‘De kinderen van tegenwoordig worden niet meer opgevoed’

Japke-d. denkt mee Hoe voed je je kinderen op? Daarover lopen de meningen NOGAL uiteen. Daarom maakte 16 opvoedtips waar elke ouder zich aan zou moeten houden. Of is ze (toch weer) te streng?
Illlustratie Tomas Schats
Illlustratie Tomas Schats

De laatste tijd is mijn vriendenkring verscheurd in twee kampen en het onderwerp is ‘opvoeden’. Grofweg gesproken bestaat het ene kamp uit zure, zelfingenomen boomers van rond de 50 die zo’n 20 jaar geleden baby’s kregen en een beetje vergeten zijn hoe zwaar het soms is om kinderen op te voeden; en bestaat het andere kamp uit verwende millennials die zelf nooit grenzen gesteld hebben gekregen van hun ouders en het opvoeden van hun eigen kind als een goddelijk project zien waarbij de hogepriesters niet gestoord mogen worden.

Het gaat er hard aan toe.

Want het ene kamp vindt dat ‘de kinderen van tegenwoordig niet meer worden opgevoed’, en veel te weinig gecorrigeerd worden zodat er op de langere termijn generaties van ‘snowflakes’ ontstaan die bij de minste of geringste zuchtje tegenwind al opbranden; en het andere kamp vindt dat niemand zich met hun opvoeding mag bemoeien.

En dus dacht ik, jullie kennen me immers als de grote ‘verbinder’ van generaties: laat ik eens proberen een lijstje van opvoedregels op te stellen waar zowel jong áls ouder zich in kan vinden. Wat denken jullie? Kan het zo? Of toch weer te streng? Ik hoor het graag!

1Leer kinderen zich voor te stellen, een hand te geven, en dag te zeggen als ze ‘vreemden’ ontmoeten.

Kinderen die dat niet geleerd hebben, durven over 20 jaar nog geen telefoongesprek te voeren. Het is ook gewoon onbeleefd, om mensen met wie je te maken krijgt totaal te negeren.

2 Luiers verschoon je niet op een tafel in een café, maar in het toilet.

Als daar geen plek is ga je ergens anders heen waar mensen geen last hebben van de geelbruine smurrie met stukjes.

3 Grijp in als je kind andere kinderen bijt of slaat.

Ga niet een heel verhaal houden over het waarom – add, hdd, asperger, autisme, bipolair, etc. – maar pak het kind op, verontschuldig je, en vertrek.

4 Hou je kinderen in de gaten.

Ga dus niet op je telefoon zitten met het ‘laat ze de tent maar afbreken, na mij de zondvloed-idee’, maar kom van je luie reet en ga zandtaartjes bekijken, de schommel duwen, helpen bij het klimmen, naar hun verhaaltjes luisteren, etc. Te veel werk? Dan had je maar geen kinderen moeten krijgen.

5 Leer je kinderen dat ze soms even moeten wachten.

Geduld. Dat als volwassenen praten, ze er niet tussendoor mogen tetteren – ‘mama mama mama mama mama’.

6 Als je naar een feestje gaat, laat je je kinderen thuis, tenzij de kinderen nadrukkelijk zijn uitgenodigd.

Als je twijfelt, vraag je aan de gastheer/-vrouw: ‘Kinderen zijn zeker niet welkom’? Dat maakt het antwoord makkelijker.

7 Uit eten doe je ook zonder kinderen.

Als je kroost in de ‘lopen, gillen, schreeuwen-fase’ komt, regel je een oppas.

8 Of wacht. Een pannenkoekenschuur of hamburgerboerderij speciaal voor kinderen is natuurlijk prima.

Maar zelfs daar geldt: hou het kort – een halfuur is de max. Kinderen houden niet van stilzitten, en netjes wachten tot iedereen is uitgegeten, en geef ze eens ongelijk. Ja, in Frankrijk, Italië en Spanje. Daar kunnen ze dat. Maar daar voeden ze de kinderen op.

9 Als je kinderen gaan krijsen, gillen en schreeuwen in vliegtuigen, supermarkten, treinen, musea en crematoria hebben we daar uiteraard alle begrip voor, maar we willen wel zien dat je er iets aan doet.

Er stoïcijns naast blijven zitten met een ‘deal with it’-blik is dus niet toegestaan. Zweet willen we zien, gesjor, gesjouw, ongemak, excuses, hulpeloze blikken en schaamte.

10 Daar staat tegenover dat we álles prima vinden om kinderen stil te krijgen.

Speentjes, cadeautjes, iPads, ijsjes, bergen snoep – het doel heiligt de middelen. De verantwoorde ouder (‘wij eten geen suiker’, ‘wij geloven niet in negatieve aandacht’, ‘Sven heeft vandaag zijn schermtijd al volgemaakt’) kan je thuis weer spelen.

11 Blokfluiten, scheidsrechterfluitjes, vuvuzela’s, xylofoons en trommels? Euh, nee.

Niet in het openbaar. Op spelcomputers, iPads en mobiele telefoons zet je in de buitenlucht het geluid uit.

12 In het openbaar vervoer is je kind als een vouwfiets: ga er niet mee in de stiltecoupé zitten, klap hem netjes in, en reis buiten de spits.

Als hij lastig gaat doen, pak je hem op, en ga je ermee naar het balkon.

13 Op het werk geldt de afspraak dat we je na de bevalling een leuk cadeau geven, maar dat je daarna niet meer over het kind praat, tenzij daar nadrukkelijk om gevraagd wordt.

We weten dat je het zwaar hebt en dat je niet meer slaapt – daar heb je zelf voor gekozen.

14 Foto’s van minderjarige kinderen horen niet op je sociale media.

Ze hebben er geen toestemming voor gegeven een leven lang googlebaar te zijn, en publiekelijk tentoongesteld te worden. Zeg niet ‘kids’, ‘kindjes’ en ‘papadag’. Het leven is al zwaar genoeg.

15 Je tuin en de straat is geen speeltuin.

Denk aan de buren. Alvast bedankt.

16 Luister naar adviezen.

It takes a village to raise a child. Doe daar je voordeel mee. Geniet er ook van. Kinderen zijn geweldig. Voor je het weet zijn ze het huis uit!

Rest mij alleen nog de vraag te beantwoorden of ik mezelf aan deze tips hield, toen mijn dochter klein was. Wat denken jullie? Natuurlijk! Het lukte alleen voor geen meter.

En tóch is ze goed terechtgekomen.

Lees verder…….