Column | Sorry zeggen voor beginners

Carolina Trujillo

Bij de afsluiting van het dodelijkste WK voetbal ooit, had ik hier misschien moeten oreren over de drie Maria’s van het mannenvoetbal: Messi, Mbappé en migrantarbeiders, maar Henk Fraser kwam voorbijzeilen. De nu ex-trainer van FC Utrecht nam ontslag nadat hij grensoverschrijdend gedrag had vertoond naar een speler. Slechts naar eentje! En dan al ontslag nemen. Wil een grensoverschrijder ontslag nemen voor wangedrag jegens vrouwen, dan moet hij doorgaans meer slachtoffers maken dan je op een hand kunt tellen, maar dat terzijde.

Fraser schijnt speler Amin Younes tijdens een training bij de nek gegrepen te hebben. FC Utrecht speelde elf tegen elf toen Younes naar scheidsrechter Urby Emanuelson riep: „Hij is Surinamer, daarom fluit je niet.” Het was niet eens de inhoud van de opmerking die Fraser deed ontploffen, hij ergerde zich aan het ondermijnen van de autoriteit van de scheids. Voor de camera van de NOS legde hij het uit. Misschien had meegespeeld dat tijdens twee weken keihard samen werken, zelfs met mariniers, „iemand” het proces had zitten verpesten, maar, zegt Fraser „een reden is geen excuus”. Hij had Younes bij de kraag willen vatten, „maar die trainingspakken van nu hebben geen kraag, die zitten meteen om je nek.”

Kennelijk kwam zijn handeling eruit te zien als een poging tot wurgen. Niet alleen nam Fraser verantwoordelijkheid door ontslag te nemen, hij legde uit wat hij fout deed, wat er meespeelde en hoe vervelend hij het vond voor anderen die hierdoor benadeeld waren: FC Utrecht, de eigenaar, de directeur voetbalzaken, leden van de raad van commissarissen.

Dit was excuses aanbieden als een baas. En passant toonde Fraser dat je excuses niet per se aanbiedt aan het directe slachtoffer van je handelen. Het directe slachtoffer kan misschien een etterbak zijn waar je helemaal geen sorry tegen wil zeggen. Of het is een tot slaaf gemaakte die al honderden jaren dood is. Dat wil niet zeggen dat jij niet kunt toegeven dat je fout zat. Als je tenminste weet hoe.

Onze regering probeert excuses aan te bieden voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden, maar hun sorry zeggen is vooralsnog transatlantisch wrijven in een vlek. Alleen al het debacle rond het kiezen van de datum kan je niet navertellen zonder plaatsvervangende schaamte. Trots zijn op de voorouders kost geen moeite, die worden geëerd met standbeelden, musea en straatnamen. Schaamte voor de wandaden wordt veel minder beoefend. Geen boetedoening als tegenovergestelde van een beeld. Het kabinet weet niet hoe je zegt dat het je spijt dat je andere volkeren aan ketens hebt gelegd. Al helemaal niet hoe je zegt dat je elite daar onbetamelijk rijk van werd, maar je niet van plan bent ook maar een fractie van die rijkdom terug te geven.

Als het kabinet slim is, biedt het snel Fraser een contract aan, niet omdat onze premier geen visie heeft en een voetbaltrainer bij uitstek wel, maar omdat de man excelleert in het aanbieden van excuses. Voor Fraser is de winst van een adviseursfunctie bij het kabinet dat aan de overhemden van politici wel boordjes zitten, meestal stijf omgeslagen voor extra grip.

Carolina Trujillo is schrijfster.

Lees verder…….