Column | De frisse Europese neo-idealisten bedrijven politiek met een morele insteek

In Europa

In Europa

Kaja Kallas, de premier van Estland, is een neo-idealist. Haar Finse collega Sanna Marin is er ook een. De Letse minister van Buitenlandse Zaken, Edgars Rinkevics, diens Tsjechische collega Jan Lipavsky en de Litouwer Gabrielius Landsbergis eveneens. Misschien is zelfs Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen wel een beetje een neo-idealist.

Veel West-Europeanen kenden de Midden- en Oost-Europeanen vooral van hun verzet tegen migratie, hun demografische leegloop, geworstel met de rechtsstaat en obsessies met het verleden. Maar die negatieve clichés (want dat waren het) verdwijnen snel. De oorlog in Oekraïne verandert alles. Landen in Midden- en Oost-Europa emanciperen zich in de Europese Unie. Ze worden meer voor ‘vol’ aangezien dan voorheen. Sommigen produceren nu zelfs trends. Een van die trends, signaleert Benjamin Tallis, onderzoeker op het gebied van veiligheidszaken bij de German Council on Foreign Relations (DGAP), is het zogeheten ‘neo-idealisme’.

Neo-idealisme is, zoals hij het beschrijft, een manier van (geo)politiek bedrijven met een morele insteek. Waarden en principes dienen als basis om naar de wereld te kijken en te handelen. Omdat neo-idealisten idealen hebben, weten ze waar ze heengaan: ze kijken vooruit. Anders dan de ‘neocons’ van de vorige generatie willen ze dat niet bereiken met militaire interventies voor regime change, à la Irak of Afghanistan, maar wel door bedreigde democratieën te verdedigen en het recht van democratische landen te bepleiten om te kiezen bij wie ze willen ‘horen’. Niemand mag tegen zijn zin ingelijfd worden in andermans ‘politieke invloedssfeer’.

In zijn essayboek To Ukraine With Love; Essays on Russia’s War and Europe’s Future werkt Tallis, die dit duidelijk sympathiek vindt, dit verder uit.

De oorlog in Oekraïne heeft in Europa tot (grofweg) twee reacties geleid. De eerste is een ultrarealistische. Ultrarealisten zeggen dat Rusland te sterk en gevaarlijk is om te verslaan. Ze vinden het nobel en dapper om voor je idealen te vechten, zoals Oekraïners doen – maar niet tegen elke prijs. In West-Europese landen nemen sommigen deze houding aan, maar ook in Hongarije en Oostenrijk. Een soortement nieuwe ‘vredesbeweging’, met kopstukken als Jürgen Habermas, zit in dit kamp. Volgens hen moet Oekraïne compromissen sluiten met Rusland, en land opgeven om verder bloedvergieten te voorkomen. De tweede reactie is die van de neo-idealisten. Zij verzetten zich principieel tegen de Russische aanval op Oekraïne (je moet agressors niet belonen) èn tegen dit ultrarealisme, wat zij als vermoeid, lafhartig defaitisme beschouwen. Als deze oorlog iets duidelijk maakt, zeggen zij, is het wel dat hier Europese waarden in het geding zijn: fundamentele vrijheden, mensenrechten, een democratisch bestel, enzovoort. Ook bínnen Europa staan die waarden onder druk – de Europese Commissie begon deze week nieuwe rechtszaken tegen Polen en Hongarije wegens schending van die waarden. Moeten we daar niet harder tegen optreden? Moeten we niet meer doen om te zorgen dat Rusland, dat een soeverein buurland gewelddadig aan zich probeert te onderwerpen, wordt gestopt?

Iemand als Kaja Kallas brengt dit helder onder woorden met uitspraken als „Het heeft geen zin om met Poetin te praten als we hem duidelijk willen maken dat hij geïsoleerd staat”.

Dat het appèl van president Zelensky op Europese waarden sterk resoneert bij Europese landen die zelf onder de plak van Moskou hebben gezeten, is niet vreemd. Maar de neo-idealisten maken er een breder, progressief verhaal van: ze verwerpen zowel de onderdrukking van minderheden in China als het verstikkende sociale conservatisme en de islamofobie van leiders als Orbán.

De nieuwe Tsjechische president hing de dag na zijn verkiezing al met Taiwan aan de lijn. Politici als Edgars Rinkevics, openlijk homoseksueel, bepleiten sociaal liberalisme.

Hoever de invloed van de neo-idealisten zal reiken, moet nog blijken. Eén ding is zeker: het is fris, toekomstgericht en komt uit het oosten. Dat alleen al is een goed teken.

Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa.

Lees verder…….