Column | Joe Bidens klimaatwet betekent: handelsoorlog tegen Europa

Luuk van Middelaar

We zijn in Europa blij dat president Joe Biden de klimaatwet en andere maatregelen door het Congres loodste en zo een ‘topzomer’ had; deze maand voor de Democraten ook nog omgezet in onverwacht sterke midterms. Mooi ook dat de VS serieus inzetten op groene energie.

Maar na het applaus is het tijd de weerslag op ons onder ogen te zien. Zonder gêne deelt Amerika met deze investeringsimpuls een fikse economische klap uit aan Europa. Die kan hier tot groot welvaartsverlies leiden. Dit besef daalt nu in bij politiek en industrie.

Amerika’s groene subsidies lokken Europese bedrijven. Bidens klimaatwet, de Inflation Reduction Act, voorziet in 369 miljard dollar overheidssteun. Het Zweedse bedrijf Northvolt, Europa’s troef in de mondiale batterijenoorlog, kijkt nu naar de VS voor uitbreiding. Daar krijgt het voor een fabriek tot aan 800 miljoen dollar subsidie; in Duitsland één vijfde van dat bedrag. Ook de Spaanse energiereus Iberdrola vindt Amerika vanwege waterstofsubsidies (waarvoor Washington 100 miljard beschikbaar stelt, tegenover 5 miljard van de EU) „heel aantrekkelijk”.

Torenhoge energieprijzen vormen een tweede vertrekmotief voor industrie. Zelfs na de recente prijsdalingen kost gas in de EU vijf maal meer dan in de VS. Uiteraard is dit niet direct Washingtons verantwoordelijkheid, maar een gevolg van onze ontkoppeling van Russisch gas en nieuwe afhankelijkheid van het prijzige vloeibare aardgas (lng), gëimporteerd uit onder meer… de VS.

Derde factor: ‘Buy American’. Amerikaanse consumenten krijgen van team-Biden alleen subsidie op, zeg, een elektrische auto wanneer die ten minste deels in de VS is geproduceerd. Deze zet treft de Duitse, Franse of Italiaanse auto-industrie hard.

Als loepzuivere inbreuk op de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is de laatste maatregel ook het onthullendst. Als niet Biden maar boeman Trump in het Witte Huis zat, had alom luid ‘handelsoorlog!’ geklonken. De toon is anders, maar ook de Democraten leven bij America First. Van de multilaterale orde die de WTO belichaamde, trekt Washington zich nog weinig aan. Katherine Tai, hoogste baas voor handel onder Biden, zegt vrij vertaald tegen de EU: ja, wij schenden de regels, so what; subsidieer dan lekker je eigen industrie.

Washingtons strategische hoofddoel is China voorblijven. Hierbij heeft het in theorie belang bij sterke bondgenoten. Maar Amerika wil niet langer inboeten op eigen kracht ten gunste van helpers. Zulke imperiale gulheid kon het zich na 1945 veroorloven (denk aan het Marshallplan) maar vandaag niet meer. Wie dus nu nog heil verwacht van WTO-scholastiek, leeft in een voorbije wereld. Europa zal zich moeten verdedigen, in slagorde.

In 1971 blies president Richard Nixon de goudstandaard op. Amerika’s minister van Financiën sprak toen de befaamde woorden: „The dollar is our currency, but it is your problem.” Onder Franse en Duitse aansporing werd nadien het Europees Monetair Stelsel opgericht, voorloper van de euro, om beter beschermd te zijn. Ook ditmaal zal Amerika’s economisch egoïsme kunnen en moeten leiden tot Europese initiatieven, waarvan de omvang nog niet valt te overzien.

Voor Duitsland is deze omslag het lastigst. Terwijl Parijs al trappelt om zoiets als ‘Buy European’ in te voeren, houdt Berlijn vast aan de marktorde. Liever geen subsidierace, zei minister van Financiën Christian Lindner tegen de FT. Den Haag zal hem daarin steunen. Bovendien heeft Duitsland zelf financiële slagkracht, getuige de 200 miljard aan energiesubsidies waartoe het dit najaar besloot. Maar er is nog een reden dat Duitsland dit debat ontwijkt: het heeft moeite de eigen belangen te articuleren, zeker richting de VS. Voor de Bondsrepubliek is Amerika militaire beschermer en democratisch baken ineen.

Waartoe dat in de praktijk leidt, vertelde oud-diplomaat Werner Weidenfeld (1947) in een recente tv-uitzending. Als coördinator Duits-Amerikaanse betrekkingen onder bondskanselier Helmut Kohl (CDU) maakte hij drie soorten situaties mee: „Wanneer we met de VS instemden, waren we vrienden en omarmden we elkaar.” Bij onenigheid over kwesties van secundair belang, klonk het: „Waar blijft jullie dankbaarheid voor je vrijheid en veiligheid?” Maar bij onenigheid over zaken van primair belang, aldus Weidenfeld, „dan kwam voor Duitsland belastend materiaal van de geheime dienst op tafel en luidde het: of jullie doen mee, of je gaat eraan.” Zou het vandaag binnenskamers heel anders gaan?

De Amerikanen weten haarfijn waar hun belangen liggen, zo ervoer Weidenfeld, terwijl die voor ons in Duitsland en Europa veel diffuser zijn. Dat kan beter. Laten we bij alle trans-Atlantische eenheid inzake waarden, niet onze eigen belangen veronachtzamen.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.

Lees verder…….