Geldverspilling ligt op de loer als de overheid aan industriepolitiek gaat doen

De subsidie van ruim 312 miljoen euro voor de Nederlandse productie van zonnepanelen is een treffend voorbeeld van geldverspilling door de overheid. „Die subsidie is geen goed idee”, zegt econoom Jasper H. van Dijk van het Instituut voor Publieke Economie. „Vaak spelen internationale verhoudingen een rol bij dit soort beslissingen, bijvoorbeeld dat we minder afhankelijk moeten worden van Chinese zonnepanelen. Maar economisch gezien zijn er voor de overheid vooral redenen om dit niet te doen.”

Industriepolitiek is terug van weggeweest, constateert Van Dijk donderdag in het economenvakblad ESB. De wereld is de laatste jaren flink onveiliger geworden, de vrijhandel staat onder druk en ook het klimaatprobleem kan politici aanzetten om sectoren of bedrijven te subsidiëren of op een andere manier te beschermen.

„In de jaren tachtig was industriepolitiek erg populair, denk bijvoorbeeld aan de staatssteun voor scheepswerf RSV”, zegt Van Dijk in een telefonische toelichting. De financiële hulp aan RSV kostte de schatkist uiteindelijk 2,25 miljard gulden (1 miljard euro). „Daarna is het een tijd stil geweest op dit vlak, maar sinds corona en de oplopende spanningen met Rusland en China is industriepolitiek weer aan de orde van de dag.”

In het ESB-artikel constateert Van Dijk dat het vaak onduidelijk is welk probleem met het actieve overheidsingrijpen moet worden opgelost. Neem het voorbeeld van de productie van zonnepanelen, waarvoor het Nationaal Groeifonds eerder dit jaar 312 miljoen euro ter beschikking stelt. „Het argument is bijvoorbeeld dat Nederland te afhankelijk wordt van China, maar dat valt erg mee. We kunnen bijvoorbeeld ook Braziliaanse panelen importeren.” Dat China en ook de VS de productie van zonnepanelen subsidiëren is nog een reden voor Nederland om ook de portemonnee te trekken. Dankzij die staatssteun krijgt Nederland goedkopere zonne-energie. „De Amerikaanse econoom Paul Krugman heeft ooit gezegd dat een overheid bij buitenlandse exportsubsidie alleen een bedankbriefje moet sturen.”

Lees ook De som van Rutte IV voor het Nationaal Groeifonds: kapitaal + kennis = groei

Een van de projecten die vorig jaar door het Groeifonds werd geselecteerd was verlenging van de Amsterdamse Noord-Zuidlijn naar Schiphol. Dat project is ‘verplaatst’ naar een andere geldpot.

Zonder risico’s is industriepolitiek niet. Het gevaar van ondoelmatige bestedingen ligt op de loer, terwijl de internationale concurrentie kan verminderen, wat ook ten koste gaat van de welvaart. „En als eenmaal een bedrijf of sector wordt gesteund, dan blijkt het ook moeilijk te zijn om dit terug te draaien, wat tot het einde van een bedrijf of sector kan leiden. Politici lijken dan toch te denken, ‘niet in mijn regeerperiode’. Dat heeft bij RSV en ook bij vliegtuigproducent Fokker een rol gespeeld”, zegt Van Dijk.

Toch zijn er wel degelijk situaties waarbij industriepolitiek wel verstandig is. Denk bijvoorbeeld aan oneerlijke concurrentie, waarbij een bedrijf last heeft van importbelemmeringen. Dat kan er zelfs toe leiden dat een hele sector ten onder gaat, wat onwenselijk kan zijn. „Wat onwenselijk is, blijft echter een lastige vraag.”

Lees ook Een duurzaam duwtje in de rug van 13 miljard euro voor bedrijven

<strong>Aanleg van een zonnepark</strong> op voormalige landbouwgrond in Lingewaard.

De energietransitie kan ook een goede aanleiding zijn om bedrijven te steunen. Dat gebeurt in Nederland onder meer met de zogeheten SDE-subsidies die jaarlijks in de miljarden kunnen lopen. „Bij een nieuwe ontwikkeling zoals bijvoorbeeld waterstof kan ik me goed voorstellen dat je dat als regering wil steunen.”

‘Marktfalen’ kan de komst van nieuwe technologie in de weg staan, bijvoorbeeld als vraag en aanbod van de grond moeten komen. „Bedrijven gaan niet in laadpalen investeren als onduidelijk is of er een markt voor is. De overheid kan dan garanties geven of bedrijven subsidiëren.”

Ook nationale veiligheid is mogelijk een goede reden om industriepolitiek te bedrijven. Via het verbieden van een overname of exportrestricties kan worden voorkomen dat waardevolle kennis in buitenlandse handen valt. En sinds de Russische invasie in Oekraïne, waardoor de gastoevoer stopte, is ook de angst gegroeid dat we te afhankelijk kunnen worden van een land. Dat kan leiden tot chantage. Maar dan nog is de vraag hoe problematisch die afhankelijkheid is. „De afhankelijkheid van Russisch gas was schadelijk toen de leverantie stopte, maar Europa paste zich snel aan”, citeert Van Dijk een Amerikaanse expert.

Recentelijk was de vraag hoe Nederland en Europa moesten reageren op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Het groene investeringspakket zorgt er voor een stimulering van 369 miljard dollar in de economie. „Politici moeten bij zo’n breed investeringsplan niet direct de portemonnee willen trekken. Je hebt dan sectoranalyses nodig om te zien of de baten van ingrijpen in een sector groter zijn dan de kosten.”

Lees verder…….