Column | De uitputtingsslag in deze oorlog is behalve militair ook maatschappelijk

Luuk van Middelaar

De zon wordt warmer, de bodem minder drassig: elk moment kan een Oekraïens lenteoffensief beginnen. Kyivs hoofddoel is de zuidoostelijke landroute tussen Rusland en de Krim te doorbreken. Waar zitten zwakke plekken? Hoeveel mijnen liggen er? Kan het Oekraïense leger lucht- en grondaanvallen coördineren? De meeste militaire analisten zien voor beide partijen dit vechtseizoen slechts ‘marginale’ winsten weggelegd.

Zulke taxaties van militair materieel en troepenbewegingen bieden eindeloos stof voor commentaar. Minder horen we over andere factoren, ongrijpbaar maar even beslissend voor de afloop. Hoe is de stemming in de Oekraïense samenleving? Hoelang blijven beide landen bereid en in staat om elk dag tientallen, zo niet honderden mensenlevens te offeren? Wat gebeurt er als het offensief slaagt? Voor zulke sleutelkwesties zijn we op luttele flarden aangewezen.

Onlangs zei een Oekraïense officier tegen The Wall Street Journal: „De oorlog wordt niet gewonnen door de partij die gebied wint, maar door de partij die de troepenmacht van de tegenstander verwoest.” Veroverde vierkante kilometers tellen minder dan vernietigde mensenlevens. Over de zware slag om Bachmoet zei een Amerikaanse soldaat in dienst van Kyiv: „De gemiddelde levensverwachting aan de frontlinie bedraagt vier uur.”

Russische jongemannen die onder dwang van het regime naar het front moeten zetten we achteloos als „kanonnenvoer” weg; zij gaan „de gehaktmolen in” (aldus bijvoorbeeld minister Wopke Hoek-stra dit weekeinde tegen NRC). Helaas is het ook aan Oekraïense zijde een gehaktmolen. Ook de regering in Kyiv heeft moeite met recrutering. In chatrooms wisselen jongemannen tips uit om uit de handen van dienstplichtronselaars te blijven.

De Russische noch Oekraïense autoriteiten communiceren het aantal slachtoffers. Staatsgeheim, vindt ook Kyiv. Het laatste datalek uit Washington geeft een inkijkje: de Amerikaanse militaire inlichtingendienst gaat uit van 35.000 à 43.000 Russische doden plus ruim 150.000 gewonden. Voor Oekraïne zou het gaan om 15.000 à 17.500 gesneuvelde soldaten en ruim 100.000 gewonden. Oekraïne verloor dus ruwweg de helft minder mensenlevens dan zijn tegenstander, op een driemaal kleinere bevolking. Cijfers die het woord ‘uitputtingsslag’ zijn omineuze klank geven.

Tijdens drie weken Oekraïne ving de Britse auteur Anatol Lieven een glimp op van de stemming in het land. Voorop staat een overweldigende Oekraïense consensus om zich te verzetten tegen Russische overheersing. De meesten willen doorvechten tot de onvoorwaardelijke zege. Dit geldt ook voor inwoners van de Russischtalige regio’s in het oosten. Juist zij leden en lijden het meest onder de invasie. Wat er voorheen aan culturele en politieke sympathie voor de grote Russische broer bestond, heeft Poetin in één klap vernietigd.

De moeilijkheden beginnen bij doorvragen. Lieven sprak ook journalisten en analisten die „in hun hart” erkenden dat een einde aan het bloedbad uiteindelijk een territoriaal compromis zal vergen, bijvoorbeeld inzake de Krim. Maar geen van hen wilde dit on the record zeggen. „Wie in het openbaar voor onderhandelen pleit, loopt serieuze risico’s. Voor journalisten het verlies van hun baan, voor politici een einde aan hun carrière, en allicht een bezoekje van de geheime dienst.”

Zulke met staatsdwang afgedwongen patriottische eenheid is normaal in tijden van oorlog. Wel zal deze dynamiek ieder toekomstig gesprek bemoeilijken tussen Kyiv en het Westen alsmede tussen Oekraïners onder elkaar – over wat valt te bereiken en hoe het ooit verder moet.

Een glimp van de heikele vragen in het verschiet biedt de jonge, in Washington docerende Rus Gregory Afinegov. Ook hij wijst op de „apocalyptische ramp” die Poetin bracht voor de Russischtaligen in Oekraïne, in het bijzonder voor de mensen in de bezette gebieden. Zij hebben nul zeggenschap over hun leven. Willekeur is groter dan in Rusland. Mannen houden zich schuil om niet de loopgraven te worden ingejaagd voor een land dat het hunne niet is.

Inwoners van in 2022 bezette gebieden, zoals Cherson, staan voor een duivelse keuze. Zich tegen de Russische bezetting verzetten op straffe van acute repressie, of meewerken maar wraakacties ondergaan zodra de Oekraïense troepen terugkeren. Bar is ook de situatie in Donetsk en Luhansk, de ingelijfde opstandige republiekjes: inwoners vrezen bij een herovering van hun regio’s door Kyiv als landverraders te zullen worden behandeld, gewoon omdat ze na 2014 niet zijn vertrokken. Ook bij een militair geslaagd lenteoffensief, zal de maatschappelijke uitputtingslag nog lang aanhouden.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.

Lees verder…….