Conflict over privacy escaleert met Europees verbod op persoonlijke advertenties Meta

Het conflict over de privacy van burgers tussen grote Amerikaanse technologiebedrijven en Europese toezichthouders is deze week geëscaleerd. De sociale media Facebook en Instagram, allebei dochterbedrijven van Meta, moeten stoppen met het plaatsen advertenties die zijn afgestemd op individuele gebruikers, omdat zij daarmee de Europese privacyregels zouden overtreden.

Dat besluit van de Europese privacy-waakhond EDPB is een directe aanslag op het verdienmodel van de techreus. Net als veel andere technologiebedrijven verzamelt en gebruikt Meta persoonlijke gegevens van zijn gebruikers: niet alleen waar ze wonen, welk geslacht ze hebben en welke taal ze spreken, maar ook waar ze op klikken en wat ze online lezen en bekijken. Met die persoonlijke informatie worden profielen van gebruikers gemaakt, om daarmee speciaal op hen gerichte advertenties te kunnen aanbieden.

Die praktijk is het op regulering en bescherming van de privacy gerichte Europa al lang een doorn in het oog. Maar omdat de grote techbedrijven de Europese regels over onder meer privacy beschouwen als ernstige bedreiging van hun profijtelijke bedrijfsvoering, speelt zich al jaren een krachtmeting af. De Europese wetgevers en toezichthouders aan de ene kant, staan recht tegenover de grotendeels Amerikaanse technologiebedrijven aan de andere kant.

In mei legde de EU Meta nog een recordboete van 1,2 miljard euro op, omdat het bedrijf persoonlijke gegevens van Europese gebruikers naar Amerikaanse servers leidde, waar ze onvoldoende beschermd zouden zijn tegen Amerikaanse inlichtingendiensten. En deze zomer uitte Meta zijn onvrede over de Europese regels door Threads – het nieuwe sociale medium dat Meta heeft opgezet om te concurreren met X (voorheen Twitter) – voorlopig niet aan te bieden in de Europese Unie.

Te winstgevend

Maar voor Facebook en Instagram is de Europese markt te belangrijk (lees: winstgevend) om op te geven. Daarom heeft moederbedrijf Meta maandag, vlak voor het verbod op gepersonaliseerde advertenties werd aangekondigd, een plan gelanceerd waarmee het naar eigen zeggen alsnog aan de Europese regels kan voldoen.

Gebruikers van Facebook en Instagram in de EU, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland zouden in de loop van deze maand de mogelijkheid krijgen om te kiezen uit twee alternatieven. Ofwel ze nemen een abonnement, waarmee ze Facebook en Instagram kunnen gebruiken zonder advertenties tegen te komen. Ofwel ze blijven die sociale media gratis gebruiken, maar stemmen er dan mee in dat ze „gepersonaliseerde diensten en producten”, zoals Meta het uitdrukt, voorgeschoteld krijgen.

Lees ook Europa wil Big Tech temmen met een nieuwe wet. Wat houdt die in en wat merkt de gebruiker ervan?

Europa wil Big Tech temmen met een nieuwe wet. Wat houdt die in en wat merkt de gebruiker ervan?

Een abonnement via het web moet 9,99 euro per maand gaan kosten, wie het via de telefoon of een ander mobiel apparaat afsluit moet iedere maand 12,99 euro gaan betalen om Facebook en Instagram zonder advertenties te kunnen blijven gebruiken. Wie gratis actief wil blijven op de platforms van Meta, wordt geacht akkoord te zijn met gepersonaliseerde advertenties. De technologie website Wired vatte het samen in de kop: Facebook heeft eindelijk de prijs van privacy vastgesteld: 10 dollar per maand.

Of Meta uit de problemen kan komen door de gebruikers deze keuze te geven, is nog allerminst zeker. Scherpe kritiek op het plan van Meta leverde het hoofd van de internationale afdeling van de Noorse autoriteit persoonsgegevens. Als gebruikers gevraagd wordt een grondrecht als privacy op te geven of anders een boete in de vorm van abonnementsgeld te betalen, dan is dat geen vrije keuze, zei deze Tobias Judin tegen persbureau AP. En privacyorganisatie Noyb (afkorting van None of your business) hekelt niet alleen het „absurd hoge” bedrag, maar noemt het plan ook een om poging het Europese recht te omzeilen. Oprichter Max Schrems had eerder al gezegd: „Fundamentele rechten kunnen niet te koop zijn.” Ook kondigde hij aan het door Meta gehanteerde uitgangspunt ‘Pay or Okay’ in rechtszaken te zullen bestrijden.

Bindend besluit

Het woensdag aangekondigde verbod op gepersonaliseerde advertenties in Europa geldt voor alle dertig landen van de zogeheten Europese Economische Ruimte (EER), de 27 landen van de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Het verbod is in gang gezet door de toezichthouder in Noorwegen. Daar gold het verbod al eerder, maar om het ook voor andere Europese landen te laten gelden schakelden de Noren in september het samenwerkingsverband van Europese toezichthouders (EDPB) in.

De EDPB heeft nu de toezichthouder in Ierland, waar het Europese hoofdkantoor van Meta is gevestigd, met een bindend besluit twee weken de tijd geven om het verbod aan Meta op te leggen. Binnen de EDPB heerst onder nationale toezichthouders al langer onvrede, dat hun Ierse collega’s Meta (en andere techbedrijven) niet voortvarend genoeg aanpakken.

Meta zegt de Europese toezichthouders al weken geleden op de hoogte gesteld te hebben van zijn abonnementsplan, en toont zich verbolgen dat het verbod niet is afgeblazen of ten minste uitgesteld. De Ierse toezichthouder zegt het abonnementsplan van Meta nog te bestuderen. „Maar hoe dan ook overtreedt Meta nu de Europese regels”, zegt een woordvoerder van de Nederlandse toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). „Dat had eigenlijk gisteren al moeten stoppen.”