Column | Steeds langer én korter: wat is de ideale lengte voor een bioscoopfilm?

Afgelopen weken hoorde ik regelmatig gemor van bioscoopbezoekers over de lengte van films. Bijna altijd over dat ze tegenwoordig té lang zijn. De meest recente veroorzaker van gezucht: Martin Scorseses 206 minuten durende Killers of the Flower Moon over de moorden op het Osage-volk in de VS van de jaren twintig. Scorsese had weinig compassie en zei dat mensen die hem wezen op de lengte ondertussen wel „vijf uur voor de tv kunnen zitten”. Zijn filmeditor wilde weten welke bioscopen, zoals The Movies in Amsterdam, op eigen initiatief een pauze hadden ingelast en noemde dat een „inbreuk”. De ophef zorgde voor nervositeit bij Nederlandse filmtheaters die bezoekers met een kleine blaas, zoals ik, tegemoet wilden komen – The Movies schrapte de pauze weer. Scorsese is zeker niet de enige die het idee over wat een ‘normale lengte’ is voor een bioscoopfilm oprekt. Ridley Scotts biopic Napoleon, die later deze maand uitgaat, tikt drie uur aan.

Opmerkelijk genoeg lijkt er tegelijkertijd iets te broeien aan het andere uiterste van het spectrum. Grote namen als Pedro Almodóvar en Wes Anderson storten zich juist op korte films – volgens de Oscarrichtlijnen producties van minder dan veertig minuten. Kort films bestaan sinds het begin van de filmgeschiedenis, maar ze werden de afgelopen decennia toch gezien als nicheproduct, „vingeroefeningen” of een manier voor debutanten om zichzelf op de kaart zetten. Of het waren spectaculaire reclames, voor modehuizen of casino’s.

Afgelopen maanden werden korte films van bekende regisseurs echter gepromoot alsof het speelfilms waren. Almodóvars 32 minuten durende gay-western Strange Way of Life, mede geproduceerd door modehuis Saint Laurent, ging in première op het filmfestival van Cannes en draait sinds september in de bioscopen. Andersons 39 minuten durende Roald Dahl-verfilming The Wonderful Story of Henry Sugar werd vertoond op het filmfestival van Venetië en verscheen onder veel media-aandacht op Netflix, samen met andere korte Dahlverfilmingen van de cineast.

Volgens Kirsten Ruber, directeur van kortefilmfestival Go Short, zijn het vooral geldschieters als modehuizen en streamingdiensten die zorgen dat korte films nu plots opvallen. „Bedrijven die zich graag willen profileren door grote namen aan zich te binden, bieden regisseurs de mogelijkheid om als ‘tussendoortje’ een korte film of serie te maken. En pakken hier groot mee uit. De regisseurs nemen zo’n aanbod vaak graag aan. Het maken en financieren van Hollywoodspeelfilms is enorm tijdrovend en slopend. Het is prettig om tussendoor te kunnen experimenteren in een korte productie.” Zo kreeg Almodóvar van Saint Laurent carte blanche. Hij besliste een dialoog te verfilmen die hij eerder had geschreven en verder te oefenen voor zijn eerste Engelstalige speelfilm.

De vraag is of het bioscooppubliek zelf zin heeft in al deze nieuwe filmlengtes. Mogelijk is het een kwestie van gewenning. Strange Way of Life deed het ondanks vrij positieve recensies, in de bioscoop minder goed dan Almodóvars laatste twee speelfilms. Killers of The Flower Moon is de best bezochte film deze week. Dat films waarbij je vooraf geen drankje durft te drinken tegenwoordig eerder regel dan uitzondering worden, zorgt dan wel voor gezucht, het weerhoudt mensen niet een kaartje te kopen.

Sabeth Snijders is filmrecensent.