Gaat het hippe padel het tennis overvleugelen?

Reportage

Padel In twee jaar tijd kreeg Nederland er duizend padelbanen bij. De kruising tussen tennis en squash lijkt nog lang niet uitgegroeid. „Zou ik tennis missen, als ik alleen nog mocht padellen? Nee.”

Padelbaan bij vereniging De Helster in Elst. De sport is er zo populair dat het bestuur spreekt van ongewenste „groeistuipen”.
Padelbaan bij vereniging De Helster in Elst. De sport is er zo populair dat het bestuur spreekt van ongewenste „groeistuipen”.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Het is niet dat ze nóóit meer tennist, zegt Désirée Sijben, bestuurslid bij tennisvereniging De Helster in Elst. „Dat komt omdat ik nog in een paar tennisclubjes zit.” Maar tegenwoordig is padel haar grote liefde. En dat terwijl ze een paar maanden terug pas voor het eerst op een padelbaan stond.

Dat was bij haar eigen vereniging, waar dit jaar een tennisbaan werd opgeofferd voor twee padelbanen – een padelbaan is kleiner dan een tennisbaan. Sijben: „Ik was meteen verkocht. Ik vind het veel leuker dan tennis.” Padel, een kruising tussen tennis en squash, is volgens haar „dynamischer en sneller”. Makkelijker onder de knie te krijgen, bovendien. Er is daarnaast „meer contact” tussen de vier spelers op het veld (padel is altijd dubbelspel). „En je bent minder tijd kwijt met ballen halen.”

Sinds de opening in maart zijn de banen in Elst razend populair. Zozeer zelfs, dat het bestuur in augustus een bericht plaatste op de site van De Helster. Padel heeft te maken met „groeistuipen”, schreef het bestuur, en dat zou leiden tot ongewenst gedrag. Zoals niet-leden die spelen onder de naam van een lid. En er wordt, in tennisjargon, „creatief afgehangen”: spelers reserveerden een baan van negen tot tien uur ’s avonds, in de verwachting het laatste half uurtje tot de sluitingstijd, half elf, ook mee te kunnen pakken. Het bestuur beloofde de controles op te schroeven.

Ook op een zondagochtend in september zijn allebei de padelbanen in trek. Terwijl op de tennisvelden in bijna doodse stilte de jeugdcompetitie gespeeld wordt, stuiven op de knalblauwe padelbanen spelers in het rond, vandaag voornamelijk mannen van rond de dertig.

Of zíj weleens ‘creatief afhangen’? „Ja, dat hebben we wel gedaan”, zegt een van hen. „Maar nu niet meer hoor.” Aan Sijben vragen ze vervolgens of er nog padelbanen bijkomen bij De Helster. Want om een baan te reserveren moeten ze de wekker zetten en dan nóg lukt het niet altijd. Over twee extra banen wordt nagedacht, zegt Sijben. Maar „een padelplein”, met nog meer banen, zou ze nog mooier vinden.

Of dat gaat gebeuren is de vraag. Aan de komst van deze twee banen gingen al vele bestuursvergaderingen vooraf. Padelbanen zijn duur in aanleg: deze twee kostten de club 170.000 euro en de laatste tijd worden ze alleen maar prijziger. Dat terwijl niet duidelijk is hoelang de vereniging nog op deze plek in Elst kan blijven bestaan. Daarbij werd ook nog wel een tijd gedacht dat padel „een hype was”, zegt Sijben.

190.000 padelspelers

Maar die fase is wel voorbij. Padel is „een blijvertje”, beaamt ook tennisbond KNLTB, die ook over padel in Nederland gaat. De padelcompetitie „groeit enorm”, zegt Erik Poel, algemeen directeur. Volgens de bond zijn er nu zo’n 190.000 padelspelers in Nederland.

Vanuit het tennis werd de sport soms met argwaan bekeken, zag Bram Meijer, Nederlands kampioen bij de mannen samen met Uriël Maarsen. Volgens hem is dat veranderd. „Ook de tennisbond heeft padel omarmd”, zegt Meijer, die aan de KNLTB is verbonden als coach en ambassadeur van de sport.

Padel is „een blijvertje”, zegt tennisbond KNLTB, die ook over padel gaat

Ondertussen blijft ook het aantal padelbanen flink toenemen: waren het er in 2020 nog 450, dit jaar zijn het er al ruim 1.400. Die verschijnen bij tennisverenigingen, zoals in Elst, maar ze worden ook door commerciële bedrijven uitgebaat, zoals Peakz Padel. In splinternieuwe indoorpadelhallen, soms inclusief dj, of gewoon in de buitenlucht. Ook deze ontwikkeling levert overigens ‘groeipijnen’ op: sommige omwonenden ervaren door padel meer geluidsoverlast dan door tennisbanen. Op meldoverlastpadelbanen.nl zijn klachten binnengekomen over banen op negentig locaties in Nederland. En op twee plekken – in Amstelveen en Den Haag – lopen momenteel zelfs rechtszaken, zegt Erik Roelofsen, directeur van de Nederlandse Stichting Geluidshinder. „Veel gemeentes denken dat padel qua geluid hetzelfde is als tennis.” Volgens hem blijkt uit metingen dat dat niet klopt. Dat zit hem volgens Roelofsen onder meer in het „pók-pók-geluid” van de bal tegen het harde padelracket en het feit dat er altijd vier mensen op de baan staan. Daarnaast zijn er die glazen wanden, waar ook ballen tegenaan komen.

