Gitaarvirtuoos Yasmin Williams: ‘Ook zonder woorden kan ik een verhaal vertellen’

Yasmin Williams: „Voor een soloartiest is een akoestische gitaar veel geschikter.”


Foto Zach Pigg

Interview

Interview | Yasmin Williams Met haar ingenieuze getokkel eert gitariste Yasmin Williams zowel de natuur als de Black Lives Matters-beweging. „Omdat iedereen zang verwacht bij gitaarmuziek, doe ik het juist niet.”

Gamen. Daar begon het allemaal mee, zegt Yasmin Williams. Inmiddels geldt ze als virtuoze gitaargodin die instrumentale watervallen van klaterend getokkel uit haar instrument laat stromen. Maar de oerknal kwam toch echt uit het plastic speelgoedgitaartje met fel gekleurde, lichtgevende knoppen dat ze op haar twaalfde in handen kreeg. En daarvan zat het snoer niet in een versterker maar in een spelcomputer.

Op haar 25ste is Williams bejubeld door Pitchfork, The Washington Post enThe New York Times. Tijdens de lockdown gaf ze een indrukwekkend (thuis)concert voor de National Public Radio. En na haar eerste Nederlandse optreden, afgelopen juni op het festival Best Kept Secret, speelt ze zaterdag op Tuckerville, het country- en rootsfestival in Enschede.

Ze vertolkt haar instrumentale composities zittend met haar akoestische gitaar plat op schoot, terwijl de vingers van beide handen over de hals flitsen, aan de snaren plukken, of er – à la Eddie Van Halen – op tappen. Soms slaat ze met een minuscuul hamertje op de snaren en stampen de tapdanceschoenen om haar voeten mee met de maat.

Vlak voor haar Europese tournee legt ze via een videoverbinding vanuit haar woonplaats Alexandria, Virginia, uit hoe ze die eigenzinnige technieken bedacht.

Hoe kwam de gitaar op je pad?

„Toen ik een jaar of elf was, kochten mijn ouders de computergame Guitar Hero II, met de coolste gitaar die daarbij hoorde: een kastanjebruine Gibson SG met zwarte slagplaat. Ze hebben het spel misschien twee keer gespeeld, toen hebben mijn broers en ik het ingepikt. ‘Thunderhorse’ van de metalband Dethklok was mijn favoriete nummer. Die supersnelle finger tapping vond ik geweldig. Ik moet eerlijk toegegeven dat het me nooit is gelukt om het op een echte gitaar te spelen.

„Die game werd mijn gateway. Ik ontdekte rock- en metalbands die ik anders nooit had leren kennen, zoals Rage Against The Machine. Door de soundtrack van een andere game, Tony Hawk Skateboarding, kwam daar ook nog punk bij. Dat was wel even een schok thuis, waar we vooral hiphop, r&b, gospel, jazz en heel veel funk luisterden. Maar gelukkig zijn mijn ouders heel cool: toen ik Guitar Hero had uitgespeeld – en flink had gehint en gezeurd – kreeg ik mijn eerste elektrische gitaar: een Epiphone SG. Een Gibson was te duur.”

Werkten de computer-skills ook op een instrument met snaren in plaats van knoppen?

„Ik heb mezelf alles aangeleerd en begon met ‘Iron Man’ van Black Sabbath: een simpele klassieker die net ingewikkeld genoeg klinkt om indruk te maken. Daarna volgde Nirvana: hun liedjes waren makkelijk genoeg om op het gehoor uit te pluizen zonder noten te hoeven lezen.

„Akoestische gitaar leek me lame. Dat associeerde ik met tokkelen en zielig zingen. Ik speelde liever Jimi Hendrix. Toen ik op de middelbare school bij een officiële bijeenkomst het Amerikaanse volkslied mocht spelen, heb ik zijn Woodstock-versie vertolkt – inclusief het geraas van vliegtuigen en bombardementen. Dat was even wat anders dan de gebruikelijke koorzang, haha.”

Wanneer kwam de omslag?

„Rond mijn veertiende leerde ik ‘Blackbird’ spelen van The Beatles, een band waarvan ik op dat moment nog nooit had gehoord. Zo ontdekte ik finger picking. Spelen met mijn vingers in plaats van met een plectrum voelde veel natuurlijker. Voor een soloartiest is een akoestische gitaar veel geschikter: je kunt melodieën combineren met baslijnen en ook nog percussie-elementen toevoegen.

„Door alleen in mijn kamer te experimenteren bedacht ik steeds nieuwe manieren. Ik wilde blijven finger tappen, maar dan rustiger – niet op de snelle metal-manier. Dat ging een stuk makkelijker als ik mijn gitaar plat op mijn schoot legde. Tapdanceschoenen bleken een geweldig extra instrument: zo kon ik het ritme gaande houden terwijl mijn handen bezig waren met de melodie. De kalimba [vingerharp, red.] kende ik van Earth Wind & Fire. Ik vond het altijd heel cool hoe zanger Maurice White op zo’n klein instrument tekeer kon gaan. Dus ik dacht: waarom zou ik dat niet proberen?”

Tapdance- schoenen bleken een geweldig extra instrument

Heb je nooit overwogen om te zingen?

„Ik zat vroeger in het kerkkoor en zing nog steeds, alleen niet op mijn platen. Omdat mensen dat automatisch verwachten bij gitaarmuziek, doe ik het juist niet. En ook al zijn er geen teksten, met een gitaar kan ik net zoveel zeggen. De liedjes op mijn album Urban Driftwood (2021) vertellen wel degelijk een verhaal over de natuur, maar ook over politiek en sociale rechtvaardigheid. Dat komt door mijn gemoedstoestand tijdens het schrijven.”

Hoe werkt dat?

„Ik had een refrein waarbij ik maar niets kon verzinnen. Toen ik de eerste Black Lives Matter-protesten bezocht, kwam die melodie telkens terug in mijn hoofd, wat ik vreemd vond omdat ik er een halfjaar lang niet meer aan had gedacht. In één avond heb ik toen ‘After The Storm’ afgemaakt, wat normaal echt nooit lukt. Alle emoties kwamen eruit: over het politiegeweld, het thuis opgesloten zitten tijdens de pandemie, verloren optredens, onzekerheid over de toekomst. Toch wilde ik per se dat het niet boos klonk, maar opbeurend, hoopvol en vol veerkracht – mijn belangrijkste thema’s. Woede is er namelijk al genoeg.”

Lees verder…….