De laatste symptomen

Marcel van Roosmalen

Met de versoepelingen op komst moest Lucie van Roosmalen (6) toch nog een keer een week in quarantaine vanwege een positief geteste juf. Het was de genadeklap na een verlengde kerstvakantie en tien dagen gezinsquarantaine. De school wenste de regels tot de uiterste houdbaarheidsdatum te handhaven.

De ouders stonden op een afgesproken tijdstip in een cirkel op het schoolplein, gelaten wachtend op een andere juf die tassen met huiswerk uitreikte. Het was de bedoeling dat we thuis de functie van onderwijzer overnamen.

We regelden het maar.

Om tien uur precies meldden we ons vanachter de computer aan de keukentafel bij de digitale les van een wél fitte juf, die om raadselachtige redenen zelf niet in quarantaine zat. Ze was meer dan een half uur bezig om alle kleuters en hun verzorgers welkom te heten.

Ze zei continu wie ze allemaal in beeld zag.

Ze zei ook wie ze niet zag.

En van wie de microfoon niet werkte.

Lucie van Roosmalen wilde vooral met haar vriendinnen praten, maar dat ging niet. Ze zwaaide maar wat in het luchtledige. De fitte juf besprak de hoeveelheid huiswerk, daarna mochten alle kinderen om beurten zeggen hoe ze zich voelden.

Niemand had klachten.

Een meisje had een broertje met waterpokken.

En zo meanderden we door het grote niets.

Opeens kreeg Lucie van Roosmalen een beurt. Ze besloot de tijd te vullen met het ophalen van haar neus. De juf vroeg of ze soms snotterig was. „Ja”, zei Lucie van Roosmalen, „ik voel me soms snotterig.” „En daarom zijn we allemaal thuis”, zei de juf. „Zo begint het, dat zijn de eerste symptomen.”

Lucie van Roosmalen keek me glimmend aan, trots op alle aandacht.

De fitte juf wenste haar nadrukkelijk beterschap, mijn dochter werd opgetild tot het voorbeeld van nut en noodzaak van de genomen maatregelen.

Ik wilde het gesprek overnemen, zeggen dat ze helemaal geen snotneus heeft, dat het allemaal geacteerd was, maar onze microfoon was al afgesloten.

Daarna begon de juf in knauwend Zaans een heel boek voor te lezen. We hebben het geluid uitgezet en nog tien minuten naar klasgenoten gezwaaid.

Daarna zaten we tien minuten zwijgend aan tafel. Toen de zinloosheid van alles was ingedaald, gingen we naar de groenteboer, waar ze maar liefst twee klasgenootjes ontmoette die officieel ook in quarantaine zitten.

Ze deden wie het beste kon hoesten.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….