Column | De aapfactor

Marijn de Vries

Ik moet steeds aan die ene foto van Fem van Empel denken, de eerste van het nieuwe jaar. Op 1 januari won ze met speels gemak de Grote Prijs Sven Nys. Ze had zoveel tijd voor op de rest dat ze haar nieuwe crossfiets op de finishlijn had geparkeerd en poseert. Het blauw-wit van de Europees kampioen zit beeldschoon om haar schouders, de gele letters van haar nieuwe ploeg Jumbo-Visma op de broek geven de sterren op haar borst nog wat meer kleur.

Het is inmiddels veertien dagen later, ik bekijk de foto nog eens, en realiseer me nu pas wat me al die tijd al onbewust zo fascineert: Fem heeft de aapfactor, denk ik. Met de rolmaat meet ik haar armen op de foto, en dan haar hele lijf. Een twijfelachtige methode geef ik meteen toe, maar toch durf ik te concluderen dat mijn veronderstelling klopt. Fems spanwijdte van vingertoppen tot vingertoppen lijkt groter dan haar lengte van hak tot kruin. Dan ben je niet de perfecte mens, van Leonardo da Vinci in die cirkel – dan ben je een aap.

Mensen met de aapfactor zijn vaak goed in sporten met hun armen; bergbeklimmen, discuswerpen, zwemmen of wedstrijdroeien. Stel je voor dat Fem van Empel dat zou gaan doen. Of, griezel ik bij de gedachte: wie weet doet ze dat al, stiekem. Naast het veldrijden, mountainbiken en wegwielrennen waar ze dit seizoen ook nog eens mee begint. Zoals ze naast voetballer, hiervoor, al stiekem fietser was.

Fem was op weg om profvoetballer te worden. Bij Bayern München spelen was haar droom. Ze voetbalde bij RKSV Nuenen in de hoofdklasse, als rechtsbuiten, of als spits. Snel was ze: sprintje, poeier, goal. Ze trainde hard en serieus, deed extra oefeningen in de sportschool, keek filmpjes over hoe je je inzicht verbetert, werd als regionaal talent gescout. Fietsen deed ze tussendoor, gewoon voor de leuk. Wat haar wel een beetje dwars zat: als voetballer ben je zo goed als je team is. Uitblinken lukt pas echt als je tussen andere uitblinkers staat.

Het lekkere aan fietsen is dat je het alleen doet. De overstap van voetbal naar fietsen nadat ze iets meer dan drie jaar geleden zonder voorbereiding pardoes derde was geworden werd op het NK mountainbike voor junioren, was dus misschien niet meer dan logisch. Sindsdien ontwikkelt Fem ‘de fietser’ zich stormachtig. 21 is ze, Europees kampioen op de crossfiets, leidster in de wereldbeker, en ook voor het NK veldrijden dit weekend een absolute titelkandidaat.

En toch denk ik: stel je nu eens voor hè, dat Fem met haar echte talent aan de slag gaat – of dat misschien al doet. Met haar aapfactor. Dan moet ze wel gaan als een orkaan. Binnen een jaar is ze wereldkampioen roeien. Discuswerpen doet ze er dan even bij. En armpje drukken. Vanuit de roeiboot duikt ze na een overwinning de plomp in, zoals het hoort, en ja: olympisch kampioen openwaterzwemmen wordt Fem dan natuurlijk ook.

Ik kijk nog eens naar de foto, en weet intussen echt wel dat het niet alleen die lange armen zijn. Het bestaat niet, maar ze heeft het wel, meer nog dan de aapfactor misschien: de veulenfactor. Benen tot in de hemel. Er is geen rolmaat voor nodig om dat te zien.

Heel af en toe wordt er zo’n exemplaar geboren, een exemplaar dat alles kan. Een supervrouw die vliegt zonder capeje. Een wonder-Fem.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….