Column | Een soort instemming

En dan bevind je je opeens in het niemandsland tussen Kerst en Nieuwjaar, dat zou moeten draaien om licht en gezelligheid maar in de praktijk bij velen vaak het tegenovergestelde oproept. Gistermiddag ging ik dus maar even langs bij vriendin I. (67) die in maart haar grote liefde A. verloor, de vrouw met wie ze bijna 46 jaar samen was.

„Ik heb helemaal geen zin in de jaarwisseling”, zei I., terwijl ze een pan glühwein opzette.

„Je kan Oud en Nieuw bij mij vieren.”

„Nee, dank je”, glimlachte ze. „Ik krijg al bezoek. Ik zie er vooral tegenop dat er op 1 januari een jaar begint zonder haar. 2023 was zwaar, maar ergens voelde het toch alsof ze er nog was, omdat ze dit voorjaar nog in leven was.”

Ze roerde een beetje in de drank, brak een kaneelstokje in tweeën, gooide er wat kruidnagels bij. Ik legde mijn hand op haar schouder, ze schudde hem af.

„Het is oké”, humde ze. „Ik heb me erbij neergelegd.”

„Rouw is niet leuk”, mompelde ik.

„Nee, maar rouw is ook een keuze.”

„Hoe bedoel je?”

„Nou ja, je kan ook van een brug of een gebouw springen.”

Ze lachte om mijn verschrikte blik.

„Geen zorgen”, zei ze snel. „Ik ga niets engs doen. Maar mijn oma zei altijd dat rouw ook iets moois heeft, omdat je als nabestaande uiteindelijk toch voor het leven kiest. Het alternatief is immers sterven.”

‘Ik ken er genoeg die na een zwaar verlies al een beetje dood zijn hoor.” „Ik ben dat soms ook even”, peinsde I., „maar ik weiger om me daarbij neer te leggen.” Ze keek even zo verdrietig dat ik haar niet helemaal kon geloven, maar ze klonk dapper en, toegegeven, het had iets heroïsch om er zo naar te kijken. Dat je besluit om te blijven, hoe zwaar het ook is.

„Ik zie deze grauwe tijd”, vervolgde I., terwijl ze het gas laag zette, „als iets waar ik een ja-woord aan heb gegeven. Met elke slok en elke hap zeg ik ja tegen bestaan. Met elke bloedverdunner die ik inneem en met elke huilbui die me overvalt kies ik ervoor om door te gaan. Het is een vorm van instemming.”

Ze schepte een glas vol met drank. Een zoete, volle geur steeg op uit de donkere vloeistof.

„Ik heb tenminste gekozen”, zei ze ten slotte. „Weliswaar niet voor de dood, maar wel voor het leven dat erop moet volgen.”

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.