Bij Anderlecht, tegenstander van AZ in de Conference League, gaat het van kwaad tot erger

Europees voetbal De tijd dat Europese tegenstanders van naam en faam met knikkende knieën richting Anderlecht trokken, is al jaren voorbij. AZ treft een club in bestuurlijke crisis.

Anderlecht-speler Zeno Debast (links) afgelopen zondag in duel met Nacer Chadli van Westerlo.
Anderlecht-speler Zeno Debast (links) afgelopen zondag in duel met Nacer Chadli van Westerlo. Foto Bruno Fahy/ Belga

Het gaat met babystapjes, maar sportief lijkt Royal Sporting Club Anderlecht opnieuw wat aan de beterende hand. Het schakelde op weg naar de kwartfinale in de Conference League het Spaanse Villarreal uit, en in de eigen competitie werd drie keer op rij gewonnen, voor het afgelopen weekend gelijkspeelde tegen Westerlo. Daardoor is Anderlecht, negende op de ranglijst, twee speelrondes voor het einde nog niet zeker van deelname aan de zogenoemde play-off II voor Europees voetbal.

Een Deens duo heeft sinds enkele maanden de sportieve leiding in handen: Jesper Fredberg is de ceo sports, ofwel sportief directeur. De amper 41-jarige Deen kwam over van het bescheiden Viborg FF. Zijn verlengstuk op het veld is coach Brian Riemer (44), die als assistent met het Engelse Brentford promoveerde naar de Premier League.

Riemer is al de derde coach van Anderlecht dit seizoen, na Felice Mazzù en de Nederlander Robin Veldman, die het als tussenpaus even overnam en nu assistent is van Riemer. Het zijn bescheiden trainersnamen waar de Anderlecht-aanhang toch even aan moet wennen, zeker na het afscheid van clubicoon Vincent Kompany eind vorig seizoen. En ook al was de voormalige verdediger niet onomstreden, menig fan kijkt nu knarsetandend maar bewonderend hoe hij in de Engelse Championship met Burnley wél de voetballessen van zijn leermeester Josep Guardiola in de praktijk brengt. Burnley was na 39 van 46 speelrondes al zeker van promotie, en is daarmee de snelste promovendus sinds de introductie van de Premier League.

De terugkeer van Kompany, in mei 2019, liet de Brusselse fans na twee zwakke seizoenen weer even dromen van succes. Kompany kwam als speler-trainer, maar wegens aanhoudende blessures werd hij al in zijn eerste seizoen voltijds coach. Kompany strandde in zijn eerste seizoen, dat voortijdig werd afgeblazen wegens de coronapandemie, op een achtste plaats, het slechtste resultaat ooit voor paars-wit in de na-oorlogse periode. Zo’n resultaat zou iedere andere trainer in Brussel fataal zijn geworden, maar Kompany kreeg om meerdere redenen het voordeel van de twijfel. Hij was een kind van het huis, nog steeds geliefd bij de fans, hij gaf vertrouwen aan jonge spelers uit de jeugdopleiding en het bestuur besefte dat een opvolger het wellicht niet veel beter zou doen. Want veel geld om een gerenommeerde coach of betere spelers aan te trekken, was er ondertussen niet meer te vinden in de clubkas.

Van kwaad tot erger

De komst van Kompany was een promotiestunt van toenmalig voorzitter Marc Coucke, de flamboyante ondernemer die Anderlecht in 2017 kocht van de familie Vanden Stock. Coucke, op het moment van de overname nog eigenaar en voorzitter van KV Oostende, troefde met zijn bod enkele bekende rivalen af: de Rus Olisjer Oesmanov (toen eigenaar van Arsenal) en een consortium met media-ondernemer Wouter Vandenhaute en bouwondernemer Paul Gheysens. Die laatste trok met zijn centen naar Royal Antwerp FC, waar hij Marc Overmars en Mark van Bommel binnenhaalde voor de sportieve leiding, maar Vandenhaute bleef op de achtergrond in beeld. In januari 2020, toen het voetbal onder Kompany maar geen beterschap wilde vertonen, haalde Coucke Vandenhaute binnen als extern adviseur, en enkele maanden later werd de man die ook eigenaar is van Flanders Classic (de organisatie achter onder meer de wielerkoers Ronde van Vlaanderen) voorzitter, als opvolger van Coucke.

„Sindsdien is de ziel van Anderlecht helemaal uit de club verdwenen. Onder Coucke ging het al niet bijster goed, Vandenhaute heeft de ontzieling allerminst een halt kunnen toeroepen”, meent Rudolf Hecke, muzikant, schrijver, en sinds 1975 een bekend supporter van Anderlecht. Hecke schreef een boek over mensen die vol passie hun werk doen, en daarin was een mooie rol weggelegd voor Michel Verschueren, de voormalige manager die Anderlecht Europese triomfen bracht. „Die man leefde met hart en ziel voor de club. Hij was controversieel, niet vies van een truc hier en daar, maar je wist wat je aan hem had. Sinds de overname wordt de club geleid door mensen die zichzelf belangrijk vinden, en in mijn ogen denken dat een voetbalclub een gewoon bedrijf is. Anderlecht wordt te stroef en te hiërarchisch geleid. Er wordt onvoldoende snel ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. Het is bizar hoe snel dat allemaal is veranderd.”