Volgens Poel van de KNLTB is de kritiek op padelgeluid „soms overtrokken”. De bond denkt bijvoorbeeld dat een deel van de gemelde overlast komt vanwege de „‘onbekendere’ geluiden”. Maar het is desalniettemin „een aandachtspunt”. De NHS en de tennisbond werken samen aan een gemeenschappelijke richtlijn.


Lees ook: Padel is niet alleen populair onder Randstedelijke sporters. Ook investeerders springen op de racketsport

World Padel Tour

Tekenend voor de toenemende populariteit is ook dat deze week de World Padel Tour, het grootste padeltoernooi ter wereld, in Amsterdam van start is gegaan. Twee Nederlandse bedrijven, Timeless Investments en Kroonenberg Groep, legden de licentie van het toernooi voor drie jaar vast. Directeur en gezicht van de World Padel Tour is voormalig proftennisser John van Lottum, zelf weer mede-eigenaar van padelbedrijf Plaza Padel. Speler Meijer en zijn partner Maarsen kregen als Nederlands kampioen een wildcard, maar ze verloren woensdag in de eerste ronde van een Spaans topduo (nummer vier en nummer acht van de wereld).

„Superleuk dat de World Tour voor het eerst in Nederland is”, zegt Poel van de KNLTB. Tot nu toe werden grote toernooien vooral in Spanje gehouden. Daar is padel, dat vanuit Mexico is komen overwaaien, nu de tweede sport na voetbal, zegt hij.

Wie zijn eigenlijk die Nederlandse padelspelers? Waar komen ze vandaan? Zeker niet alleen uit het tennis zoals zijzelf, weet Sijben van De Helster. Er zitten bijvoorbeeld veel hockeyers tussen. En over de vier mannen die deze zondagochtend op de baan staan en met schijnbaar gemak aan het spelen zijn, zegt ze: allemaal voetballers. „Of heb jij ooit getennist”, informeert ze nog bij een van hen. „Ikke niet”, antwoordt hij.

Dat is zo mooi aan padel, vindt ze. Iedereen met een beetje balgevoel kan al snel aardig meekomen. „Terwijl je bij tennis eigenlijk wel een paar jaar bezig bent, wil je een leuke rally spelen.” Alleen al omdat de service zo ingewikkeld is om goed onder de knie te krijgen, waar die bij padel onderhands is. „In een uur ben je klaar om een wedstrijd te spelen.”

Foto Dieuwertje Bravenboer

In Elst nam het ledenaantal dit jaar met een kleine tweehonderd toe, naar dertienhonderd. Het zal niet alleen door padel komen, ook ‘corona-proof’ tennis zit na jaren weer in de lift, maar dat de nieuwe banen een flink aandeel hebben in de ledengroei, is wel duidelijk, zegt Sijben. Zo gaat het op andere plekken in Nederland ook, aldus de KNLTB.

De nieuwe aanwas verandert het dna van tennisverenigingen. „Het is even slikken voor de klassieke tennisliefhebbers om jongeren met een hoodie de baan op te zien gaan”, zei John van Lottum in februari tegen de Volkskrant. „Quiet please, daar doen ze bij padel niet aan.”

Van een stammenstrijd wil Sijben niet spreken. Maar natuurlijk, zegt ze, tennis heeft een andere cultuur dan bijvoorbeeld voetbal. „Als een pupil op de tennisbaan een keer schreeuwt wordt dat door de trainer de kop in gedrukt. Terwijl de kleintjes in het voetbal keihard gillen.”

Zijzelf heeft daar geen moeite mee. Integendeel: ze juicht de nieuwe instroom toe. Ook omdat de padelspelers de gemiddelde leeftijd van De Helster, van boven de vijftig, omlaag trekken. Nu is het alleen nog zaak om ze zover te krijgen om, net als de trouwe tennisleden, vrijwilligerswerk te doen voor de club.

Gaat padel het tennis overvleugelen? Zo’n vaart zal het niet lopen, zegt Poel van de KNLTB. Tennis is, met een kleine 1.700 verenigingen, een van de grootste georganiseerde sporten van Nederland. „Ik zeg altijd: er zijn meer tennisclubs dan Albert Heijns.” In totaal liggen er volgens Poel tienduizend banen. Maar hij denkt wel dat padel „in de buurt” gaat komen.

Padelspeler Meijer denkt wel dat zijn sport het tennis op den duur voorbij kan streven. Zeker als het ooit een olympische discipline wordt, zoals liefhebbers hopen; 2032 wordt genoemd. „Ik vind het veel spectaculairder dan tennis.” Zo mag een bal zelfs van buiten de padelkooi worden teruggeslagen in het veld. „Padel is een geweldige sport om naar te kijken.”

Ook Sijben, die als kind al op de tennisbaan stond, denkt dat padel groter gaat worden dan tennis. Voor haar persoonlijk geldt dat al. Zou ze tennis missen, als ze het vanaf nu nooit meer zou mogen spelen? „Als ik wel mag padellen? Nee.”

Lees verder…….