Demi Vollering: ‘Kopvrouw zijn is veel ingewikkelder dan mensen denken’

Demi Vollering groeide op in Berkel en Rodenrijs, waar haar familie een hortensiakwekerij heeft. Tot ze prof werd, werkte ze daar ook.

Interview

Wielrennen Met de klassieker Omloop Het Nieuwsblad begint het wielerseizoen deze zaterdag officieus. De Nederlandse Demi Vollering (26), die woont en traint in Zwitserland, is ook dit jaar weer een van de favorieten in het peloton.

Het was in de Amstel Gold Race van vorig jaar. Demi Vollering had zich aan de voet van de Keutenberg vastgebeten in het wiel van Annemiek van Vleuten. Van Vleuten viel aan, zoals verwacht. Bijten, sprak Vollering zichzelf toe. Als een uitgepierd vogeltje hing ze in het wiel, maar ze hing er, en daar was ze blij mee. „Tot we boven waren, en een man langs de kant me vanuit het niets toeschreeuwde: overnemen, hoer!” Haar stem wordt zachter, ze slikt het laatste woord bijna in. Ze wijst naar links. Dat kleine weggetje gaan we in, de bebouwde kom uit van haar woonplaats Therwil in Zwitserland.

„Ik werd het hele seizoen al de wieltjeszuiger van Annemiek genoemd. Dat raakte me meer dan zou moeten. Een andere man riep vlak voor de start van de Strade Bianche dat ik niet altijd in haar wiel moest zitten.” Ze gingen onder haar huid zitten, de opmerkingen. „Die paar negatieve stemmen hadden zoveel invloed op me, ik ben daar van nature gevoelig voor. Met een sportpsycholoog heb ik geleerd me daarvoor af te sluiten. Ik moest bewust stoppen met het lezen van reacties op fora die over mij gingen. Dat was een strijd in mijn hoofd: ik wil graag weten wat anderen van me vinden. Maar het bracht me teveel van de wijs. Het is zo gek dat die ene negatieve reactie tussen honderden positieve zoveel met je doet, terwijl ze vaak gemaakt worden door wildvreemden die zomaar wat roepen.”

Wonen en trainen in Zwitserland helpt haar. De natuur, de rust, het gevoel af en toe alleen op de wereld te zijn: het maakt het wapenen tegen de mening van de buitenwereld makkelijker. Zelfs als het grijs is, zoals vandaag , een zondag begin februari, en het met een beetje pech gaat regenen. Of sneeuwen. Maar Vollering traint niet binnen. „Ik vind het altijd mooi buiten. Ook als het regent, of bewolkt is. Dan kan ik echt genieten van zulke wolken.”

Ze wijst naar grijze flarden tussen de bomen op een bergflank. Die ziet ze direct als ze bij haar appartement in het buitendorp van Basel wegfietst. „We hebben bewust voor deze plek gekozen, en niet voor middenin de stad. Het is zo fijn om meteen uit de drukte te zijn.” Haar verloofde Jan de Voogd fietst mee. De geboren Zeeuw woont al jaren in Zwitserland, hij werkt als manager van de operatiekamers in het ziekenhuis in Basel. Vollering reisde haar geliefde achterna, naar een plek waar ze ook nog eens veel beter kan trainen. „Je kunt hier alle kanten op, en ik kan hier natuurlijk veel klimmen”, vertelt Vollering op de grens met Frankrijk, richting Délemont. „In Nederland ben ik altijd snel uitgekeken, en ik hou ook niet van wind.” Het begint zachtjes te regenen.

Handen in de bloemen

Een jaar geleden kondigde Vollering in interviews aan de grote uitdager van Annemiek van Vleuten te willen zijn. In de eerste Tour de France Femmes kon ze Van Vleuten bergop het langst volgen van iedereen. Veel langer ook dan het jaar ervoor. Toch bleek Van Vleuten als het erop aankwam een klasse apart. Vollering eindigde als tweede in het algemeen klassement – en dat maakte haar gretiger dan ooit. „Ik ben heel trots op mijn prestaties in de Tour. Ik was daar op mijn allerbest.”

Ze ontwikkelt zich razendsnel, zeker als je er rekening mee houdt dat de 26-jarige Zuid-Hollandse eigenlijk pas sinds 2019 fulltime wielrenster is, toen ze vrijwel vanuit het niets topklasseringen haalde in het Ardense drieluik, met een derde plek in Luik-Bastenaken-Luik als hoogtepunt. Op dat moment stond Vollering nog dagelijks met haar handen in de bloemen. Ze groeide op in Berkel en Rodenrijs, haar familie heeft daar een hortensiakwekerij. „Ik ben de oudste van vier kinderen, het was altijd druk thuis. Eigenlijk wilde ik al jong wielrennen, maar mijn ouders hadden geen tijd me overal naartoe te rijden. Dus ging ik schaatsen. Pas op mijn zestiende ben ik begonnen met koersen.”

