De hospita als oplossing voor nijpende kamernood

Hospita De terugkeer van de hospita (of hospes) zou veel oplossen: het nijpende kamertekort onder studenten, maar ook eenzaamheid onder ouderen en onbetaalbare energierekeningen. Een aantal organisaties probeert de twee groepen bij elkaar te brengen.

Hospita Margriet van der Vliet en studente Natalia Duarte.
Hospita Margriet van der Vliet en studente Natalia Duarte.

Foto Kees van de Veen

Margriet van der Vliet woonde sinds haar jongste zoon in 2020 het huis uit ging alleen in een groot huis in Haren, vlak bij de stad Groningen. Begin september kwam de Colombiaanse studente Natalia Duarte bij haar wonen, in een kamer op zolder. „Fijn dat er nu weer wat reuring is. En natuurlijk leuk om er iets mee te verdienen.”

Er zijn veel te weinig studentenkamers. In 2021 grepen ongeveer 26.800 studenten mis, aldus de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Ondanks ambitieuze bouwplannen van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) voorspellen de betrokken onderzoekers dat het kamertekort de komende acht jaar verder oploopt tot 44.800. Bijna de helft van de Nederlandse studenten blijft dan ook thuis wonen. Buitenlandse studenten komen zo mogelijk nog moeilijker aan een kamer.

Het lijkt het ei van Columbus: koppel studenten die geen woning kunnen vinden aan ouderen met grote, lege huizen en omhoog schietende stookkosten. Een aantal organisaties probeert dat te stimuleren, maar heel hard gaat het nog niet. De afgelopen jaren zat de coronapandemie in de weg; ouderen waren er in die tijd niet zo happig op iemand in huis te nemen.

Maar sinds kort lijkt er schot in te komen, vertellen verschillende bemiddelaars. Zo verdubbelde bij Hospi Housing vanaf mei het aantal matches, vertelt oprichter Daan Donkers. Per maand krijgt de organisatie tachtig à honderd aanmeldingen binnen van ‘hosts’ (hospita’s), en hij verwacht dit jaar in totaal tweehonderd studenten aan een kamer te helpen. „De laatste maanden horen we de financiën vaker als motief voor kamerverhuur. En soms krijgen mensen met grote huizen door alle berichten over de woningnood last van woonschaamte.” Hospi Housing begon een paar jaar geleden in Utrecht en is inmiddels, in samenwerking met gemeente en onderwijsinstellingen, ook actief in Groningen, Maastricht, Leiden, Nijmegen en Amsterdam.

Sociaal contact

Ook bij online platform Woonmaatjes, opgericht door verhuurmakelaar Petra Eshuis, melden zich sinds deze zomer weer hospita’s. Dit platform heeft een iets ander concept: de organisatie linkt studenten aan ouderen die een kamer overhebben en verlegen zitten om sociaal contact en lichte hulp, zoals bij het boodschappen doen en het grasmaaien. Eshuis bepaalt in overleg welk bedrag daartegenover staat en dat gaat af van de maandelijkse kamerhuur. „Volgens mij komt er een switch van individualisme naar toch weer meer samendoen. Dat moet ook haast wel. Studenten vinden geen woonruimte en voor ouderen wordt het steeds moeilijker om ondersteuning te vinden”, aldus Eshuis. Andersom kan ook: een kamer verhuren aan een jongere die wat steun nodig heeft, bijvoorbeeld via de organisatie Kamers met Aandacht.

De nijpendste kamernood doet zich voor in Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Rotterdam, Den Bosch en Utrecht, blijkt uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2022. Dorpen in de directe omgeving van die steden bieden meer kansen, zegt Donkers van Hospi Housing. „In de regio is meer ruimte beschikbaar, de huizen zijn groter en er wonen meer ouderen.” Studenten vinden het geen punt om niet in de stad te wonen, merkt hij. „Zeker buitenlandse studenten niet. Een halfuur of uur naar de universiteit onderweg zijn, vinden zij peanuts.”

