Column | Oost-Europa is niet één blok anti-Moskou

Luuk van Middelaar

Barsten worden zichtbaar in de Europese en Amerikaanse steun voor Oekraïne. Meteen na de Russische invasie schaarden westerse regeringen zich en bloc achter Kyiv; publieke opinies in grote meerderheid evenzo. President Zelensky betoonde zich een weergaloos woordvoerder voor de door Poetins troepen vertrappelde natie.

Het Oekraïens lente- en zomeroffensief loopt, ondanks het offer van duizenden soldatenlevens en de inzet van miljarden aan westerse wapensteun, vast op de vijandelijke mijnenvelden, met herfstmodder en wintervorst op komst. Hoe lang kan dit nog duren?

In Washington ging zaterdag, in een rommelige begrotingsdeal in het zicht van een federale shutdown, het mes in de steun voor Oekraïne. Onder Republikeinse druk verdween 6 miljard dollar van tafel. Er komt vast een oplossing, maar het toont hoe de polarisatie in de Amerikaanse politiek zich nu ook tot ‘Oekraïne’ uitstrekt.

In Slowakije, buurland van Oekraïne, won dezelfde zaterdag de partij Smer van oud-premier Robert Fico onverwacht de parlementsverkiezingen, met 23 procent. Hij beloofde betere relaties met Rusland en het stoppen van wapensteun aan Oekraïne. Opiniepeilers hadden voor hem plek twee voorspeld, achter de grootstedelijke, liberale, pro-Europese PS, maar onderschatten Fico’s populariteit in (vooral) de provincie. Hongarijes leider Viktor Orbán verwelkomde alvast de terugkeer van een bevriend premier in de EU.

Aan de wendingen in Washington en Bratislava ging de verrassing van de door Polen gestaakte wapensteun aan Oekraïne nog vooraf. Polen! Het land dat na de invasie miljoenen Oekraïense vluchtelingen opving, bondgenoten onder druk zette meer tanks te leveren en zich als weinig andere landen met de belaagde buur vereenzelvigt.

Ondanks dit alles vindt de Poolse PiS-regering dat het boerenoproer thuis, over de doorvoer van goedkoop Oekraïens graan, een grotere kopzorg is dan de relatie met Kyiv in oorlogstijd. Zeker, de parlementsverkiezingen van 15 oktober spelen mee. Daarna waait de ruzie wellicht over. Toch zie je ook hier grote politieke volatiliteit.

De EU werpt zich op als waarborger van democratie en liberale waarden. Daarop doet Zelensky namens Oekraïne een beroep, dat is wat EU-instellingen en verzamelde regeringen uitdragen. Een sterk voorbeeld, afgelopen maandag, was de vergadering van de 27 EU-buitenlandministers – zij kwamen bijeen in Kyiv. Maar de Poolse minister, ook aanwezig, glipte even weg toen de groepsfoto werd gemaakt.

Onder die ene foto liggen onderscheiden ervaringen, oudere geschiedenissen, soms andere waarden, die bij de bevolkingen resoneren en ineens naar boven kunnen komen – bijvoorbeeld in de stembus.

Neem Slowakije. Robert Fico is een corrupt politiek leider die in 2020 aftrad vanwege massale burgerprotesten na de moord op een journalist en diens echtgenote. En hij verdedigt ook nog Poetin. Hoe kunnen mensen nog op hem stemmen?

De verklaring ‘Russische propaganda’ is te simpel. Natuurlijk zoekt Moskou invloed op Slowaakse media, net als elders. Toch werkt dat niet op elke historische of sociologische bodem.

Slowakije, zo herinnerde een bevriende antropoloog en kenner van de regio me onlangs, was eeuwen een achtergebleven provincie van het Habsburgse Rijk, onder sterke Hongaarse invloed en met een eigen nazi-dictator in WO II. Pas in de Sovjet-tijd, in de jaren 1960-1980, moderniseerde en industrialiseerde het land – de Russen brachten wegen, fabrieken, woonwijken in voorheen arme gebieden. Velen herinneren zich dat nog. Anders dan Tsjechië, met de oude hoofdstad Praag als liberaal-burgerlijk bastion, kent Slowakije geen sterke stedelijke elite.

Terwijl na 1989 in Praag de ex-dissidenten rond Vaclav Havel westerse bewondering oogstten, trok in Slowakije de corrupte leider Vladimír Meciar de macht naar zich toe, zich bekommerend om industrie en welvaart en met lak aan liberale waarden. Anno 2023 staat Fico in deze Meciar-traditie van provinciaal poetinisme, zoals Orbán in Hongarije.

Al te licht vergeten we in West-Europa hoe uiteenlopend de verhouding tot Rusland is in Oost-Europa. Het is niet zo: allemaal geleden onder de communisten, dus als één blok anti-Moskou. Verre van.

Voor Polen en de Baltische staten was Rusland steeds de boze overheerser; reeds in de 19de eeuw leden zij onder het juk van de tsaar. Maar Hongarije, Tsjechië en Slowakije vielen onder Oostenrijks-Habsburgs gezag – dat geeft een ander perspectief. En voor Bulgarije, Servië en ook Griekenland is het nog anders; zij behoorden tot het Ottomaanse Rijk en zagen in de Russische tsaar juist een vriend en bevrijder. Zij vergeven veel en kijken graag weg.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.

Lees verder…….