Dat de Taj Mahal door een moslim gebouwd werd, verzwijgen hindoe-nationalisten liever

Historische wortels India Ook de Taj Mahal wordt door hindoe-nationalisten ingezet in de cultuurstrijd. Tot verdriet van de gidsen. „Waarom zouden we niet vertellen dat de geschiedenis van ons land zo veel lagen heeft?”

De Taj Mahal in Agra. Dat het beroemde mausoleum door een moslim-heerser is gebouwd, past niet goed in het beeld van India dat hindoe-nationalisten uitdragen.
De Taj Mahal in Agra. Dat het beroemde mausoleum door een moslim-heerser is gebouwd, past niet goed in het beeld van India dat hindoe-nationalisten uitdragen. Foto Pawan SHARMA/AFP

Gids Rajni Srivastav werkt er al bijna dertig jaar. Nog elke keer mist de aanblik zijn uitwerking niet op hem. De eerste glimp die opdoemt door de gewelfde toegangspoort, de witte marmeren koepel en de vier minaretten, alles precies symmetrisch. „De toeristen die de Taj Mahal voor het eerst zien, slaken ook altijd een soort zucht.”

Laat in april loopt het internationale seizoen ten einde: het is binnenkort te warm voor toeristen om buiten rond te dwalen. Maar er lopen nog genoeg Indiërs door de stad Agra, tweehonderd kilometer ten zuidoosten van New Delhi, vermaard om haar historisch erfgoed. De Taj Mahal is het onbetwiste pronkstuk. Het is een icoon van India. En van de liefde: het bouwwerk zou immers zijn opgetuigd door de heerser Shah Jahan, die zijn vrouw, Mumtaz Mahal, op haar sterfbed had beloofd om een ongeëvenaarde graftombe voor haar te bouwen. De bouw van die grootse liefdesverklaring werd in 1648 afgerond, voor het complex rondom het mausoleum was nog een decennium langer nodig.

Het resultaat geldt als hoogtepunt van de bouwstijl tijdens het Mogulrijk, genoemd naar de dynastie die vanaf de zestiende tot halverwege de negentiende eeuw de macht had in de Indus-vallei. Zij heerste uiteindelijk over vrijwel het hele Indiase subcontinent, na zware veldslagen te hebben gevoerd tegen de krijgsheren van kleinere rijken. De Mogulkeizers drukten een stempel op de cultuur, de architectuur en de hofhoudingen. Ook in de Indiase hoofdstad, Delhi, zijn veel monumenten en bouwwerken uit die tijd te vinden, met duidelijk herkenbare islamitische kenmerken: de Moguls waren moslims.

„Mogulheersers hadden een voorliefde voor tombes, zij bouwden enorme complexen voor zichzelf”, vertelt de gids. „Mumtaz heeft haar mausoleum nooit voltooid gezien, het is bijzonder dat een leider zo’n bouwwerk aan iemand anders opdroeg.” Waar kwam die tombenijverheid vandaan? „Het maakt je belangrijk. En ik denk dat de Moguls graag zo herinnerd wilden worden.” Bij veel bezoekers blijft het liefdesverhaal beter hangen, denkt Srivastav, dan een droog lesje geschiedenis tijdens hun vakantie.

Platte geschiedenis

Het belang van deze bredere historische context staat ter discussie in India. Dat het land zo lang onderdeel was van een islamitische beschaving, staat haaks op het beeld dat prominente hindoe-organisaties propageren. Onder de regering van de BJP-partij van premier Narendra Modi krijgt hun boodschap dat het hindoeïsme altijd dominant is geweest in de regio, veel ruimte.

Dat bleek begin april eens te meer, toen de nationale onderwijscommissie (NCERT), verantwoordelijk voor de curricula op overheidsscholen, de lesboeken voor dit schooljaar uitgaf. Passages uit de geschiedenisboeken, vooral alinea’s die ingingen op de diepe invloed van de Moguls op de cultuur en het bestuur, bleken te zijn geschrapt. Het leidde tot een groot debat over India’s geschiedschrijving.

„Wie een natie wil creëren waar alleen hindoes als burger worden beschouwd en de rest op de tweede plaats komt, die kijkt eerst naar hoe zo’n land over zichzelf praat. En naar hoe jonge geesten erover leren. De bedoeling is overduidelijk”, reageert de gepensioneerde historicus Aditya Mukherjee aan de telefoon. Zijn vrouw Mridula, eveneens een gewezen professor aan de Jawaharlal Nehru Universiteit in New Delhi, vult aan: „Moslims uit de geschiedenis verwijderen: ergens was het onder deze regering wel te verwachten, maar het is toch schokkend.”

Uit vergelijkingen tussen het oude en nieuwe lesmateriaal blijkt dat er meer referenties zijn geschrapt. Zoals de achtergrond van de moordenaar van vrijheidsstrijder Mahatma Gandhi, een hindoe-nationalist die niet kon verkroppen dat Gandhi religieuze tolerantie voorstond. „En in een opsomming van vrijheidsstrijders is juist een moslimnaam weggehaald”, schampert Mridula Mukherjee.

