Column | Uitstellen

Ellen Deckwitz

Onlangs kwam ik in het park een vriend tegen en omdat we even geen toegang tot het internet hadden, ging dat bijna helemaal mis. Het gesprek verliep aanvankelijk vlekkeloos, tot we op een zeker moment op onze favoriete dichtregels kwamen (want je kunt het niet de hele tijd over het cancelen van Pietje Bell hebben).

„‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen’ vind ik zo’n mooi citaat”, zei B. „Wat was die Nijhoff toch een geweldige dichter.”

„Dat is een regel van Slauerhoff”, zei ik.

Hierop volgde een welles-nietes van jewelste, het graaien in jaszakken naar telefoons en de schok dat we die allebei niet bij ons hadden.

„Wat irritant zeg”, knarste B., „het is echt lang geleden dat ik iets niet meteen kon googlen, ik raak er helemaal onrustig van.”

„Inderdaad”, zei ik, „ik merk dat ik er fysiek kriebelig van word dat ik niet meteen mijn gelijk kan aantonen.”

„Je bedoelt míjn gelijk”, zei B, en de discussie was weer van voren af aan begonnen, als er niet opeens een gemeenschappelijke kennis aan kwam gejogd.

„Hee hoi!” zei de kennis. „Waar hebben jullie het over?”

„Nijhoff”, zei B.

„Slauerhoff”, zei ik.

‘Interessant”, zei onze kennis nadat we de situatie hadden uitgelegd. „Wacht, ik kijk wel even op mijn telefoon.” „Nee, niet doen!” riep B. „Ben je bang voor je ongelijk?” zei ik. „Nee, nee, ik besef net dat dit een kans is om te leren omgaan met onwetendheid! Om even te oefenen in uitstel.”

Daar zat wat in. De kennis haalde zijn schouders op en jogde verder, B. en ik hadden het nog even over zijn kinderen en mijn cavia’s en ten slotte gingen we elk weer ons weegs.

Best een goed idee, om gewoon even te zijn met een onbeantwoorde vraag, zei ik tegen mezelf.

Desondanks ging ik wel steeds harder lopen richting mijn huis. Na binnenkomst pakte ik meteen mijn mobiel erbij.

En legde hem toen weer weg. B. had gelijk, althans, wat het oefenen in onwetendheid betreft.

En zo ijsbeerde ik door mijn woonkamer. Oefenend in niet-weten, me bekwamend in het uitstellen en zo een klein verzet biedend tegen zowel mijn gelijk- als informatieverslaving.

Ik liep ronde na ronde.

Vroeg mezelf even af hoe dat nou ook alweer heette, dat je de hele tijd dingen wil opzoeken.

En liep gewoon door. Ronde na ronde.

Ik weet genoeg, fluisterde ik voor me uit. De rest van de avond heb ik nog heel veel van mezelf gehouden.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….