarige leeftijd overleed. Gesina ter Borgh schilderde kort daarna een postuum portret van Moses op 2-jarige leeftijd.
Het Rijksmuseum bezit sinds 1886 de nalatenschap van de kunstenaarsfamilie Ter Borch, waaronder nagenoeg het gehele oeuvre van Gesina ter Borch, bestaande uit 59 losse tekeningen en drie albums vol tekeningen in waterverf. Het was bekend dat zij ook olieverfschilderijen maakte, maar tot nu toe was geen enkel onbetwist exemplaar opgedoken.
Lees ook Hoe een 15de-eeuws schilderij in twee jaar tijd 333 keer meer waard werd
Kippenvel
Volgens directeur Taco Dibbits vormt de aankoop „de kroon op de artistieke nalatenschap” van Gesina ter Borch en biedt het doek een intieme blik in haar persoonlijke leven. „De pijn van het verlies en het belang van blije herinneringen zijn universeel en daardoor na 350 jaar nog altijd voelbaar.”
Het jeugdportret van Moses ter Borch is ontdekt door kunsthandelaar Dickie Zebregs, van Zebregs & Röell Fine Art and Antiques in Amsterdam en Maastricht. De antiquair, die voor het eerst deelneemt aan -Tefaf, vond het portret bij een Parijse decorateur. Bij het schoonmaken van het schilderij kwam de signatuur van Ter Borch tevoorschijn.
Directieleden van het Rijksmuseum, verzamelaars en journalisten dromden donderdagmiddag samen voor het schilderij. Zebregs, met zijn 32 jaar vermoedelijk een van de jongste standhouders op Tefaf, stond het pandemonium lachend te aanschouwen. „Mijn beurs is al geslaagd, ik sta hier al een hele tijd met kippenvel op mijn lijf.”
Moses ter Borch, die zelf ook kunstenaar was, trad als 19-jarige in dienst van de marine om te vechten tegen de Britten in de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667). Hij stierf op 22-jarige leeftijd aan de verwondingen opgelopen tijdens de bestorming van de Engelse kust.
