Filmmaker Oliver Stone was in Nederland om kernenergie te promoten: ‘Ik wil best een kerncentrale in mijn achtertuin’

Als één ding duidelijk is na pro-kernenergie documentaire Nuclear Now en het bezoek van regisseur Oliver Stone aan Amsterdam, dan is het dat de kernenergielobby beter een andere woordvoerder kan vinden. Stone is een Oscarwinnende Hollywoodregisseur die de tijdgeest mee had toen hij met bijtende films als Platoon (1986), Born on the Fourth of July (1989) en JFK (1991) de Verenigde Staten de maat nam over hun oorlogsverleden in Vietnam en de vraag wie president John F. Kennedy vermoordde. In Wall Street (1987) belichtte hij bovendien het graaikapitalisme dat de wereld tot op de dag van vandaag in zijn greep houdt.

Met Nuclear Now plaatst Stone zichzelf echter in het defensief. De film is gebaseerd op het boek A Bright Future: How Some Countries Have Changed Climate Change and the Rest Can Follow (2020) van emeritus-hoogleraar internationale relaties Joshua S. Goldstein en de Zweedse ingenieur Staffan A. Qvist. Nuclear Now bestaat grotendeels uit archiefmateriaal waarmee Stone de geschiedenis van kernenergie in de Verenigde Staten schetst. Dat vult hij aan met interviews. Onder andere met Goldstein zelf. Met de voormalig commandant bij de nucleaire marine en tegenwoordig investeerder in nucleaire technologie Rod Adams. En met de Braziliaanse ‘kernenergie-influencer’ Isabelle Boemeke, de ‘stem van de nieuwe generatie’ die op TikTok de zegeningen van kernenergie bezingt. Tegenstanders en kritische stemmen komen slechts beperkt in het archiefmateriaal aan woord aan bod.

Klimaatcrisis

Stone is een bekeerling. „Ook ik geloofde ooit dat de milieubeweging gelijk had en dat kernenergie gevaarlijk was. Ik was een idioot”, zei hij na afloop van de door kernenergie-lobbyist We Planet verzorgde voorpremière in het Amsterdamse Tuschinki-theater. Het boek opende zijn ogen. Nu is Stone een man met een missie: kernenergie is dé oplossing voor de vraag naar schone energie en de enige uitweg uit de klimaatcrisis. Bezwaren en vragen rondom de kosten van de bouw van nieuwe centrales, milieurisico’s, veiligheid in dichtbevolkte gebieden en wat er op lange termijn met kernafval moet gebeuren wuift hij tijdens de persconferentie weg: „Ik ben geen wetenschapper. De film is een gedramatiseerde versie van het boek.”

Nuclear Now beleefde twee jaar geleden de wereldpremière op het filmfestival van Venetië, maar had nog weinig impact. Stone moest de film in de VS zelf distribueren. Hij wijt de onwil aan de olielobby in de VS, die in de jaren zeventig zelfs in de milieubeweging zou hebben geïnvesteerd om de ontwikkeling van kernenergie tegen te gaan. Zo kennen we hem weer: boos en provocerend. Maar daarmee polariseert hij ook en dat doet een serieus gesprek over kernenergie geen goed.

En er zitten wel meer rammelende argumenten in de film: de rampen in Harrisburg (1979), Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011) zouden louter te wijten zijn geweest aan constructiefouten. De toename van kankergevallen zouden niet zijn bewezen. „In elke industrie gebeuren ongelukken. De straling stelt niks voor. En een kerncentrale kan natuurkundig niet eens ontploffen als een atoombom.” Desgevraagd: „Ik wil best een kerncentrale in mijn achtertuin.”

Het ging nu beter met de wereld als de VS niet zo anti-Russisch was geweest

Daarnaast heeft Stone zijn hoop gevestigd op nog speculatieve technologie: Small Modular Reactors. Deze minireactoren zouden kleiner zijn dan een verwarmingsketel. Het laatste deel van de film bestaat uit gesprekken met investeerders en 3D-modellen van zo’n huis-tuin-en-keuken-kerncentrale in de kelder.

Dat het met die huisreactoren niet zo snel gaat als Stone doet geloven, was vorige week te lezen op de website van Wise Nederland, sinds 1978 kritisch over kernenergie: „Wat Stone ‘vergeet’ te vermelden, is dat uitgerekend één van de Amerikaanse paradepaardjes van de SMR-ontwikkeling, het bedrijf NuScale, onlangs haar order voor een project in de VS verloor omdat de betrokken overheden onvoldoende financiering konden vinden voor het peperdure project.”

Van zijn generatie zal het niet meer komen, denkt Stone. Die is opgegroeid met sciencefictionfilms uit de jaren vijftig en zestig, waardoor ze het verschil tussen een atoombom en een kerncentrale niet begrijpen.

In Amsterdam zei Stone dat hij niet gelooft dat de mens bereid is z’n ecologische voetafdruk te verkleinen. Maar: „We kunnen blijven consumeren zolang we het aantal kerncentrales maar vergroten.” Daarvoor kijkt de Poetinvriend – Stone maakte zes jaar geleden een serie interviews met de Russische president – graag naar Rusland en China, waar volgens hem kerncentrales als paddenstoelen uit de grond schieten: „Het ging nu beter met de wereld als de VS zich niet zo anti-Russisch hadden opgesteld.”

https://www.youtube.com/watch?v=bF0gWjlEpgo