Felle kritiek op toespraak Indiase premier om moslimhaat

Onder een regering geleid door oppositiepartij Indian National Congress raken families hun welvaart en zelfs traditionele huwelijkssieraden kwijt, waarschuwde de Indiase premier Narendra Modi zondag in een campagnetoespraak. Hun bezit wordt dan opnieuw verdeeld ten bate van „infiltranten”, „mensen die veel kinderen hebben”. De redevoering leidde tot veel verontwaardiging onder Modi’s critici, die hem verkapte haat jegens moslims verwijten.

Modi, die deze weken campagne voert om met zijn partij BJP voor de derde keer tot premier verkozen te worden, deed de uitspraken tijdens een bijeenkomst in de deelstaat Rajasthan. Volgens Congress, de oppositiepartij waarop de premier zijn pijlen richtte, gaf hij daarin opzettelijk een verkeerde voorstelling van het verkiezingsprogramma van die partij. Hij verdraaide ook het beleid van zijn voorganger, Congress-politicus Manmohan Singh, die in 2006 sprak over de noodzaak de sociale positie van minderheden in het land te versterken, om hen zo te laten meeprofiteren van modernisering in het land. Modi: „Moet uw zuurverdiende geld worden doorgegeven aan indringers?”

Lees ook De grootste democratie ter wereld staat steeds meer onder druk

Verkiezingsfunctionarissen lopen met stemmateriaal naar een stemhokje in een afgelegen berggebied aan de vooravond van de eerste stemronde van de zes weken durende nationale verkiezingen in het dorp Dessa in het noordelijke Indiase unieterritorium Jammu en Kasjmir.

Meer dan over de precieze inhoud van het voorgestelde beleid, gaat de grote woede over de zorgvuldig gekozen woorden van de premier. ‘Mensen met veel kinderen’ verwijst naar een nationalistische complottheorie in India, over de ‘overname’ van het land door moslims. Ideologen van hindutva, de verzamelnaam voor het gedachtengoed dat India een staat moet worden die politiek en cultureel geënt is op het hindoeïsme, zien moslims als ‘indringers’ in India. Die zouden het land proberen te onderwerpen, en hindoes in de verdrukking willen brengen. De hindoenationalisten gebruiken een schrikbeeld: moslims krijgen meer kinderen, om zo de overhand te krijgen.

Ontkrachte theorie

Volgens overheidscijfers ligt dergelijke ‘omvolking’ niet in het verschiet. Uit de laatste volkstelling, uit 2011, blijkt dat 14 procent van de bevolking zich moslim noemt. Hindoes vormen zo’n 80 procent, 5 procentpunt minder dan in de eerste census begin jaren vijftig. In 2020 lag het gemiddelde aantal kinderen in moslimgezinnen (2,36) inderdaad iets hoger dan in onder hindoes (1,94), maar volkstellingen laten zien dat het vruchtbaarheidscijfer onder moslims sneller daalt. Als die trend doorzet, kan de minderheid niet groeien.

Lees ook Niet elke god is geliefd in het ‘land van de goden’

Niet elke god is geliefd in het ‘land van de goden’

Hoewel de theorie regelmatig door journalisten en demografen is ontkracht, blijft ze een terugkerend onderwerp van nepnieuws. Aanhangers spreken dan van ‘population jihad’, een term die verwijst naar de strijd die moslims zouden voeren om India’s ziel. In de afgelopen jaren is gewaarschuwd voor zo’n ‘jihad’ op verschillende terreinen, van het zakenleven (‘land jihad’ en business jihad) tot persoonlijke relaties. Met de term ‘love jihad‘ wordt geïmpliceerd dat moslimmannen relaties aangaan met hindoevrouwen, om hen vervolgens te trouwen en bekeren.

Krantenkoppen

Modi’s uitspraken werden zondag direct opgepikt. Op sociale media waren liberale gebruikers verbolgen over het feit dat zijn woorden maandag direct werden geciteerd in krantenkoppen – wat zonder kanttekening of kritische noot zou zorgen voor verdere verspreiding van de complottheorie. Uit de Congress-partij kwam ook een tegenaanval: de premier zou inhoudelijk niets kunnen inbrengen tegen het verkiezingsmanifest en daarom de aandacht willen vestigen op een zogenaamde „hindoe-moslim-tegenstelling”, aldus de bekende politicus Rahul Gandhi. Partijvoorzitter Mallikarjun Kharge stelde dat het Congress-beleid „voor elke Indiër” is opgesteld.

Kritiek is er ook op de Indiase kiescommissie (ECI), die toezicht houdt op de stembusgang en de politieke campagnes in de deelstaten. Die stond eerder lang stil bij een gedragscode voor ambtenaren, verslaggevers en politici die hen verbiedt haatzaaiende boodschappen te verspreiden of „stemmen te winnen door te refereren aan spanningen tussen gemeenschappen”. Premier Modi gaf volgens critici een duidelijk voorbeeld van zulke uitlatingen. Maar maandagmiddag was er van de ECI nog geen publieke reactie, noch op Modi’s uitspraken noch op de ophef.