Prominente historici en journalisten protesteerden tegen de aanpassingen. Onderwijscommissie NCERT verdedigde het besluit door te stellen dat het materiaal moest worden beperkt vanwege de werkdruk op leerlingen, en dat daarvoor de hulp van vakexperts en pedagogen was ingeroepen.

Volgens Mridula houdt dat geen steek: „Er is nog geen geschiedenis herschreven, dat is een troost. Maar het verwijderde materiaal is zo geselecteerd dat toch de toon is veranderd. De geschiedenis wordt platgeslagen, er is geen diversiteit meer.”

Sommige commentatoren waren het wel met de commissie eens en stelden dat ‘rationalisering’ van het materiaal noodzakelijk was. Er zou te veel positieve aandacht zijn geweest voor de Moguls, die je ook zou kunnen zien als islamitische indringers die India onderwierpen aan hun gezag. Neem de Taj: opdrachtgever Shah Jahan had een wrede kant, en voerde verscheidene verschrikkelijke veldslagen.

Gids Srivastav plukt met zijn vingers in de lucht, alsof hij stukjes van het immense bouwwerk voor hem uit elkaar trekt. „Wat moet ik anders vertellen over hoe de Taj hier kwam te staan, wie het gebouwd heeft? India is heel divers. Waarom zouden we niet vertellen dat ook de geschiedenis van ons land veel lagen heeft? Ik ben een hindoe, ik heb geen problemen met moslimcollega’s.”

Vooralsnog blijft het conflict over de versies van de geschiedenis beperkt tot papier. Bij ‘zijn’ Taj heeft de gids nog geen problemen opgemerkt. „Nog elke week wordt hier het vrijdaggebed gehouden, dan is het terrein alleen voor moslims open. Er komen honderden mensen, zonder problemen.”

De 21-jarige Asif voelt zich toch niet helemaal op zijn gemak. Samen met zijn broer en een vriend is hij vanuit de noordelijke deelstaat Himachal Pradesh gekomen voor een tripje langs de belangrijkste historische attracties in Agra. Vanaf het Fort, eveneens een bouwwerk uit de Mogul-tijd, hebben ze prachtig uitzicht op de Taj. Asif, een moslim, vindt het „belangrijk” en „interessant” om over de geschiedenis van India te leren, zegt de student management. Maar erover uitweiden wil hij niet met een vreemde. „Er lopen hier veel verschillende mensen rond. Niet iedereen volgt de feiten. Het ligt op dit moment gevoelig dat er zo’n belangrijke islamitische beschaving was.” Als een andere groep dagjesmensen voorbijloopt, valt hij stil. „Ik wil niet voor die mensen klinken alsof ik problemen wil veroorzaken.”

Wie wel wat meer over India’s erfgoed wil zeggen, is een vader van drie kinderen uit de overwegend hindoeïstische deelstaat Madhya Pradesh, in het midden van het land. Het gezin is neergestreken op de binnenplaats van het Fort, dat werd gebouwd voor de bescherming van Agra, voor de Mogul-heersers een belangrijke vorstelijke residentie. Maar de vader hanteert een andere chronologie: „Dit was van de Rajputs, zij hebben het hier gebouwd. De Moguls kwamen daarna, zij hebben alles in India ingenomen, tot zich genomen en gebruikt.”

Eén gezin bewijst nog niet de teloorgang van het geschiedenisonderwijs in India. Historici Mridula en Aditya Mukherjee vrezen wel voor een glijdende schaal en verlies van kennis. „De Moguls bepaalden tweehonderd jaar lang het leven in India”, aldus Aditya. „Hoe kun je dat gat overbruggen? Dan mis je een aantal cruciale ontwikkelingen die plaatsvonden.”

Claims

Er worden af en toe claims naar voren gebracht die de herkomst van India’s erfgoed betwisten, meestal door fanatiek hindoeïstische groepen. In een lappendeken van beschavingen en gemeenschappen wordt vaak teruggegrepen op de notie van ‘heilige grond’. Die zou verklaren waarom imposante bouwwerken staan waar ze staan, zelfs als de makers of ontwerpers van de overgebleven constructie als ‘fout’ worden beschouwd. Vorig jaar wees een rechtbank een verzoek van de hand om de gesloten kelders van de Taj Mahal open te breken. Daar zou een altaar staan voor de hindoegod Shiva – een lezing die de overheidsdienst voor archeologie tegenspreekt.

Begin april riep een parlementslid van de BJP zelfs op tot volledige verwoesting van het mausoleum, omdat de huwelijken die Shah Jahan na de dood van zijn Mumtaz aanging, zouden aantonen dat hij niet écht van haar hield. Gids Srivastav wordt er „bijna moedeloos” van, vertelt hij. „Het is allemaal van lang geleden. We kunnen leren van hoe het er vroeger aan toe ging, de architectuur, de bouwwerken. En verder moet je het achter je laten als een afgesloten hoofdstuk: uit.”

Lees verder…….