De analyse dat het sinds de komst van Coucke van kwaad naar erger is gegaan met Anderlecht, wordt gedeeld door Jan Hauspie, een voetbaljournalist die al enkele decennia bij Anderlecht komt. Na een 3-1 nederlaag in eigen huis tegen stadsrivaal Union in januari dit jaar, besloot Hauspie om eens dieper in de materie te duiken. Het resultaat was een lang verhaal in het weekblad Humo, waarin aan de hand van tientallen (vaak anonieme) getuigenissen een ontluisterend beeld wordt geschetst van de bestuurscultuur binnen Anderlecht. Vooral de autoritaire Vandenhaute en zijn rechterhand, de toenmalige ceo Peter Verbeke, moeten het ontgelden. Op managementniveau was het een komen en gaan, waardoor veel geld uit de club verdween, onder andere door paniektransfers en royale ontslagvergoedingen.

„Op een bepaald moment was het ook compleet onduidelijk wie het sportief voor het zeggen had. Dat is funest voor een club”, verduidelijkt Hauspie. „Voeg daarbij een sfeer waarbij veel mensen zich niet gelukkig voelen en er veel achterdocht is, en dan krijg je een malaise zoals nu.” Vandenhaute had na supportersprotest al eerder een stap opzij gezet en is nu „niet-uitvoerend” voorzitter, Verbeke werd ontslagen en opgevolgd door Fredberg. Maar wie de echte baas is bij Anderlecht, blijft onduidelijk.

De basis voor het (financiële) succes van Anderlecht was lange tijd een combinatie van Europees voetbal en een uitgekiend transferbeleid, waarbij uitgaande transfers voor voldoende inkomsten zorgen. Die twee bronnen zijn weggevallen. Met Coucke heeft Anderlecht op zich wel een rijke eigenaar, maar die is weigerachtig om nog extra geld te pompen in de club. Hij was de afgelopen jaren vooral bezig met het dempen van putten. „Putten die hij door onoordeelkundig beleid, met het aantrekken van verkeerde mensen en veel slechte, dure transfers, zelf heeft veroorzaakt”, zegt Hauspie. „Coucke verschuilt zich wel eens achter lijken die uit de kast zijn gevallen na de overname, maar die zijn er nauwelijks.” De cijfers geven Hauspie gelijk: Anderlecht boekte de afgelopen vijf seizoenen onder Coucke een gezamenlijk operationeel verlies van bijna 100 miljoen euro, verliezen die gedeeltelijk door Coucke werden bijgepast.

De Deense coach van Anderlecht Brian Riemer in februari tijdens een Europese wedstrijd. Foto Stephanie Lecocq / EPA

25.001 euro boete

Het artikel van Hauspie veroorzaakte veel deining. Van sommige fans kreeg hij lof toegezwaaid omdat hij eindelijk durfde opschrijven wat voor hen al langer een publiek geheim was. Vandenhaute en Coucke werden gedwongen extra uitleg te geven op supportersavonden, maar dat was volgens fan Hecke een maat voor niets. „Het is nog altijd onduidelijkheid troef op alle fronten.”

Ook voor Hauspie zelf krijgt het verhaal een staartje: hij wordt persoonlijk gedagvaard voor de rechter, de club eist een schadevergoeding van 25.001 euro wegens reputatie- en imagoschade. Volgens de journalistenbond een laakbare intimidatiepoging van de club. Ook fans zijn niet onverdeeld met die actie. Een „chique” club zou zoiets nooit doen, aldus de makers van Café Constant, een podcast die volledig is gewijd aan Anderlecht.

De malaise in de bestuurskamer heeft uiteraard zijn weerslag op het veld. Het voetbal is al enkele seizoenen erg wisselvallig, en bij momenten gewoon ondermaats. „Vroeger kwam ieder team met schrik naar ons stadion. Die tijd is lang voorbij,” erkent Hecke. „Daar komt bij: als het slecht gaat, jouwen de fans de eigen spelers uit. Dat is op bepaalde momenten, ook dit seizoen, echt erg geweest. Ik denk niet dat je jonge spelers helpt door hen uit te fluiten en uit te schelden. Vroeger had je dan een figuur als Michel Verschueren die ingreep, orde op zaken stelde. Die is er nu niet meer.” Hauspie vult aan: „Ik had ook mijn twijfels bij Kompany, maar je moet erkennen dat hij het maximum haalde uit deze spelersgroep.”

En toch ziet Hecke voorzichtig beterschap. „De kwaliteit op het veld is zeker nog niet goed genoeg, maar ik zie wel opnieuw samenhorigheid, strijdlust. Dat hebben de Denen zeker bijgebracht. Met name in de wedstrijden tegen betere clubs, zoals Villarreal, zie je dat de ploeg boven zichzelf kan uitstijgen. Dat stemt me wel hoopvol voor de wedstrijd tegen AZ.”

Lees verder…….