Wat mensen nogal eens tegenhoudt is de angst dat ze een huurder niet meer wegkrijgen

Buitenlandse studenten zijn onder de kamerverhuurders die zich bij zijn platform aandienen het populairst, vooral omdat zij tijdelijke woonruimte zoeken. „Wat mensen nogal eens tegenhoudt is de angst dat ze een huurder niet meer wegkrijgen”, aldus Donkers. Die angst is niet geheel ongegrond. Er is niets aan de hand als de student maximaal een jaar blijft, dan valt de verhuur onder de zogeheten hospitaregeling. Die geldt voor kamerverhuurders die zelf ook in het huis wonen en hun keuken en badkamer met hun huurder delen. Dat eerste jaar mag de huur elk moment worden opgezegd, met een opzegtermijn van drie maanden. Daarna volgen een contract voor onbepaalde tijd en huurbescherming. In de praktijk kiezen hospita’s er liever voor om hun inwonende student na een jaar te verruilen voor een nieuwe huurder. In plaats van deze proeftijd kun je overigens ook een (langer) contract voor bepaalde tijd aangaan, maar dan is tussentijds opzeggen niet toegestaan.

Donkers vindt het jammer dat de proeftijd niet wat langer loopt, tot twee jaar. Daarvoor is hij nu, samen met andere bemiddelaars, aan het lobbyen in Den Haag. „Men staat er welwillend tegenover. Het ministerie ziet ook kansen om met een beter gebruik van de bestaande woningvoorraad de woningnood te verlichten.” Groter struikelpunt is dat veel hypotheekverstrekkers kamerverhuur officieel niet toestaan, zelfs niet met een tijdelijk contract. De sector probeert ook deze partijen op andere gedachten te brengen, al heeft Donkers nog nooit meegemaakt dat hypotheekverstrekkers het daadwerkelijk controleren.

Fiscaal voordeel

Rijk zul je als kamerverhuurder niet worden, maar je profiteert wel van een fiscaal voordeel. De huurinkomsten zijn belastingvrij als je opgeteld niet meer dan 5.711 euro (2022, inclusief energie) hebt geïnd. Dat komt neer op ongeveer 475 euro per maand. Als je de kamer niet de volle twaalf maanden verhuurt, kan dat maandbedrag dus hoger uitkomen.

Maar mag je zomaar alles vragen? Formeel gaat het puntensysteem op: vierkante meters en voorzieningen tellen op tot een puntenaantal dat met een huurprijs overeenkomt. Is de huur hoger dan volgens het puntenaantal zou mogen, dan kan een huurder bezwaar maken. De ‘Huurprijscheck onzelfstandige woonruimte’ op de website van de Huurcommissie geeft een idee van wat een kamer waard is.

Donkers vindt deze richtlijn te karig. „De puntentelling is al even niet meer bijgewerkt en houdt geen rekening met de locatie. Met goede argumenten kun je best meer vragen.” Al accepteert zijn organisatie ook geen woekerprijzen. De vrouw die een slaapkamer aanbood voor 900 euro per maand en zelf op de bank wilde gaan slapen, heeft hij afgewezen.

Natalia Duarte (23) uit Colombia

‘Het voelt goed om weer iemand om me heen te hebben’

Hospita Margriet van der Vliet en studente Natalia Duarte Foto Kees van de Veen

Natalia Duarte (23) uit Colombia huurt sinds begin september een kamer bij Margriet van der Vliet (60) in Haren. Zij studeert voor een halfjaar internationale betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Duarte: „Mijn kamer is op de derde verdieping. Geen donker zoldertje, hoor, eerder een soort tipi. Heel licht, met veel planten en een eigen ijskast en waterkoker, zodat ik niet steeds twee trappen af hoef.”