Demi Vollering

Foto Lars van den Brink

Plezier stond voorop, serieus trainen deed ze nog niet. Eigenlijk doet ze dat pas echt sinds deze winter, merkt verloofde Jan op. Vollering traint met meer focus sinds haar ploegleider bij SD Worx Anna van der Breggen haar trainingsprogramma schrijft. Ze begint elke dag met yoga om soepel en in balans te blijven, en ze doet meer zware intervaltrainingen, op de limiet. Ze werkt hard. Dat heeft ze van huis uit meegekregen: „Toen ik de opleiding Flower Design had afgerond, hielp ik bij mijn vader in de kwekerij, en was ik tegelijkertijd aan de slag in twee bloemenwinkels, en bij een evenementenbureau voor bloemen.”

In 2021 tekende Vollering bij de sterke formatie SD Worx, en ze brak meteen door met winst in haar inmiddels favoriete koers Luik-Bastenaken-Luik. Afgelopen zomer volgde een volgende grote bekroning: ze nam de bolletjestrui voor de beste klimster mee uit de Tour. Hij hangt achter het raam van haar appartement. Van der Breggen is inmiddels een jaar met pensioen, en Vollering heeft haar plek als kopvrouw bij SD Worx overgenomen.

Van der Breggen begeleidt haar, als ploegleider, als trainster, en ook op mentaal vlak. „Kopvrouw zijn is veel ingewikkelder dan mensen denken. Je draagt het hele team. Als het goed gaat en als je wint, is dat leuk. Als het minder goed gaat, is dat zwaar. Je moet sterk in je schoenen staan, want fouten worden jou aangerekend. Die last dragen vond ik vorig jaar in mijn eerste seizoen als kopvrouw ingewikkeld, zeker met de toegenomen aandacht voor het vrouwenwielrennen.”

Toegenomen aandacht

In 2022 professionaliseerde het peloton door de komst van de Tour de France Femmes in hoog tempo. De aandacht voor de koersen, de financiële vergoedingen, het aanzien en het niveau: het groeit allemaal explosief. Dat maakt de gesprekken tussen Vollering en Van der Breggen extra waardevol. „Van haar heb ik geleerd dat je na een wedstrijd niet zomaar door kunt naar de volgende dag, maar juist als kopvrouw tijd moet nemen om te evalueren, je verantwoordelijkheid moet nemen als het plan dat we van tevoren gemaakt hebben is mislukt en geen excuses moet zoeken.” Voor het begin van de Tour moest ze Van der Breggen beloven niet op de sociale media te kijken. De reacties zouden nog veel overweldigender en feller worden dan die van de twee willekeurige toeschouwers in het voorjaar. „Dat zijn we totaal nog niet gewend.”

Als de weg begint te klimmen, gaat het licht sneeuwen. Vanuit Frankrijk gaat het via de Scheltenpass terug Zwitserland in. Een steile klim van ruim 7 kilometer, die Vollering vaak gebruikt voor haar intervaltrainingen. Nog niet eens zo lang geleden, vertelt Jan, reed hij Demi er nog wel af hier. Hij is zelf ook wedstrijdrenner geweest, op eliteniveau. Tegenwoordig kan hij al na een kilometer haar wiel niet meer houden. „Ze is zo ontzettend snel beter geworden. Kijk maar”, zegt hij met een knik. Vollering peddelt moeiteloos vooruit, terwijl de stijgingspercentages in de dubbele cijfers komen.

Het gaat steeds harder sneeuwen. Op de Passwang is de weg nog sneeuwvrij, maar op de laatste beklimming richting Vollerings huis moet er op de top een stukje gelopen worden. De Voogd moppert op het Zwitserse strooibeleid, maar Vollerings humeur is onverwoestbaar. „Hopelijk is het weer in het voorjaar net zo”, zegt ze lachend. Ze denk dat ze helemaal klaar is voor het nieuwe wielerseizoen, de klimklassiekers en Tour de France Femmes worden weer haar hoofddoel. „Ik weet nu wat er nodig is om kopvrouw te zijn, om met die druk om te gaan. Om de stemmetjes in mijn hoofd het zwijgen op te leggen. Het is onvermijdelijk dat iedereen me naast Annemiek van Vleuten legt, maar ik denk zelf vooral dat ik een stap dichter bij het winnen van de Tour de France ben.”

Lees verder…….