Van der Vliet: „Binnenkort gaat Natalia Colombiaans voor me koken, daar verheug ik me op. Nadat mijn twee zoons de deur uit gingen, de jongste in 2020, woonde ik alleen in een vrij groot huis. Het voelt goed om weer iemand om me heen te hebben, een beetje reuring. En het is natuurlijk ook leuk om er iets mee te verdienen.”

Duarte: „Mijn moeder heeft Margriet ook gesproken, die slaapt rustig nu ze weet dat ik hier goed zit.”

Van der Vliet: „Op de lokale omroep zag ik een nieuwsitem over buitenlandse studenten die haast niet aan woonruimte kunnen komen, zo sneu. Ik zette de kamer via Hospi Housing online en kreeg meteen zeventig à tachtig reacties.”

Duarte: „Overal naartoe fietsen vind ik een van de leukste dingen hier. Ik ga altijd op de fiets naar de universiteit, ook als het regent. Springt het verkeerslicht op groen, dan begint iedereen tegelijk te rijden en komt het toch goed. Een interessant soort georganiseerde chaos.”

Van der Vliet: „We hebben geen afspraken over het gebruik van de keuken of badkamer, dat gaat vanzelf. Wel laat Natalia het weten als ze bezoek krijgt. Binnenkort komt haar vriend voor tien dagen over, prima.”

Duarte: „Ik probeer Margriet zo min mogelijk in de weg te lopen. Als we elkaar tegenkomen maken we een praatje of drinken een kopje thee.”

Van der Vliet: „Mensen in mijn omgeving zeggen: goed dat je dat doet, maar het zou niets voor mij zijn. Waarom niet? Je helpt iemand, het is gezellig én je houdt er wat aan over.”

Jelle Oonk (18) komt uit Borculo

‘Het is een huurder, hè? Geen pleegkind’

Student Jelle Oonk en hospita Janneke Wubs. Foto David van Dam

Jelle Oonk (18) komt uit Borculo (Achterhoek) en zit sinds half augustus op kamers bij Janneke Wubs (52) en haar gezin in Den Haag. Hij studeert natuur- en sterrenkunde aan de Universiteit Leiden.

Wubs: „Tussen alle hartverscheurende reacties op mijn advertentie voor een kamer sprong Jelle eruit met zijn beginzin: ‘Ik ben een serieuze jongen.’ Bingo, dacht ik.”

Oonk: „Vanaf Borculo, waar ik vandaan kom, is het 2,5 uur met de trein naar Leiden. Dus ik was blij met deze kamer. Van Den Haag naar Leiden is maar een kwartier, al sta je wel elke ochtend tegen elkaar aan gedrukt in een stampvolle trein.”

Wubs: „Ik dacht eerst aan een buitenlandse student, die verhalen zijn zo schrijnend. Maar mijn jongste zoon woont nog thuis en van hem hoefde het allemaal niet zo nodig. Ik realiseerde me dat een Nederlandse student in de weekenden meestal naar huis gaat, dat leek me een goede middenweg.”

Oonk: „Hier wonen is een soort zachte landing, de overgang van thuis is niet zo groot. Ik eet ook mee, dat is de afspraak.”

Wubs: „Een makkelijke eter, hoor. Je zet het neer en hij schuift het zo naar binnen. Wij hebben een open keuken en het leek me niet fijn als iemand gaat koken, terwijl je zelf net de boel hebt opgeruimd. Verder gaat het organisch. Laatst maakten we ons ’s nachts zorgen toen we zijn schoenen niet in de gang zagen staan. Dat was een leermoment. Het is een huurder, hè? Geen pleegkind.”

Oonk: „Ik ben nu bij studentenhuizen aan het hospiteren, want ik kan hier maar tot het eind van het jaar blijven. Dan komt Jannekes dochter terug van een uitwisseling in de Verenigde Staten.”

Wubs: „Het is haar kamer. Ik hoop wel dat zij dan ook snel een kamer vindt in Amsterdam, waar ze studeert. Ze is al ruim twee jaar op zoek daar, hopeloos.”

Lees verder…….